|
 |
Enkele type-voorbeelden
van begaafde leerlingen
- en hoe ze te benaderen volgens hun begaafdheidsdomein... |
Inleiding
In dit stukje geven we eerst enkele voorbeelden van mogelijke types
of soorten leerlingen weer, die op het eerste zicht misschien wat "extreem"
lijken. Ze zijn bewust zo gekozen, omdat deze voorbeelden een duidelijke
illustratie zijn voor de uitspraak:
je moet kinderen en jongeren aanspreken
op hun sterke kanten,
hun begaafdheidsdomeinen,
als je ze wilt motiveren
en vooral om ze gemotiveerd houden!
Het is essentieel voor het behoud van de inzet van kinderen en jongeren
dat de school boeiend blijft, zodat ze de drang naar weten en leren die
alle kinderen vanzelf hebben als peuter en kleuter, niet verliezen. Daarom
is het belangrijk dat de school inspeelt op de interesses van de kinderen.
Dit impliceert dat interesses en sterktes van kinderen en jongeren (h)erkend
dienen te worden, en dat er genoeg ruimte moet zijn voor lesgevers om
daar op in te spelen.
Hoogbegaafde kinderen hebben zelfs nog méér dan andere
kinderen het leer-virus. Voor hen geldt die nood aan stimulatie van hun
sterke kanten extra sterk. Hoogbegaafdheid legt immers op veel eigenschappen
van een kind als het ware een vergrootglas. Hoogbegaafde kinderen lijken
wel een natuurlijke drang te hebben om hun begaafdheden om te zetten in
prestaties. Tenminste: als een kind niet te veel kwetsuren oploopt onderweg...
Nog even een opmerking vooraf. Het is zonder twijfel mogelijk om andere
opsplitsingen te maken in begaafdheidsdomeinen. En tussen de domeinen
zelf zijn er ook al kleine overlappingen. Dit is dan ook veeleer een opdeling
die naast vele anderen kan gelden als een gedeeltelijke houvast in de
zoektocht van ouders en lesgevers dan "Dé Ultieme Opsplitsing"
in begaafdheidsdomeinen van hoogbegaafde kinderen.
Oproep
Als u als ouders de beschreven gedragingen in deze tekst herkent, wilt
u misschien wel een bijdrage leveren om de site wat meer te illustreren
met uw eigen voorbeelden? Voor elk van de onderstaande puntjes zoeken
we nog een tekenende anekdote, een korte beschrijving van iets wat bij
een bepaald kind gebeurde, een voorbeeld van een aanpak die succes had,
of een kleine commentaar. Welkom op info@hoogbegaafdvlaanderen.be.
Uiteraard waarborgen wij uw privacy.
Navigeren in deze tekst: een hulpje. Klik op de onderstreepte
tekst om naar dat stukje in de tekst te springen
Voorbeelden van enkele kinderen en jongeren
Jan "het brein"
Arthur "natuur"
Piet "anderling"
"Ons" Lies
Karolien "de artiest"
Op weg naar een goede aanpak... let
op de begaafdheidsdomeinen!
Begaafdheidsdomeinen: hoe deze herkennen
en er op in spelen
De denker
De specialist
De creatieve geest
De sociale leider
De artiest
De kinderen en jongeren...enkele voorbeelden
Jan (bijnaam: "het brein")
Jan gedraagt zich in de klas soms echt irritant. Hij is opvallend traag
bij het trainen van tafels in groep, begint bij een simpele vraag rond
te pot te draaien (althans, zo lijkt het wel). Hij wordt ook heel onrustig
als de meester een heel creatieve opdracht geeft en de klas een beetje
een chaotische aanblik krijgt. Jan wil vooral opdrachten waar structuur
in zit. Hij herformuleert vaak de vragen van de meester, wat de meester
soms op de zenuwen werkt.
Jan zal zelden eerst zijn vinger opsteken, maar als de meester een nieuw
onderwerp aansnijdt in de leerstof, is hij meestal wel degene die rechtveert
en heel aandachtig luistert.
Jan is heel sterk in wiskunde, en haalt hoge punten. En toch vindt hij
de wiskundelessen niet echt leuk. Hij staat zo ver voor op zijn klasgenoten,
dat hij wellicht, als de leerkrachten allemaal zoals zijn huidige meester
het leerprogramma gewoon volgen, de eerste jaren niets zal bijleren op
school over wiskunde. Gelukkig heeft hij zijn vader nog, om dingen uit
te leggen thuis...
Jan's klasgenoten vinden Jan een 'slimme'. Zelfs al hebben ze soms meer
punten op een toets, nog denken ze dat Jan de sterkste is voor dat vak.
Ze vinden hem zeker geen saaie jongen, want hij kan heel boeiend vertellen
over van alles en nog wat. Maar meestal wil hij liever voetballen.
Thuis merken zijn ouders wel dat Jan soms echt "ontploft" bij
het minste dat hem dwars zit. Ze denken dat Jan zich verveelt op school,
maar op school ziet men vooral een wat luie leerling, die voor de vakken
waarin hij wat minder sterk staat, geen moeite wil doen. De meester heeft
aan de ouders gevraagd eens met Jan te praten over zijn werkhouding: hij
zou beter wat actiever meewerken op school!
De ouders van Jan hebben hem op voetbal gestuurd, om zo zijn energie een
beetje een uitweg te geven. Ze hopen dat hij dan wat minder "ontploft"...
Arthur (bijnaam: "Arthur natuur")
Arthur is een echte natuurkenner. Hij is in de jeugdbond voor natuurstudie,
en als er iets aan bod komt in de klas dat met natuur te maken heeft (wat
jammer genoeg niet zo vaak is), is hij de meest ijverige leerling. Hij
kan dan zelfs niet wachten tot hij het woord krijgt, hij roept de antwoorden
dan zomaar door de klas. Zijn leerkracht zuchtte op het laatste oudercontact
nog: "Mevrouw, als Arthur een tiende van de moeite zou doen voor
rekenen als hij voor natuur doet, zou hij geen onvoldoendes halen".
De ouders van Arthur vinden het wel een beetje raar dat hij in de jeugdbond
de clubkas mag beheren, maar dat hij op school volgens de leerkracht "geen
inzicht in geldwaarden" heeft getoond.
Piet (noemt zichzelf: "Anderling")
Piet is een echte "speciale" op school. Hij draagt kleren
die zijn zus, die voor modeontwerpster studeert, heeft gemaakt volgens
zijn aanwijzingen. Hij heeft een heel bijzondere haarsnit. Verzorgd, dat
wel, maar wel een beetje "anders". Bij opdrachten waar creativiteit
komt kijken, is Piet altijd de voortrekker. Zijn opstellen zijn altijd
heel bijzonder. En toen de biologie leraar de opdracht gaf om een project
te maken rond een zelf gekozen onderwerp, was hij bijna dag en nacht bezig
met zijn werk. De klas moest zich wel even verplaatsen naar zijn tuin,
omdat het werk... een mini zuiveringsinstallatie was voor afvalwater.
De resultaten van Piet op school zijn erg wisselend. Bij Nederlands haalde
hij heel hoge cijfers met zijn verslagen over de leesopdrachten. Maar
toen het over middelnederlandse teksten ging, haalde hij een onvoldoende.
Meetkunde vindt hij zo boeiend, dat hij er in schitterde bij de toets.
Maar de volgende wiskundetoets ging over een wat saaier stuk leerstof,
en toen werd het een dikke buis.
Piet slaagt er meestal (maar niet altijd) wel in dingen ten goede te keren
voor zichzelf. Hij is goed in onderhandelen met leerkrachten, slaagt er
wel eens in een alternatieve opdracht te versieren voor een saaie les,
krijgt al wel eens een medestudent zo ver om een taak voor hem te maken.
Niet dat hij die taak niet aankan, maar gewoon omdat hij boeiendere dingen
te doen heeft.
Op het rapport van Piet stond de laatste keer in grote rode letters: REGELMAAT
PIET! Zijn antwoord thuis: "Afwisselend 90% en 40%, da's toch ook
regelmaat?"
Lies (klasverantwoordelijke, akela van
de welpen, duivel-doet-al, "ons" Lies)
Lies is een meisje dat met iedereen goed overweg kan. Ze is zeer bezorgd
over andere mensen, zelfs al gaat het over iemand die ze niet kent, maar
waarover ze bv. in de krant heeft gelezen. Lies is het meisje dat ooit
op een ochtend beneden kwam met haar koffertje, ze wilde in Afrika de
stervende kinderen gaan eten geven... ze was toen 6 jaar oud. Lies is
degene die bij groepswerk vaak het meeste werk op zich neemt. Ze doet
dat graag, en verwijt de andere leerlingen niet dat ze soms een beetje
profiteren.
Al van in de basisschool is Lies altijd al zo'n beetje de leider van haar
groep geweest als er iets moest georganiseerd worden. Leerkrachten geven
haar ook graag verantwoordelijkheid, ze is betrouwbaar
Lies is altijd zo'n beetje en middelmatige presteerder geweest op school,
viel niet echt op. Haar ouders hoorden bij oudercontacten altijd positieve
commentaren over haar inzet voor allerlei projecten op de school, en haar
sociale vaardigheden.
En nu komt Lies ineens thuis met enkele onvoldoendes, in haar laatste
jaar secundair. Ze heeft blijkbaar toch te veel tijd gestopt in de voorbereiding
van het scoutskamp...
Karolien (bijnaam: "de artiest")
Karolien speelt al sinds haar 5 jaar piano. Ze heeft er talent voor.
Ze staat extra vroeg op om te oefenen, volgt na school privé lessen,
en is thuis daarna maar met moeite van haar instrument weg te slaan om
haar huistaken te maken. Zij presteert op school niet echt goed, hoewel
zij duidelijk zeer intelligent is. Ze schittert bijvoorbeeld soms als
er kwissen worden gehouden over leerstof, zeker als het gaat om vragen
waarbij oog voor detail belangrijk is. Maar op andere momenten is een
toets gewoon rampzalig. Karolien heeft een doel: ze wil een zeer grote
pianiste worden. Zelfs als dat betekent dat ze op andere vlakken niet
presteert wat ze eigenlijk zou kunnen. Ze doet alles voor haar passie,
de piano.
Karolien heeft enkele goede vrienden en vriendinnen. Ze praten veel over
beroemd worden, ze hebben allemaal wel een artistieke aanleg. Voor andere
kinderen vertoont Karolien maar een matige belangstelling.
De leerkrachten vinden het eigenlijk ongezond dat de ouders van Karolien
haar toestaan zo veel met haar muziek bezig te zijn. Ze vinden dat dit
afgeremd of minstens beter gedoseerd moet worden, en dat Karolien maar
beter eerst een diploma secundair onderwijs moet halen, en haar dromen
maar wat moet temperen tot dan.
De ouders van Karolien hebben ervaren dat Karolien ronduit depressief
kan worden als ze haar piano niet heeft. Ze leeft echt voor haar droom,
en haar ouders proberen dat te begrijpen. Ze hebben intussen wel door
dat op vakantie gaan geen probleem moet zijn (maar gaan dan wel steevast
naar het lokale concertgebouw eens kijken of er een interessant optreden
is), proberen Karolien bij te staan door schoolwerk op vaste tijden te
helpen plannen, en hebben met Karolien afgesproken dat ze minstens toch
een ruime voldoende voor elk vak moet halen om haar intensief privé
onderwijs voor haar muziek te mogen verderzetten. Ze vinden het wel jammer
dat Karolien geen brede interesses heeft, zoals zij zelf hebben. Maar
een jongere tegen haar zin van her naar der slepen, willen ze ook niet
doen. Stimuleren, dat vinden zij normaal, maar dwingen? Liever niet.
Een diploma vinden zij als ouders ook belangrijk, maar het blijft wel
balanceren tussen de grote passie van Karolien en haar schoolwerk. En
toch ziet Karolien ook wel zelf het belang in van een zekere basisvorming,
hoe kan ze anders later, als ze beroemd is, meepraten over één
en ander...De ouders hopen dat Karolien daarom toch de inspanning zal
doen en een diploma zal halen.
Om tot een goede aanpak te komen
- kijk naar de begaafdheden eerst!
Zoek eerst uit op welke domeinen een kind begaafd is, waar het potentieel
heeft dat niet binnen de gewone lijntjes kleurt. Kijk waar het kind belangstellingspunten
heeft die niet altijd zo voor de hand liggend zijn, waar het interesses
zijn die niet puur vanuit het schoolse voortkomen.
Kinderen met hoog potentieel zijn er in alle 'maten en gewichten'. Ze
hoeven niet noodzakelijk later beroemd te worden door hun kennen en kunnen,
het kan ook gaan over een louter ontspannende en vrijblijvende belangstelling,
die erg uitgesproken is. Er zijn verschillende domeinen waarin een kind
erg sterk kan zijn. Afhankelijk van het domein van die begaafdheid, krijg
je ander gedrag. Zo kan je ruwe typeringen opstellen. Deze begaafdheidsdomeinen
zijn soms heel duidelijk "herkenbaar", maar soms ook helemaal
niet. En toch is het essentieel om te weten waarin een kind sterk staat,
waar het ontzettend door geboeid is, om de juiste aanpak voor een bepaald
kind te vinden.
Dat je de sterke kanten van een hoogbegaafd
kind aanspreekt
is de basis.
Alleen op die manier zal het voor jou
als ouder, opvoeder, begeleider op school,
respect en waardering kunnen opbrengen.
En die waardering heb je nodig
om een kind en jongere gemotiveerd te houden,
ook voor de wat minder "coole" stukken leerstof...
We moeten dus goed bekijken wat de sterktes en zwaktes zijn van elk
kind afzonderlijk, om te weten wat bij een bepaald kind zal "aanslaan".
Uiteraard is het niet voldoende enkel de begaafdheidsdomeinen van een
kind in rekening te brengen. Als we het multifactoren model van Heller
bekijken (zie: Auteurs
zeggen wat hoogbegaafdheid is) staan de begaafdheidsfactoren helemaal
links in het model, bij de "mogelijkheden". (Ook de andere factoren
dienen uiteraard onderkend te worden en in rekening te worden gebracht.)
Bij Gardner vinden
ook we een aantal handvatten terug rond begaafdheidsdomeinen. Zijn theorie
van de meervoudige intelligenties uitleggen in de taal van de
kinderen of jongeren die je voor je hebt, helpt hen zelf te begrijpen
(én verwoorden!) waar ze sterk in zijn, en waar ze wat moeite voor
zullen moeten doen. (zie later ook op deze site bij leerstijlen).
Een mogelijke manier om het bestaan van verschillende begaafdheden aan
te brengen in de klas is bv opgenomen in het lespakket van Plato/LICH:
"werken met journalen",
dat een inleiding bevat rond soorten intelligenties, gebaseerd op het
lijstje van Gardner.
Eén van de manieren om te bekijken wat er nodig is voor een
kind, is dus te kijken op welke domeinen van begaafdheid het kind best
aangesproken kan worden. Domeinen waarin het makkelijk kan gestimuleerd
worden tot prestaties, omdat het op die vlakken sterk staat. Dit zijn
wellicht ook de domeinen waarop het kind nood heeft aan een specifieke
begeleiding, om dat potentieel niet te laten verwateren of te ontmoedigen.
Met een degelijke, stimulerende aanpak, heeft het kind succeservaringen,
waardoor zijn/haar zelfvertrouwen groeit. En z elfvertrouwen is een heel
belangrijke basis voor het ontwikkelen van een goede studiehouding.
Begaafdheidsdomeinen
De opsplitsing die we hier hanteren is niet zomaar uitgevonden door
ons. Ze is gebaseerd op de domeinen die USOE (United States Office of
Education) gebruikt.
In de opsomming hieronder wordt het 'typisch' gedrag beschreven van
mensen die in het corresponderende domein begaafd zijn. We grijpen daarbij
terug naar de beschrijvingen van enkele type-voorbeelden van begaafde
leerlingen.
Merk op dat er nauwelijks kinderen bestaan die heel netjes binnen de
grenzen van één 'domein' blijven. De meeste hoogbegaafde
kinderen zijn een bont mengsel van trekken uit meer dan één
domein.
|
"Het brein"
of "De denker" : zeer begaafd op intellectueel domein
- Bekijkt een vraagstuk of probleem langs alle kanten, heeft
tijd nodig voor bezinning
sterktes: alle opties worden bekeken, een probleem wordt gewikt
en gewogen
risico's: tijdverlies, zich verliezen in details, te veel twijfelen,...
Bij het oplossen van een probleem wordt er een aanzienlijke hoeveelheid
tijd uitgetrokken om 'rond' het probleem te denken i.p.v. het rechtstreeks
op te lossen.
De denker mijmert over wat voor soort probleem het is, over andere ervaringen
met dergelijke problemen, over de oplossingen die vroeger werkten, en
of ze deze keer zouden werken, en dat allemaal vooraleer het probleem
gewoon op te lossen op de manier die in de klas werd aangeleerd.
Dit is geen uitstelgedrag, maar het is soms verduiveld moeilijk om het
onderscheid te maken!
Bij het oplossen van een eenvoudig vraagstuk van rekenen op een familiefeestje,
zegt een volwassen man "het hangt ervan af". In de plaats van
de voor de hand liggende oplossing te kiezen, in het tiendelig stelsel,
orakelt hij de uitkomsten in de verschillende stelsels (achttallig, twaalfdelig,...).
Zijn tafelgenoten vinden hem maar een uitslover (en voelen zich eigenlijk
ongemakkelijk omdat ze op het verkeerde been zijn gezet). Stel dat je
een jongere hebt die op school dit soort - in zijn ogen - grapjes uithaalt
in de wiskunde les, hoe zou je als leerkracht reageren? Zoals die tafelgenoten?
Dan ben je die jongere zijn/haar respect geheid dadelijk kwijt, ben je
een humorloos persoon en misschien verdenkt hij/zij je er zelfs van niet
te kunnen volgen!
Een tip: waarom een jongere die steeds weer van makkelijke vraagstukken
moeilijke dingen maakt, niet eens een wiskundige kwis met allerlei speciale
raadsels laten opstellen?
- Analogisch redeneren
sterktes: overzicht over kennis, leggen goede verbanden, zien
meer dan iemand anders
risico's: onbegrip, geen resultaten halen omdat anderen niet volgen,...
Het kind maakt verbindingen tussen wat het nu aan 't leren is en wat het
vroeger geleerd heeft, zowel binnen de lessen als in andere (niet-schoolse)
domeinen. Vaak kun je als buitenstaander niet volgen hoe deze linken gelegd
werden, zodat je het kind soms als niet-realistisch gaat beschouwen, of
als rond de pot draaiend
Mijn juf van fysica had de gewoonte de oplossingen van de examenvragen
te overlopen telkens in de eerste les na de vakanties. Ze gaf dan ook
steeds commentaar bij fouten en oplossingen die haar waren opgevallen.
Over mijn examen zei ze steevast: "Het was wel juist, maar ik heb
weer hard moeten nadenken om de weg te vinden die je hebt gevolgd om
tot een oplossing te komen". Ik had geluk met zulk een begrijpende
leerkracht, die echt wel belangrijk is geweest in mijn schoolloopbaan,
besef ik nu.
- Liefde voor het leren
Het kind heeft een oprechte liefde voor het intellectualiseren, conceptuele
discussies en school in 't algemeen. Het is bereid om welke leerstof dan
ook erbij te nemen of om een kleine hint te volgen van de leerkracht of
mentor in een bepaalde leerrichting. Het kind smacht continu naar stof
die zowel nieuw als verschillend is.
Karel (8) was zo blij dat hij eindelijk die bib-kaart had, dat hij meteen
een hele stapel boeken wilde meenemen, nu, meteen! Hij dacht echt dat
hij al die dingen wel zou uitgelezen krijgen, en daarna was er nog, en
nog,... We hadden een gelukkig kind die avond op de zetel.
- Concentratie en geheugen
Concentratie: Het kind beschikt over een opmerkelijk
vermogen om zich te concentreren op een taak, onafhankelijk van wat er
in de omgeving gebeurt.
Wanneer mijn zoon (7) met Polydron(constructiemateriaal) bezig is
één van zijn geweldige constructies te maken, kan je een
kanon naast hem afschieten. Hij hoort je dan echt niet praten, het dringt
gewoon niet door. Dit soort hypergeconcentreerd bezig zijn, vertoont hij
vaak ik zijn spel. Ik heb al eens van een dame die hem oppaste gehoord
dat ze hem verdacht van opzettelijk "doof" te blijven voor haar
gecommandeer. Een onterechte beschuldiging...
Geheugen: Het kind heeft een buitengewone vaardigheid
in het opslaan van nieuwe informatie in het langetermijngeheugen, schijnbaar
zonder enige merkbare inspanning.
Toen onze zoon 3 jaar was gingen wevoor de eerste keer op vakantie
naar een domein in Zuid-Frankrijk. Elke dag maakten we uitstappen, en
op het einde van de week hadden we het gevoeld dat we hier nog wel eens
terug wilden komen: er was nog zoveel te zien en te beleven!
Toen we 3 zomers later aankondigden dat we terug naar dat leuke vakantiehuisje
zouden gaan, tekende onze zoon onmiddellijk het plattegrond van het dorpje,
waar hij op aanduidde waar de cafetaria was, de filmzaal, de bakker, de
lokale markt, waar ons huisje lag (én dat van alle vriendjes die
het die eerste vakantie gemaakt had), enz. Verbazingwekkend juist!
- Probleemopsporing
Het kind dringt snel door tot de kern van een probleem, omdat het
heel goed onderscheid kan maken tussen relevante en niet relevante informatie.
- Versnelde cognitieve ontwikkeling
Deze kinderen bereiken veel sneller (dan de 'gemiddelde bevolking')
bepaalde fasen in de cognitieve ontwikkeling. Ze zijn bv. veel sneller
in staat om 'abstract te denken', zoals ontwikkelingspsychologen dat
noemen.
Toen ik startte met een wekelijks uurtje filosoferen met 4-6 jarigen
in de kangoeroeklas viel het me op hoe goed ze in abstracte filosofische
begrippen mee gingen. Ze begrepen erg snel de dubbele bodems in de verhalen,
stapten vlot over op abstracte denkpistes, en konden bijna allemaal erg
goed verwoorden wat ze hierbij dachten. Een geweldige ervaring waren
die eerste lesjes. De helft van de vragen die ik had voorbereid om de
kinderen stilaan te begeleiden tot de begrippen die achter het concrete
verhaal zaten kon ik achterwege laten, ze hadden het als vanzelf door.
Even heb ik gedacht dat ik gewoon te weinig had verwacht, dat dit
misschien normaal was voor die leeftijd, maar een lesje samen met de
rest van de klasgenootjes, deed mijn ogen helemaal open gaan: die HB
kinderen zijn echt veel sneller in staat abstract te denken en te redeneren.
Wat me ook opviel, was dat de normale klasjuf steeds weer elk los draadje
uit het verhaal dat ik voorlas als inleiding, invulde door tussen te
komen en aan te vullen met "mevrouw bedoelt..." zinnen. Iets
wat natuurlijk niet de bedoeling was: het is net goed dat de kinderen
open eindjes tegenkomen, zodat ze gestimuleerd worden zelf te denken!
|
"De specialist":
zeer begaafd op een specifiek academisch niveau
- Intense en geconcentreerde verzameling interesses en vaardigheden
Neiging om de "eten, drinken en slapen" binnen een bepaald
onderwerp totdat alles wat erover kan geleerd worden geleerd is. Interesses
zijn zelden breed of van grote omvang.
Onze zoon van 5 is gebeten door dinosaurussen. Hij staat ermee op
en gaat ermee slapen. Hij kan ook wat lezen, en we staan toch nog steeds
te kijken hoe hij moeizaam die namen spelt, ze samenstelt tot een woord,
en dan heel fier in zijn dino-boek de juiste naam voorleest. Als we hem
zouden laten doen, hij was een hele avond met dat boek bezig. In het
museum waar een dino-tentoonstelling was, kon hij met de gids een aantal
dingen zo meezeggen. Ja, de andere mensen keken wel een beetje raar naar
ons kind, iets waar hij zich gelukkig niet te bewust van was. Hij was
vooral tevreden dat er geen fouten op de kaartjes stonden in het museum.
- Intense en geconcentreerde motivatie om te leren:
zie vorig puntje
- Zelfkritiek
risico's: negatieve faalangst, overdreven perfectionisme,...kan later
leiden tot workoholic gedrag
HB kinderen van dit type hebben wel eens de neiging om zich minder goed
te voelen over de eigen persoon dan 'gemiddelde' kinderen van dezelfde
leeftijd. Ze zijn onzeker over hun eigen bekwaamheid, mogelijk als resultaat
van het ongelijkmatig verdeeld zijn van de vaardigheden.
John (7), huiswerk ligt onaangeroerd voor hem: "Ik kan dat niet".
Mama: "?". John: "Neen, ik ga zeker fouten maken".
Mama: "Maar vorige week was het toch ook zoiets?". John: "Ja,
maar ik ben zo'n loser, ik maak vast nu weer fouten" (vorige week
was er één foutje, en dat was voor hem een teken van "loser"
zijn).
Een moeder loste het zo op (en anderen bevestigden dat dit werkte! Het
proberen waard misschien?): laat het kind vooraf bovenaan het blad zetten
hoeveel fouten het denkt te gaan maken. Dit maakt fouten dadelijk "toegelaten".
Een faalangstig kind kan bv "voor alle zekerheid" veel fouten
"schatten", zodat het niet "erg" is als er achteraf
toch een foutje in staat (want het zijn er minder dan de schatting).
Wedden dat het aantal gemaakte fouten kleiner is, en dat dit op zich
reeds een opkikker is voor je kind?
- Prestatiedrang
Intense drang om een bepaald kennis domein volledig onder de knie te
krijgen en (h)erkend te worden als 'de expert'.
Grote ergernis bij het bezoek aan het museum: soms ontdekt je kind
dat er fouten staan in de begeleidende teksten! Eenmaal thuisgekomen
gaat hij dadelijk een stapeltje boeken halen om je zijn gelijk te bewijzen!
- Concentratie en geheugen
Beschikt over een opmerkelijk vermogen om zich te concentreren op een
taak (binnenin een bepaald interesse- of vaardigheidsdomein). Snelle,
buitengewone vaardigheid om nieuwe informatie (binnen dat domein) op
te slaan in het langetermijngeheugen zonder enige merkbare inspanning.
- Liefde voor het leren
Een oprechte liefde voor het intellectualiseren van en conceptuele
discussies over een bepaald domein van hoge interesse of vaardigheid.
Smachten naar 'meer' binnen dat domein.
|
"De
creatieve geest": zeer begaafd in creatief-productief denken
- Soepelheid
Vaardigheid om naar informatie te kijken vanuit veel verschillende
perspectieven of richtingen, vergezeld van de gave om met oplossingen
voor de dag te komen vanuit een brede waaier van gezichtspunten.
- Individueel structureren
Nood aan het vormgeven van de omgeving rond de eigen persoon, met inbegrip
van tafels en stoelen in een klas, opdrachten en taken thuis en op school.
Onderhandelt veel over hoe de dingen zullen gedaan worden.
Juf Annelies heeft een oplossing voor het "beheersbaar" houden
van de organisatiedrang van Kaatje, die zich al in de eerste week van
het schooljaar manifesteerde. Kaatje kreeg deze week een aantal verantwoordelijkheden
in de klas, zoals de boeken rechtzetten na het leesuurtje, het opruimen
van het gemeenschappelijk schildermateriaal, en het in de boekentassen
steken van brooddozen na de middagpauze. Kaatje weet
ook dat het volgende week aan iemand anders is, en dat er een beurtrol
wordt afgewerkt. Maar de juf haar lessenaar schikken op het einde van
de schooldag, da's haar 'vaste' taak voor de hele maand september, iets
waar ze best heel fier over is.
- Risico's nemen
Niet aflatende drang om iets nieuws te proberen, onafhankelijk van
de cognitieve, emotionele en fysieke risico's die dat met zich meebrengt.
- Tolerantie voor dubbelzinnigheid
Voelt zich op zijn gemak in 'verwarde' situaties, ongeorganiseerde
omgevingen en met taken die nauwelijks gestructureerd zijn of die onmogelijk
op te lossen lijken.
Die chaotische toestand in de kamer van Hans is een doorn in het
oog van zijn ouders. Hij is steeds met meerdere dingen tegelijk bezig.
Het ene project is nog niet klaar of het andere staat al in de steigers.
En toch slaagt Hans er steeds weer in zijn spulletjes dadelijk te weten
liggen, dus het argument "zo vind je niets terug toch?" gaat
gewoon niet op...
Op school hetzelfde beeld. Hans begint aan een werkblad, neemt even
nog die tekening van het vorige lesuur onder handen, gaat dan verder
met het blad, maar dan de achterkant, begint opnieuw aan de eerste vraag,...
en geeft tenslotte nog voor de andere leerlingen af ook. Intussen heeft
hij ook opgemerkt dat Lies op haar potlood zat te knabbelen, dat de leerkracht
last heeft van jeuk op haar knie, en dat Raoul en Gonda "iets"
lijken te hebben, aan de uitgewisselde blikken van verstandhouding te
zien.
De leerkrachten die dat ongestructureerd werken toelaten, staan heel
hoog aangeschreven bij Hans. Hij doet moeite voor hun vakken, en haalt
er de beste punten. Zij zien ook wel het nut in van de capaciteiten
van Hans om meerdere dingen tegelijk te doen, en vanuit een schijnbare
chaos pareltjes te toveren.
Zij zijn ook de volwassenen die tot hem doordringen, en wel eens de nadelen
van het ongestructureerde werken kunnen belichten ook, wat Hans toch
wel een beetje inzicht geeft in welk effect deze manier van werken op
anderen in zijn omgeving heeft. Hierdoor kan Hans stilaan gaan begrijpen
dat hij later, als hij ooit in een team zou werken, toch even rekening
zal moeten houden met hoe anderen "last" zouden kunnen hebben
van zijn manier van werken (die voor hem dus het beste werkt, ook dat
dient erkend te worden!).
Ronduit afwijzen van de manier van werken die voor Hans het beste werkt,
zou enkel meer volharding en zichzelf afsluiten kunnen als effect hebben,
want Hans wéét gewoon dat dit voor hem de beste manier
van werken is. Een zekere tolerantie is een veel betere voedingsbodem
voor een verder gesprek en beter inzicht.
Alleszins: bij zeer complexe problemen waarbij naar verschillende elementen
vanuit meerdere invalshoeken moet worden gekeken, zal Hans zeer sterk
staan, en van zijn divergente manier van werken, juist zijn sterkte kunnen
maken. Als hij tenminste hierin niet geblokkeerd werd door mensen die
het "goed menen".
- Zelfbeeld
Beduidend beter zelfbeeld dan de gemiddelde bevolking, met een oneindig
vertrouwen in wat ze zelf naar eigen goeddunken kunnen maken.
- Inwendige 'controle-locus'
Neiging om zowel succes als falen toe te schrijven aan hun eigen inspanning
en mogelijkheden. Dit is een hele sterkte: zo blijven zaken voor deze
jongeren ook beheersbaar. Steeds oorzaken elders zoeken leidt immers
soms tot fatalisme en blokkeert.
Risico: niet alles is beheersbaar. Deze jongeren moeten ook leren dat
dingen soms gewoon zijn wat ze zijn...
|
"De
sociale leider": zeer begaafd op gebied van leiderschap en op psychosociaal
vlak
- Achteruit plannen
Vaardigheid om een complexe opdracht in kleine stukjes te breken door
achteruit te plannen: vertrekkend bij het uiteindelijk doel, terugwerkend
naar het heden.
- Scannen
Vaardigheid om naar een totaalbeeld ('holistisch') van complexe informatie
te kijken, en er dan met minieme inspanning zowel gelijkenissen als verschillen
uit te pikken. Deze kinderen zijn relatief onafhankelijk en worden niet
beïnvloed door sociale druk of andermans gedrag.
- Prestatiedrang
Intense drang om een bepaald kennisdomein volledig onder de knie te
krijgen en (h)erkend te worden als 'de expert'.
- Sociaal inzicht
Intuïtief aanvoelen, en dat reeds vanop zeer jonge leeftijd, van
hoe men zich moet gedragen en hoe men anderen moet behandelen. Dit aanvoelen
stemt niet altijd overeen met het effectieve gedrag!
"Karel weer" zucht de juf in de leraarskamer. "Waarom
kan dat kind nu nooit eens gewoon meedoen? Neen, na de groepsindeling
voor het project, alle groepen waren al zo'n beetje aan 't afspreken
hoe eraan te beginnen, kwam hij weer aan mijn mouw trekken met "juf,
een ideetje, gewoon maar om te helpen hoor, voor deze opdracht zou ik
Jef en Anneleen niet samenzetten, en ook Jaap en Loes samen, da's problemen
zoeken", en ineens kwam hij af met een alternatieve indeling van
de groepen. En weet je waar ik het nog het moeilijkste mee had? Hij had
nog gelijk ook!
Ik heb het maar opgelost door hem te beloven morgen zijn indeling te
proberen, en daar kon hij zich wel in vinden. Hij begreep ook wel dat
omwisselen verwarrend kon zijn voor de klas, en juist de aandacht zou
vestigen op de spanningen tussen die klasgenootjes."
De juf stal Karel zijn hart de dag erna, door na een geslaagde middag,
ook hardop in de klas te vermelden dat het leuke verloop van het groepswerk
wellicht gedeeltelijk te danken was aan Karel zijn suggestie voor de
groepsindeling. Ze heeft de uitleg van Karel ook in haar verslag van
die dag opgenomen, omdat die zo veel zegde over hoe de groepen in de
klas kunnen in elkaar klikken. En ze nam zich voor de problemen die Karel
signaleerde ook eens aan te kaarten in de groep, maar dan in algemene
termen, na het voorlezen van een verhaal of aan de hand van de axen-dieren,
die ze wel meer gebruikte in de klas.
- Emotionele stabiliteit
Aanleg om kalm te blijven, gelijkmatig van humeur en tolerant voor
andermans zwakheden met weinig neiging tot angst of zenuwachtigheid.
- Perspectiefname (PN)
Vermogen tot begrijpen van andermans ideeën (ideologische PN),
gevoelens of stemmingen (affectieve PN) of om zichzelf te oriënteren
in de ruimte (visueel/perceptieve PN).
|
"De Buitengewone
Artiest": zeer begaafd in beeldende en uitvoerende kunsten
- Intense en geconcentreerde verzameling interesses en vaardigheden
Neiging om de "eten, drinken en slapen" binnen een bepaalde
kunstvorm totdat alles wat erover kan geleerd worden geleerd is. Interesses
zijn zelden breed of van grote omvang.
- Intense en geconcentreerde motivatie om te leren:
zie vorig puntje
- Zelfkritiek
Neiging om te denken dat, als ze hard werken, hun aanleg wel eens zou
kunnen verdwijnen. Sterk zelf-evaluerend m.b.t. de eigen producten of
prestaties.
- Intense concentratie in een kunstvorm
Aanleg om geconcentreerd te blijven op een kunsttaak, en om vaardigheden
(uit) te oefenen ondanks een complexe omgeving.
- Cognitief, Verbaal en Visueel bij elkaar passen
Aanleg om snel en accuraat figuur- of symboolparen bij elkaar te laten
passen (visueel), of woorden of lettergrepen (verbaal) of woorden en
betekenissen (cognitief).
|
Voor meer informatie over
deze vijf domeinen, en over de beste schoolse aanpak naar gelang het domein,
zie
Karen B. Rogers, Re-Forming Gifted Education, Gifted Potential Press,
2002, ISBN 0-910707-46-4. Verkrijgbaar bij Proxis.
Boekbespreking (Engels) op DITD. |
|