Home Hoogbegaafd Herkenning Testen HB thuis Sociaal leven HB op school Probleemkinderen? Adresboek FAQ Goed voor een glimlach Literatuur
HB kind, probleemkind?
Inleiding
HB is geen probleem
Etiketten
Frustraties
Gekwetst
Hypergevoeligheid
Dabrowski
Tweemaal speciaal
...
...
Links
Frustraties

Frustratie op school

In de verhaaltjes over Hugo op de vorige pagina’s, kwam duidelijk naar voor dat Hugo dagelijks met een portie frustratie te maken krijgt. Hij brengt zeven à acht uur per dag door in de klas, waarvan hij zich het grootste deel van de tijd verveelt. Hij heeft leerPLICHT, en dat weten we maar al te goed. Maar wie staat er ooit stil bij het feit dat Hugo ook leerRECHT heeft? Wat hij in de klas moet leren, weet hij allemaal al, want nieuwsgierig zijn is zijn hobby. Dus hij zoekt al heel veel zelf uit.
 
De oplossing lijkt vanzelfsprekend: Hugo moet in de klas dingen te leren krijgen die hij nog niet weet, en taken krijgen die hem kunnen boeien. Leerkrachten zijn geen supermensen. Ze hebben net als iedereen een gezin dat recht heeft op hun aandacht. Ze hebben net als iedereen recht op vrije tijd. Een hoogbegaafde iets bijbrengen waar je misschien zelf weinig van begrijpt en waarvan je weet dat hij binnen de kortste keren vragen zal stellen die je niet kan beantwoorden, is zeker ook geen makkelijke opdracht. En leerkrachten hebben niet alleen dat hoogbegaafde kind in de klas waar iets extra’s voor moet gedaan worden. Een hoogbegaafde heeft absoluut niet het alleenrecht op aangepast onderwijs. Maar toch… het betekent ook niet dat de hoogbegaafde uit de boot moet vallen. We hebben getuigenissen gehoord van ouders wiens hoogbegaafde kind zwaar gefrustreerd was door de gang van zaken op school, met symptomen als woedeaanvallen, terug beginnen bedwateren, elke ochtend buikpijn, enz…. Nadat besloten werd het kind een kwartiertje per dag uitbreiding te geven, verdwenen alle symptomen nagenoeg meteen. Dit toont aan dat minieme inspanningen vaak al een zeer bevredigend resultaat geven.

Frustraties om zichzelf

Een probleem waar vooral motorisch nog niet volledig ontwikkelde kinderen mee te maken hebben, is de frustratie om de eigen onkunde. Het hoofd wil wel, maar het lichaam wil nog niet mee. Het hoofd weet perfect hoe je zonder hulpwieltjes moet fietsen, maar het lichaam werkt niet mee. Of een hoogbegaafde peuter weet perfect dat je een hoge toren kan bouwen door blokken op elkaar te stapelen, maar de handjes krijgen de blokken niet netjes op elkaar. Even laten vliegen alle blokken door de kamer. De kleuter wil een auto tekenen en wordt plots zeer boos of verdrietig omdat hetgeen hij op zijn tekenblad ziet staan, niet in de verste verten op een auto lijkt.

Moeilijk op te vangen frustraties

Frustraties die moeilijker op te vangen zijn, kunnen bijvoorbeeld zijn: de oppervlakkigheid van de omgeving, of het niet begrepen worden door de omgeving. Het zijn vaak frustraties om anderen, waarbij je anderen nodig hebt om ze op te vangen.
Een veel gebruikt voorbeeld – en waarom zouden wij het dan ook niet gebruiken… - is dat van de peuter die in de peutertuin een geel blokje aan een andere peuter vraagt. Die andere peuter heeft geen flauw benul van wat geel betekent en geeft een rood blokje aan, want hij weet al wel wat een blokje is. Maar de peuter die heel bewust om een GEEL blokje vroeg, gooit in een vlaag van woede dat rode blokje naar het hoofd van die andere peuter. Er is maar weinig tegen te doen. Gelukkig herinneren we ons maar weinig van onze eerste 2 levensjaren, en zullen er zelden brokken gemaakt worden door dit voorval (tenzij het blokje wat ongelukkig tegen het hoofd van die andere peuter terechtkwam, maar dat is een ander verhaal). Zodra de peuter iets ouder geworden is, wordt het echter wel belangrijk dat hij begrepen wordt, zodat hij bij het opgroeien niet geïsoleerd raakt.
 
Is de omgeving bewúst oppervlakkig? Neen, natuurlijk niet, maar vaak komt het zo over bij een hoogbegaafd kind, omdat de omgeving grotendeels bestaat uit leeftijdsgenoten die in hun denken nog niet zo ver gerijpt zijn en helemaal niet bezig zijn met waar de hoogbegaafde op dat ogenblik van wakker ligt. Dat geeft een vals beeld van oppervlakkigheid.
 
De oplossing lijkt eenvoudig: zorg ervoor dat het kind in contact kan komen met oudere kinderen die verstandelijk minstens de gelijken zijn van het kind. Maar dat in de praktijk brengen, blijkt niet altijd zo eenvoudig te zijn.
Volwassenen hebben immers de onhebbelijke gewoonte om alle activiteiten voor kinderen in te delen in leeftijdsgebonden groepen. Het schoolsysteem is op basis van het geboortejaar, sporten in clubverband gaat vaak op basis van de leeftijd, boeken in de bibliotheek uitlenen kan problematisch zijn als je niet de juiste leeftijd hebt, films huren in de videotheek evenzeer, enz… Altijd opnieuw moeten de kinderen met hun leeftijdsgenoten optrekken of moeten ze zich houden aan materiaal dat zogezegd voor hun leeftijd geschikt is. Soms is dat nuttig en zelfs nodig, maar in evenveel gevallen is dat zinloos. Hoogbegaafde kinderen kunnen er veel baat bij hebben als ze kunnen omgaan met iets oudere kinderen, omdat net die kinderen op intellectueel vlak hun gelijken zijn. Hoogbegaafde kinderen hoeven daarom nog niet heel de tijd met oudere kinderen om te gaan. Denken we bijvoorbeeld aan een kind dat op school een jaar versneld is, maar buiten de school sport beoefent met leeftijdsgenoten, en thuis speelt met zijn twee jaar jongere broer. Maar soms eens het gevoel hebben begrepen te worden, of soms eens iets dieper op iets kunnen ingaan, kan heel wat frustraties weghalen.

Lezen op het web

www.iequ.nl/?nieuws&newsid=3
www.hbkopzoek.be/getuigenis.shtml
www.jufelisabeth.nl/wat_is_hoogbegaafdheid.html


© www.hoogbegaafdvlaanderen.be | Email : info@hoogbegaafdvlaanderen.be