Hoe sterk bepaalde kenmerken ook terugkomen bij
veel hoogbegaafde kinderen, toch blijven het heel verschillende kinderen.
Dat is ook niet verwonderlijk. Het gaat immers om kinderen uit allerlei
milieus, met hun eigen karakter, interesses, temperament.
Laat ons als ouders en opvoeders niet vergeten dat hoogbegaafdheid slechts
één aspect van een kind is. Dat kinderen in de eerste plaats
gewoon kind zijn, elk hun eigen persoonlijkheid hebben , hun eigen voorkeuren,
smaak en gewoontes, hun eigen ervaringen en thuissituatie.
Dat heeft wel gevolgen: niet alle hoogbegaafde kinderen worden vrienden.
Integendeel soms, zelfs hen samenzetten in kangoeroeklassen of leefklassen
heeft niet automatisch tot gevolg dat er altijd nauwe vriendschapsbanden
worden gesmeed, of dat alle kinderen met dezelfde dingen bezig zijn op
dezelfde manier.
Je kan ook niet zo maar conclusies trekken over het ene hoogbegaafd kind,
op basis van wat je met een ander kind hebt meegemaakt. Niet alle hb kinderen
zijn wild van dino's, niet alle hb kinderen lezen in de kleuterklas al,
niet alle hb kinderen vinden Somplex leuker dan gewoon wat moeilijkere
sommen maken op de klassieke manier. En niet alle HB kinderen hebben het
moeilijk op school. Of juist gemakkelijk.
Er is wel herkenning vaak, van een kind dat vergelijkbare dingen denkt,
met dezelfde dingen bezig is, op dezelfde manier redeneert. Maar steeds
is er ook weer dat beetje anders.
Want ook hoogbegaafden blijven verschillende persoontjes. Laat ons dat
als begeleiders niet vergeten. Kinderen hebben behoefte aan ontwikkelingsgelijken
om sociale vaardigheden te kunnen leren, maar dat wil niet zeggen dat we
moeten verwachten dat die ontwikkelingsgelijken plots goede vrienden zullen
worden, of dat ze alles op dezelfde manier zullen doen. Kinderen reageren
verschillend op hetzelfde aanbod van verbreding of verdieping. Kinderen
voelen zich in verschillende situaties thuis (of juist minder goed).
Handelingsplannen voor hoogbegaafde kinderen kunnen daarom wel algemene
principes bevatten, maar moeten verder ruimte laten voor invulling volgens
de behoefte van elk kind. Laat ons dus een schoolbeleid naar hoogbegaafden
toe niet op een globaal beeld van "de" hoogbegaafden afstemmen,
maar wel op een kader scheppen zodat kan gekozen worden voor wat "dit"
hoogbegaafd kind nodig heeft.
Dat wil zeggen dat wij als ouders ook goed moeten bekijken waar, in welk
schoolsysteem, welk model van hb-werking van een school onze kinderen tot
hun recht zullen komen. Voor sommige kinderen zal dat een leefklas zijn.
Anderen zullen goed gedijen in een gemengd samengestelde klas waarin goed
gedifferentieerd wordt. Sommigen zullen de voorkeur geven aan geleid studeren,
anderen willen alles zelfstandig doen. Sommigen hebben nood aan een echte
klas, anderen studeren liever thuis.
In dat licht dienen ook de lijstjes bekeken te worden op dit gedeelte
van de site: herkenning én verscheidenheid. Dat zie je aan de bedenkingen
van ouders van hoogbegaafde kinderen bij de lijstjes: vaak staat er ook
bij "mijn kind doet dit niet". En dat is perfect normaal: ze
zijn verschillend. |