Het verhaal van Anna
Anna was een braaf kind. In het eerste leerjaar bleek ze eerder
een stille klasgenoot, die zo'n beetje een middelmaat was. De juf
schrok dan ook behoorlijk toen ze op het eerste oudercontact het verhaal
hoorde van een kind dat elke avond thuiskwam als een bolletje frustratie.
Boekentas in de verste hoek. Agressief naar haar kleine broertje.
Onbeleefd en tegendraads naar haar ouders toe. Nogthans was Anna altijd
een heel aangenaam kindje geweest, zo in de klas. Een beetje stil
en teruggetrokken, maar daar maakte de leerkracht niets van; zo zijn er
immers nog kinderen. En ja, ook wat veel dolend op de speelplaats,
maar dat zou het aanpassen aan de nieuwe school wel zijn zeker?. De
ouders schetsen een beeld van een erg vrolijk en extravert kind, voor
het naar deze school ging (ze veranderde van school bij de overstap naar
het eerste leerjaar). Ze was een heel levendige baby, die zeer snel
liep, praatte, zindelijk was. Ook in de kleuterklas deed ze het
goed, op die enkele opmerkingen van één van de kleuterjuffen
na over haar zogezegd "dominant" gedrag. Ze wilde té
veel de andere kindjes helpen met eenvoudige opdrachtjes, en de juf vond
dat dit niet kon, dat was andere kindjes de kans ontnemen om zelf na te
denken... Maar het ging wel, die kleuterklas. En die woedebuien
af en toe? Die hadden de ouders toegeschreven aan de normale koppigheidsfasen
van 3-4 jarigen..... Maar vanaf het eerste leerjaar liep het dus echt
wel mis.
De juf en de ouders spraken af Anna eens "uit te dagen", door
haar wat moeilijke dingen te laten doen. Normaal zou Anna bv meelezen
met de middelste leesgroep, maar ze besloten haar in een iets moeilijkere
leesgroep te zetten. En voor rekenen zouden ze haar ook de zogenaamde
"bolleboos" oefeningen, oefeningen die de juf had opgesteld
voor kindjes die al wat voorsprong hadden, aanbieden.
Enkele weken later hadden de ouders terug een contact met de juf. Anna
was intussen het zonnetje in huis. Terug het kind dat ze van voorheen
kenden. En op school? Anna was weeral toe aan een leesgroep
hoger, en zat reeds op haar honger voor nog moeilijkere wiskunde oefeningen.
Anna had enkele vriendjes gevonden in de klas ook. Kinderen
die nogal lawaaierig waren, en de "club" was best handen vol
voor de juf, die nu ook wel zag dat Anna zich aan het verstoppen had geweest,
die eerste maanden op school.
Voor Anna kon de negatieve spiraal tijdig gestopt worden, door een goed
begrip en afspraken tussen de ouders en de leerkracht, wat samenwerken,
en een goede communicatie.
Het verhaal van Jarne
Jarne ging op een holletje door de basisschool. Hij sloeg zelfs
een klas over, zonder dat dit echt aanleiding gaf tot meer moeten werken
voor school. Gelukkig had hij al die hobby's...Het was soms echt
wel zoeken om even tijd vinden voor dat huiswerk, maar gelukkig was het
allemaal nogal gemakkelijk, zodat het wel even tussendoor kon, op een
verloren moment. Toen hij naar het secundair mocht, vertrok Jarne met
véél verwachtingen. Nu zou hij "eindelijk"
mogen léren. Nu zou het interessant worden! Nu kwam het.....
Om een lang verhaal kort te maken: Jarne zat tegen kerstmis al terug
op zijn honger. Maar hij haalde helemaal geen goede resultaten hoor, integendeel.
En deze keer waren zijn hobby's geen troost. Hij vond zichzelf
ineens dom, onnozel, en wist helemaal niet te plaatsen waarom hij in die
school moest gaan zitten tussen al die kinderen waar hij geen jota van
begreep. En dan nog met slechte punten thuiskomen ook. Hij is nu
in behandeling bij een psychiater voor een zware depressie, en zal voorlopig
niet meer naar school kunnen.
Hendrik
Hendrik was vanaf de kleuterklas een "moeilijk" kind. Zo
erg zelfs, dat de ouders te rade gingen bij de CLB, die hen doorverwees
naar een psycholoog om aan "dat gedrag" te werken. Het
gedrag werd geanalyseerd, er werd niet echt een etiketje gevonden dat
bij Hendrik paste, maar toch: hij had wel iets aan die sessies bij de
psycholoog, dus bleven de ouders maar gaan. Hendrik verkalmde wat.
In de basisschool ging het leren wat moeizaam. Het was voor de ouders
ook niet altijd even duidelijk of het nu kwam door zijn veeleisende gedrag,
het negatief aandacht zoeken, dan wel door het niet kunnen dat hij met
steeds wisselende cijfers thuis kwam op het rapport. En dat ondanks het
feit dat de ouders Hendrik toch best een pienter jongetje vonden. Maar
Hendrik doorspartelde de basisschool, verkalmde gaandeweg mee toch wat,
kwam af en toe een leerkracht tegen waarmee het klikte, en dan was zijn
jaar veel beter geslaagd. Hendrik begon goedgemutst aan het secundair.
Het eerste jaar ging nog. Hendrik leek dat systeem van telkens weer
nieuwe leerkrachten wel leuk te vinden. Hij had ook een bijzonder goede
verstandhouding met een interim leerkracht wetenschappen, waarvan hij
onder de middagpauze zo'n beetje de helper werd om proefjes klaar te zetten
voor de andere klassen. Die leerkracht gaf hem ook de tip eens naar
een sterrewacht op bezoek te gaan, en Hendrik werd gebeten door de sterrekunde.
In het tweede jaar begon het vrij goed op school dachten de ouders, althans:
zijn cijfers waren toch goed, maar Hendrik werd op vrij korte tijd wel
een heel moeilijke puber thuis. Hij was opstandig, stelde zowat
alles en heel de wereld in vraag, gedroeg zich niet echt aangenaam. Resultaat:
ouders die met de handen in 't haar zaten. Ouders die hoopten dat "de
apejaren" met wat geduld en begrip wel voorbij zou gaan. Maar
er bleek toch meer aan de hand. Op een mooie dag in februari kondigde
Hendrik aan dat hij zijn boeken over sterrekunde via internet te koop
had aangeboden. Zijn hobby vond hij ineens niet meer interessant. Na
wat heen en weer gepraat geven de ouders toe. Hij zou wel een andere
hobby vinden zeker, ze wilden hun kind ook niet te veel gaan forceren
met die sterrekunde, hij moest leren zijn eigen keuzes te maken. Hendrik
deed niet veel meer in zijn vrije tijd dan tv kijken en achter zijn computer
hangen met chatvrienden. De kameraden die het jaar ervoor nog regelmatig
op zijn kamer rondhingen, bleven weg. Hij sloot zich meer en meer af.
En na de zoveelste crisis thuis, kwam het er uit. Hendrik wilde
niet meer naar die rotschool. Hij vroeg zich af wat hij als abnormale
daar wel zat te doen, zijn hoofd tolde van de gedachten en hij vond niemand
om mee te praten, kortom: dat kind schreeuwde om hulp.
Na enig rondzwerven komen de ouders terecht bij een psycholoog, die een
goed contact kan maken met Hendrik. En die na enkele gesprekken
een IQ test voorstelt. Wat verwonderd gaan de ouders na overleg
met Hendrik, die wat schouderophalend reageert, erop in. Hendrik
blijkt een IQ te hebben van 145. Eén en ander valt op zijn plaats.
En vanaf dan.... is de zoektocht eigenlijk maar pas goed begonnen.
Het verhaal van Hendrik is een oud verhaal, van iemand die nu volwassen
is. Het gaat hem goed. Hij is gelukkig gehuwd, heeft erg pientere
kinderen waarvan ééntje een hoog IQ blijkt te hebben, en
een uitdagende job. Hij beseft dat hij toch nog geluk heeft gehad,
maar vindt het toch nog steeds erg jammer dat hij dit als kind moest meemaken,
en heeft het er soms nog best moeilijk mee dat één en ander
ertoe leidde dat hij niet het diploma haalde dat hij misschien wel had
kunnen halen, als hij sneller op een gepaste manier was begeleid. Hij
is daarom dubbel gemotiveerd (én als ervaringsdeskundige goed geplaatst)
om op signalen van verveling te letten bij zijn eigen hoogbegaafde zoon.
Het verhaal van N.
N. presteert in het eerste leerjaar helemaal niet in verhouding tot
zijn intellectuele vermogens. Hij is een "iets beter dan gemiddelde"
leerling in zijn prestaties. Hij is erg slim, en werd versneld reeds
in de kleuterschool. Uit een klasobservatie en gesprekken met de
psycholoog, blijkt dat hij nog heel erg bezig is met zichzelf te positioneren
tegenover volwassenen, wat eigenlijk typisch kleutergedrag is. Hij
komt bij sommige volwassenen over als tegendraads, ongehoorzaam, een kind
dat altijd weer uitdaagt. Vooral dan bij volwassenen die zelf niet al
te konsekwent zijn, en zich niet altijd even zeker tonen. Met andere volwasseen
heeft hij een erg goede relatie. Het gaat dan vooral om mensen die de
moeite doen in te gaan op zijn niet aflatende stroom van vragen, die over
een heel breed spectrum van interesses gaan.
Thuis bloeit hij elke vakantie terug open, op school voelt hij zich, naarmate
het schooljaar vordert, steeds slechter. Zijn juf dicht hem bepaalde
intenties toe die er helemaal niet zijn (manipulatief zijn, haar woorden
verdraaien, expres het klasgebeuren verstoren,...), terwijl hij alleen
maar op zoek is naar een soort moederlijke aandacht. Wat is er wellicht
aan de hand? Zijn onderpresteren komt doordat hij zijn energie té
veel besteedt aan die strijd met volwassenen (leerkracht, opvangjuffen,...),
en dat komt omdat hij zich niet veilig genoeg voelt bij grote mensen,
die in zijn ogen niet betrouwbaar blijken te zijn geweest. Enerzijds
staat hij met zijn intellectuele vermogens veel dichter bij volwassenen
dan bij de kinderen van zijn klas, anderzijds wordt hij door zijn uitdagend
gedrag naar de juf toe steeds weer gestraft, en bevestigt dit zijn onzekerheid
en gebrek aan vertrouwen in de volwassenen op school, met name zijn juf.
Het komt er nu op aan de juf ertoe te brengen dit kind in de plaats
van op een bestraffende, op een begripsvolle manier tegemoet te treden.
Zodat hij zich veilig genoeg voelt om die strijd achterwege te laten,
en door succeservaringen opnieuw zijn "oude" leertempo kan hernemen.
Emotioneel moet hij eigenlijk beschouwd worden als een kleuter, en intellectueel
als een kind dat zelfs verder staat dan de kindjes van zijn klas, die
een jaar ouder zijn. Niet makkelijk hoor.
Hans "wil niet"
Hans presteert veel minder goed in klas dan hij eigenlijk zou kunnen.
Bij elk oudercontact krijgen zijn ouders dat te horen: “als hij
maar zou willen, was hij de eerste van de klas”. Hans haalt wel
behoorlijk goede resultaten, hij behoort echt wel tot de groep van de
“beter” presteerders. Maar hij heeft ook de reputatie niet
het onderste uit de kan te halen: hij is volgens sommige leerkrachten
eerder lui aangelegd, en de meester van dit jaar verdenkt Hans ervan dat
hij met zijn voeten speelt... Hoe zit dat toch met Hans?
Mieke is onverwacht sterk... of toch niet?
Mieke is meer dan gemiddeld intelligent, dat heeft een IQ test die voor
alle zekerheid werd afgenomen (eigenlijk om te bekijken of er van een
zwakke intelligentie kon gesproken worden!) uitgewezen. Ze is zelfs hoogbegaafd.
En toch blijft ze voor sommige vakken onder het gemiddelde van de klas.
Waarom, het is iedereen een raadsel: zo slim en dan niet presteren? Toen
Mieke in het eerste secundair een spreekbeurt mocht maken over haar grote
passie, sterrenkunde, zette ze een prestatie neer waar de meester van
achterover viel. Was dat Mieke, die helemaal niet zo sterk overkwam in
de les? Of had ze dat werkstuk niet helemaal zelf gemaakt?
Roland is "moeilijk"
Roland heeft echt wel pech: het schrijven gaat moeilijk, zijn spellen
is ook al niet zo veel zaaks, en zijn geheugen voor WO, wel, eigenlijk
is dat echt ondermaats. En dan die rommelige boekentas en dat afwezig
reageren vaak... Dat kind is blijkbaar niet al te slim... en dan is er
nog dat gedrag... een moeilijk kind voor elke juf!
Maar ... hoe rijmen we dat met een IQ van 125?
Jana's ouders zijn "pushers"
Jana is een modelleerlinge. Ze is altijd behulpzaam, gedraagt zich helemaal
zoals de juf het zich toewenst, is sociaal, heeft een rist vriendinnen,
en haar schriften zijn om op een tentoonstelling te leggen, tenminste
wat orde betreft. Haar schoolresultaten zijn goed - gemiddeld.
Waarom haar ouders maar blijven zeuren over een slecht welbevinden, over
Jana die zo vaak overstuur is, ’s avonds, het is de juf een raadsel.
Is er thuis soms iets mis?
Met Anneke loopt het helemaal mis - en de juf weet van niets
Anneke is 4,5 en leest al een beetje. Ze probeert ook al wat letters
te schrijven. Tenminste: thuis is ze daar mee bezig, heel natuurlijk,
in haar speelhoek “leest” ze voor aan de poppen en schrijft
ze wel eens wat drukletters aan elkaar tot een woord. Toen de ouders van
Anneke hierover iets vertelden op het oudercontact, schrok de juf wel
een beetje. Hoe moest ze nu aan de ouders vertellen dat Anneke nauwelijks
de kopvoeters tekeningen ontgroeid is? Groot is haar verbazing als ze
mooie, gedetailleerde tekeningen van Anneke’s familie te zien krijgt,
die de ouders mee hebben genomen. Hebben ze het hier wel over hetzelfde
kind?
Nog een ervaring...
Stel dat je slim bent. Niet dat je dat van jezelf vindt, maar dat dit
gewoon een feit is. Je bent 'snel'. Dat is niet iets wat je zelf beseft
als kind. Nee, als kind denk je dat iedereen wel zo ongeveer denkt en
redeneert als jij. Je zit op een basisschool en 'men' leert jou vanalles
en nog wat. Natuurlijk, want jij bent een onbeschreven blad dat moet worden
opgevuld. En dus zijn er daarvoor leerkrachten en opvoeders en ouders
en noem maar op. Iedereen leert jou vanalles en nog wat, jij weet niets,
zij weten alles.
En meestal kost het je geen moeite te begrijpen wat ze zeggen, maar soms
denk je: "hoezo? dat klopt toch helemaal niet?", maar ja, je
bent een kind, en jij weet niets, en 'zij' weten het wel, en iedereen
knikt, dus zal het wel allemaal waar zijn.
De dingen die je worden gezegd en geleerd zijn niet altijd interessant,
dus drijf je zo nu en dan toch wel weg met je gedachten.Je krijgt ook
dikwijls te horen "let eens wat meer op!", "doe toch eens
wat meer je best". En soms doe je dat, en soms ook niet.
Sommige dingen gaan ook zoooo ontzettend traag traag, maar ja, blijkbaar
moet dat zo. En soms zie je vriendjes sukkelen met iets wat ze niet begrijpen.
Maar ja, dat heb jij soms ook, soms denk je: ik zie dat toch helemaal
anders, maar ik ben maar een kind, ik weet dat toch allemaal niet.
Maar je wordt ouder, en als je dan gewoon bent om 'niet goed op te letten'
want dat opletten, dat hangt toch wel eens af van wie er van jou verwacht
dat je luistert, dan beginnen er meer en meer 'gaten' te onstaan. En je
punten worden ook minder.
Laat dat gat zo groot worden dat je een heleboel moet beginnen 'ophalen'
dan wordt dat een probleem natuurlijk.
Nu goed, je haalt op je sokken toch wel het basisonderwijs en je trekt
naar het secundair. Maar ondertussen heb dus die 'attitude'. En je hebt
ook een zelfbeeld. Niemand heeft jou ooit gezegd dat je 'snel' bent in
redeneren en begrijpen. Nee, in tegendeel, je maakt fouten, het ziet er
soms triestig uit op die toetsen, want veel moeite om te blokken heb je
niet gedaan, is ook nooit nodig geweest. Nu en dan haal je dat weer eens
op, maar nu en dan schuif je ook uit...oei oei, vergeten lessen te leren,
vergeten huiswerk te maken, snel even inhalen, beetje vroeger opstaan
en huiswerk nog snel invullen en afgeven.
De omgeving ziet je als een luiaard maar na een tijdje denkt de omgeving::
ach eigenlijk kan hij niet beter. En dat wordt bevestigd want als je dan
denkt..eigenlijk begrijp ik wel alles wat ze zeggen, waarom kan ik dat
dan niet op een toets invullen? Herhalen? dat ken je niet. Je begrijpt,
en je weet en je reproduceert en presteert. Leren? dat ken je eigenlijk
niet.
Je past je zelfbeeld een beetje aan: je "voelt" wel dat je het
snapt, maar het komt er niet uit...dus eigenlijk ben je niet zo slim als
diegenen die altijd mooie punten halen. En je geraakt gedemotiveerd om
er veel tijd en energie aan te besteden. Want wat levert jou dat op?
Dan kom je op het moment dat je met dat soort zelfbeeld, en dat soort
houding, examens moet doen. Dan moet je chance hebben... chance dat je
het weet, dat je de antwoorden net op dat moment kunt opdiepen uit je
geheugen, chance dat je uitgeslapen bent, chance dat je net dat geleerd
hebt..
Weet je wat ik denk? Ik denk dat een onderpresteerder moeite heeft met
zichzelf en zijn omgeving correct in te schatten. Soms kan je daarmee
heel erg in de knoop geraken. Begin je echt te geloven dat het allemaal
niet lukt, je ziet ook de resultaten van je inspanningen..en die zijn
niet zo groot natuurlijk.
Want het is een langzaam sluipend gif. Mvk
Verder lezen op het web? zie onze link pagina over onderpresteren
samenstelling: YW |