|
 |
Mythes en Misvattingen |
Mythe: |
Een van de constante trekken
van elke kleinburgerlijke mythologie is het onvermogen zich het andere
voor te stellen (R. Barthes).
|
Misvatting: |
Zwijgen is als de wind: het wakkert
grote misvattingen aan, en dooft alleen de kleintjes. (Frans spreekwoord,
vrij vertaald)
|
|
|
- Hoogbegaafden hun broodje
is gebakken. Zij zijn bij hun geboorte reeds gegarandeerd geslaagd
in het leven. Ze hebben geen enkele nood aan speciale opvang of hulp
op school noch elders.
Iedereen heeft hulp nodig om het meeste te halen uit zijn mogelijkheden
en om te slagen in het leven, zelfs de begaafde kinderen die het reeds
bij de start "allemaal lijken te hebben". Het speelt echt
geen rol met welke karakteristieken (of gaven) een individu vertrekt:
niemand zal "zomaar" ten volle zijn talenten ontplooien.
kinderen hebben nood aan aanmoediging, koestering, opvoeding, begeleiding.
Bij veel (niet alle) HB kinderen zijn er helemaal geen problemen in
de vroege (school)jaren. Naarmate de jaren echter verstrijken en het
(school)werk moeilijker wordt, zouden ze het wel erg zwaar kunnen krijgen,
zeker als ze nooit eerder een uitdaging (en bijhorende faalervaringen)
meegemaakt hebben.
|
- Hoogbegaafde kinderen zouden
moeten houden van de school, goede punten halen, en elke nieuwe schooldag
met enthousiasme tegemoet treden!
Dit is een waarheid als een koe, en toch plaatsen we ze bij de misvattingen.
Dat vraagt dus om een verklaring.
Ideaal gezien IS het zo dat ALLE kinderen graag naar school zouden
moeten kunnen gaan, maar dit vergt een nieuwe manier van denken op
de scholen. De meeste scholen (en leermethodes!) zijn gericht op de
gemiddelde leerling, en hebben geen aangepast programma of beleid voor
hoogbegaafden, zwakbegaafden of kinderen met leerstoornissen.
Specifiek voor hoogbegaafde kinderen is het vaak moeilijk om enthousiast
naar school te gaan, omdat de grote beloning en motivatie van het naar
school gaan, het gevoel "ik leer hier iets, ik ontplooi mijn gaven",
wel eens ontbreekt.
Sommige van de meest begaafde kinderen zetten vroegtijdig hun studies
stop. Anderen zoeken hun uitdagingen elders, maar daarbij kunnen we
ons de vraag stellen: krijgen die dan wel van het onderwijs waar elk
kind recht op heeft: elke dag iets bijleren?
|
- HB kinderen komen allemaal
uit blanke families uit de midden- of hogere klasse
Ze komen uit alle culturele, etnische, religieuze en socio-economische
groepen. Hoogbegaafdheid is niet racistisch, elitair of religieus:
het is gewoon één van de kenmerken die een kind heeft
bij de geboorte.
Hoe is deze misvatting dan ontstaan? De omgeving is heel belangrijk
voor de ontwikkeling van een potentieel dat er is, voor de omzetting
van mogelijkheden in kunnen/kennen. HB kinderen uit minder stimulerende
middens, lopen het risico niet of pas laat "ontdekt" te worden,
en missen daardoor soms belangrijke stimulansen om hun mogelijkheden
ten volle te ontplooien.
Opm. De wetenschappers zijn er nog steeds niet uit wat precies het
aandeel van nature (aanleg) en dat van nurture (opvoeding,
begeleiding) is. We weten wel dat beide mee bepalend zijn voor de prestaties
van kinderen.
Zie ook het model
van Heller elders op onze site.
|
- HB kinderen hebben pushende
ouders
Pushende ouders komen voor bij alle soorten kinderen. Bij sommige HB
kinderen wordt er duidelijk gepusht thuis, bij anderen niet, net zoals
bij niet-HB kinderen.
Grote vraag is wat pushen is... Stimuleren van een kind, dat is iets
wat elke ouder doet en zou moeten doen. Pas als de grens overschreden
wordt en een kind te zwaar belast wordt door ouders die hun eigen dromen
willen gerealiseerd zien in de plaats van aan het welbevinden van hun
kind te denken, kan je spreken van pushen.
De grens tussen stimuleren en pushen is dun... En wie ben jij als buitenstaander
om daarover een oordeel uit ts spreken?
Sommige ouders willen er zeker van zijn dat hun kinderen de leermogelijkheden
krijgen die ze nodig hebben, en steken dit bijlange niet onder stoelen
of banken, en kunnen daarin bovendien zeer hardnekkig zijn. Andere
ouders zijn beschroomd om de aandacht te trekken op hun kinderen, en
zeggen niks.
Zo lang de kinderen zelf en hun welzijn centraal blijven staan, is
er eerder sprake van normaal stimuleren dan van pushen. Vertrouwen
in ouders die voor hun kind iets bepleiten, is misschien wel eerder
aangewezen dan wantrouwen en beschuldigingen van pushend gedrag!
|
- HB kinderen zijn goed in
alles wat ze doen
Sommige begaafde leerlingen zijn goed in veel zaken, anderen zijn buitengewoon
goed in slechts enkele zaken. Sommige leerlingen hebben een wat "andere"
leerstijl (bv. beelddenkers),
of ze zijn "dubbel uitzonderlijk" of "tweemaal speciaal"
(naast hun hoogbegaafdheid hebben ze een leerstoornis (bv. dyslexie)
of hebben aandachtsproblemen, waardoor ze soms niet erg uitblinken
in hun schooltaken, of er helemaal anders mee omgaan dan andere leerlingen.
Als zo'n hoogbegaafde leerling daarbovenop dan nog emotionele problemen
ervaart door verveling op school, door pesterijen, of gewoon omdat
hij/zij niet echt blijf weet met waarom dat "anders" zijn
er nu is, dan kan dit ook een verminderde prestatie geven.
|
- Leerkrachten zijn dol op
HB leerlingen in hun klas
Deze tekst stond hier eerst:
"Sommigen
wel, anderen niet. Sommige leerkrachten voelen zich slecht op hun gemak
met HB leerlingen en worden defensief wanneer ze vermoeden dat hun leerlingen
meer weten dan zijzelf.
Sommige HB leerlingen zijn in hun communicatie nogal direct, komen
betweterig over, drammen wel eens door. Ook dit kan iets zijn waar
leerkrachten die niet heel zeker van zichzelf zijn, het lastig mee
hebben."
In januari 2009 kwam de hier onder weergegeven interessante reactie
binnen op de site, die eea nuanceert. We nemen het over zoals de
leerkracht het formuleert. Heel erg bedankt trouwens mijnheer, voor
de terechte kanttekening. Want inderdaad: we speelden wel al te snel
de zwarte piet door naar de leerkrachten met bovenstaande tekst.
Het is natuurlijk voor leerkrachten moeilijk om te zien dat leerlingen
hun talenten niet gebruiken voor een positieve houding in de klas,
dat ze niet echt meedoen en zelfs afhaken. Vaak zien we in het secundair
onderwijs dat leerlingen, die soms al jaren in het basisonderwijs
aan het afhaken zijn, niet te porren zijn om wat dan ook mee te doen.
Dit frustreert leerkrachten. Fijn dat er dan toch nog gekeken wordt
naar manieren om ook deze leerlingen te motiveren om vooruit te kijken
en hun eigen studies opnieuw in handen te nemen, zoals op de Dalton
school.
Leerkrachten zijn dol op HB leerlingen in hun klas
" Voor docenten is er niets leuker dan dat hij/zij gemotiveerde leerlingen
in zijn/haar klas heeft zitten; soms kunnen leerlingen je verrassen met een
interessant weetje of een ontdekking wat je zelf nog niet wist. Je zou denken
dat HB-kinderen vaak zeer gemotiveerd zijn en hun docenten regelmatig verrassen;
maar vaak is dit juist niet het geval. Hoogbegaafd wordt vaak verward met
Hoogintelligent.Zodra een leerling dat predikaat heeft verwacht men dat hij/zij
zal gaan studeren aan de Universiteit. HB-leerlingen blijken in de praktijk
in de meeste gevallen onderpresteerders te zijn; dat wekt wrevel op bij de
docenten, die zien dat een leerling veel meer kan, maar er schijnbaar met
de pet naar gooit. Of ze zien dat de leerling veel onvoldoendes haalt, en
krijgen daarvoor als verklaring dat een leerling "hoogbegaafd" is.
Wat te denken van een leerling die vaak niet naar de les komt als er
een proefwerk gemaakt moet worden, veel spijbelt, zijn huiswerk niet
of nauwelijk maakt, luidruchtig is en zichtbaar geen zin
in school heeft? Menig docent zegt: "hij moet gewoon komen en de proefwerken maken".
Terecht. Maar de reden waarom hij niet komt is niet omdat
hij een lui, vervelend rotkind is, maar omdat hij faalangst heeft, een
beelddenker is en niet in staat is de stof dusdanig te reproduceren zoals
door de docent, de methode en de school wordt gevraagd. In feite is hij
een tobber, die liever meteen naar de universiteit gaat omdat je daar tenmisnte
vrij bent om de stof te maken in je eigen tempo.
HB is iets waar pas sinds kort meer aandacht voor is. Net zoals een aantal
jaren geleden er opeens meer aandacht was voor dyslexie en
dyscalculie, en waar scholen heden ten dage beter zijn ingesteld op leerlingen
met deze specifieke leerproblemen, zal het ook wat betreft HB nog een tijd
duren voordat HB ook als een leerprobleem wordt gezien en daarop wordt
ingespeeld. Op dit moment zijn er leraren die klassen vol kinderen hebben
die dyslectisch zijn, die ADHD hebben, zie PDD-NOS of een andere autismegerelateerde
afwijking hebben, die uit oorlogsgebieden komen, voor wie Nederlands niet
de eerste taal is, van wie de ouders gescheiden zijn, die misbruikt en/of
mishandeld worden, die al 15 keer zijn verhuisd, die depressief zijn, die
angstig zijn, die faalangst hebben, die pathologische leugenaars zijn,
die thuis aandacht tekort komen, die met een reken- of taalachterstand
van de basisschool komen, die experimenteren met drugs en drank, die worden
gepusht door hun ouders om Vwo te doen, of die gewoon dom zijn. En dan
komt er opeens een leerling in je klas die alleen maar onvoldoendes haalt,
maar wel een grote bek heeft, en dan krijg je als verklaring voor dit gedrag
dat het kind "hoogbegaafd" zou
zijn. Er zijn toch kinderen met échte problemen die écht hulp
nodig hebben? De meeste leraren zeggen dan: "Als die leerling zo slim
is, waarom haalt hij/zij dan alleen maar onvoldoendes?" U en ik weten
beter, maar docenten zijn ook maar mensen, en zoals de meeste mensen die
met HB te maken krijgen hebben zij ook bepaalde vooroordelen, verwachtingen
en ideeën over HB.
Docenten zien HB niet als een (leer)probleem, omdat zij verwachten, net
als vrijwel iedereen immers, dat HB-kinderen later allemaal
naar de universiteit gaan en doctorandus worden. En omdat HB-leerlingen
vaak sociaal zwak zijn en zich vaak op een ongelukkige manier uitdrukken
worden ze vaak weggezet als drammers en betweters. Er zijn -gelukkig- meer
en meer scholen die deze problematiek wel onderkennen en deze kinderen
de ruimte en de omstandigheden bieden waarin ze meer en meer zichzelf kunnen
zijn, en zich zo op een positieve manier kunnen profileren, waardoor er
ruimte komt voor meer acceptatie. "
Deze nuancering is van de hand van Marc Geerdink-Schaftenaar, Dalton
College (kijk voor info over de mooie werking van deze school
naar hoogbegaafden op hun website,
of in het artikel in Talent nr. 6, november 2008)
|
- Als HB leerlingen samen gegroepeerd
worden, dan worden het verwaande snobs
Sommigen wel, anderen niet. Het ergste van deze mythe is dat volwassenen
ze soms gebruiken om te verdedigen waarom het uit den boze is om HB
kinderen te groeperen of om hen de geschikte leermogelijkheden aan
te bieden.
O f een gegroepeerde klas (enkel HB leerlingen) dan wel een geïntegreerde
aanpak gecombineerd met enkele uren per week groepering (bv gemengde
klas en enkele uren kangoeroeklas) aangewezen is, kan best leerling
per leerling bekeken worden. Alleszins is iedereen in de literatuur
het er over eens dat HB kinderen ontwikkelingsgelijken nodig hebben
om zich sociaal en cognitief te kunnen ontwikkelen.
Nb in Vlaanderen bestaan er momenteel bijna geen initiatieven van volledige
groepering, het is dan ook moeilijk te weten of zoiets zou lukken in
ons onderwijssysteem. Het enige initiatief voor de basisschool, 't
Kofschip in Edegem, koos een andere weg. Het initiatief van de secundaire
school in Wilrijk, is ook aan afbouw toe wegens gebrek aan belangstelling.
In het buitenland zijn er wel zeer goede ervaringen te melden met gegroepeerd
onderwijs voor HB leerlingen.
|
- HB kinderen kunnen zich niet
aanpassen aan de school, en zijn niet in staat om vrienden te maken.
Sommigen wel, anderen niet. Net zoals andere kinderen.
Wat vaak aanleiding is voor deze misvatting, is dat hoogbegaafde kinderen
soms de lat wat relaties betreft erg hoog leggen. Dat gebeurt vaak
al heel jong. Als andere kinderen dan onvoorspelbaar reageren in hun
ogen (bv door wisselende vriendschappen, iets wat bij jonge kinderen
heel normaal is, maar wat een HB kind erg diep kan raken), kan het
zijn dat ze snel gekwetst en emotioneel reageren. Dit geeft vaak onterecht
het labeltje "sociaal-emotioneel onrijp".
|
- HB leerlingen weten niet
dat ze 'verschillend' zijn, tenzij iemand het hun vertelt.
De overgrote meerderheid van de HB kinderen hoeven niet getest of 'gelabeld'
te worden om te weten dat ze nogal verschillen van hun leeftijdsgenootjes.
Hier niet over (kunnen, willen) spreken als ouders of leerkrachten
maakt die leerlingen extra kwetsbaar, omdat het "aanpassen aan
de groep" vaak een belangrijke impliciete waarde is in scholen.
De HB leerling denkt dan al snel dat hij of zij niet voldoet, dat hij/zij
faalt door te zijn zoals hij/zij is.
Ouders en leerkrachten besteden dus best aandacht aan dat "anders"
zijn, vragen van het kind/ de leerling hierover uit de weg gaan is
niet aangewezen.
|
- HB kinderen moeten continu
uitgedaagd en bezig gehouden worden, anders worden ze lui.
Ze zouden zich kunnen vervelen (met alle gevolgen van dien), maar lui
worden ze niet noodzakelijk. Wat vooral van belang is, is dat ook aan
HB leerlingen een inspanning wordt gevraagd. Dit helpt hen bij twee
belangrijke zaken: leren omgaan met faalervaringen, en het opbouwen
van studievaardigheden.
|
- HB kinderen zijn even 'rijp'
op alle vlakken: academisch, fysiek, sociaal en emotioneel.
Dat zou erg gerieflijk zijn, maar het is jammer genoeg onjuist. Asynchrone
ontwikkeling komt heel vaak voor bij HB kinderen. Aan de andere
kant moet men er niet zomaar vanuit gaan dat iemand, die een intellectuele
voorsprong heeft, wel achterop zal hinken op andere vlakken.
|
- HB kinderen moeten de school
doorlopen samen met leeftijdsgenoten
HB kinderen moeten hun school liefst doorlopen met kinderen waarmee
ze contact kunnen maken. Eenzaamheid binnen de groep kan erg belastend
zijn, hoewel je dat niet moet overdrijven: sommige kinderen zijn gewoon
van zichzelf nogal eenzaten, en je moet hen dan ook niet dwingen tot
overdreven groepsactiviteiten. Een goed evenwicht tussen individu en
groep is belangrijk!
Op sommige vlakken zijn ontwikkelingsgelijken
geen leeftijdsgenoten, op andere vlakken dan weer wel. Wat alleszins
nuttig is, is observeren of een HB kind komt tot goede sociale contacten,
en met welke kinderen dat dan wel gebeurt. Allicht zijn dat de ontwikkelingsgelijken
waarvan een kind "al oefenend" sociale vaardigheden kan leren.
Bij zeer jonge kinderen zijn dat vaak oudere kinderen, omdat HB kleuters
en lagere schoolkinderen vaak qua taalgebruik en interesses afwijken
van hun leeftijdsgenoten. Op latere leeftijd speelt dat cognitieve
iets minder (maar HB jongeren blijven echt wel "anders",
iets wat onder jongeren vaak als "niet ok" wordt ervaren!),
en komen er andere interesses op de voorgrond. Op dat moment kan het
blijkbaar alle richtingen uit gaan: sommigen getuigen van problemen
op sociaal of emotioneel vlak, anderen ervaren net een goed contact
met de oudere klasgenoten.
Het is alleszins nuttig dat HB kinderen, net zoals andere kinderen,
samen leren spelen, en een sociale wisselwerking hebben met andere
kinderen. Dit wil niet zeggen dat zij niet noodzakelijk samen met leeftijdsgenoten
moeten leren. Voor een kind dat begon te lezen toen het 4 jaar was
kan een eerste leerjaar "op leeftijd" doorlopen een ware
marteling zijn. Tegelijk kan het zijn dat het een zeer goede verstandhouding
heeft op de speelplaats, in de jeugdclub of sportclub met zijn leeftijdsgenoten...
Wat zeker belang heeft, is dat een kind in contact komt met ontwikkelingsgelijken
in de context van het studeren, zodat het ook op uitdagingsniveau kan
werken en kan leren dat ook anderen een inspanning moeten doen om iets
te leren. Leeftijdsgenoten zijn
niet altijd op elk vlak (vaak zeker niet op cognitief of schools vlak)
de ontwikkelingsgelijken.
|
- HB kinderen zijn vaak zwak
en ziekelijk
HB kinderen zijn wat fysiek en gezondheid betreft niet verschillend
van andere kinderen: je hebt ze in alle maten en gewichten.
|
- HB kinderen zijn flauweriken
Er zitten evenveel flauweriken bij HB kinderen als bij niet
HB kinderen. Sommige HB kinderen wekken de indruk flauw te zijn omdat
ze de neiging hebben door te denken op dingen. Zo zullen zij bijvoorbeeld
een dakwerker niet, zoals een ander klein kind, "geweldig"
vinden, maar denken ze meteen aan het gevaar van een eventuele val
van dat dak...
Door dit door-denken op dingen, komt de wereld voor sommige hoogbegaafde
kinderen heel bedreigend over.
Hoogbegaafdheid gaat soms ook gepaard met hypersensitief zijn, en hoogsensitieve
mensen worden wel eens overweldigd worden door zintuiglijke indrukken.
Dit alles wil niet zeggen dat HB kinderen flauw zijn: ze denken gewoon
veel verder na over veel zaken, of zijn verhoogd gevoelig voor zintuiglijke
indrukken. Zoiets leidt bij sommige HB kinderen tot angsten, die een
ander kind misschien niet zal hebben.
Onder een goede begeleiding door ouders en leerkrachten, bloeit zulk
een "angstig" HB kind snel open. Even veiligheid bieden is
wel eens nodig, maar anderzijds kan een hoogbegaafd kind daarna vaak
verder zelfstandig één en ander beredeneren.
|
- Het is voor leerkrachten
heel eenvoudig om te herkennen welke kinderen in hun klas begaafd zijn
Zonder enige training ter zake heeft een leerkracht een behoorlijke
kans om HB kinderen te "missen". Natuurlijk zijn er leerkrachten
die oog hebben voor hoogbegaafde kinderen. Zeker leerkrachten die de
moeite doen een nieuwe klasgroep te benaderen als personen waar je
echt kennis moet mee maken, en niet als een "groep" op zich,
hebben een grotere kans vrij snel te weten welk vlees ze in de kuip
hebben.
De kans dat een hoogpresterend kind als hoogbegaafd wordt beschouwd
is veel groter dan dat een eerder timide, onderpresterend kind of een
kind dat "tweemaal speciaal" is (hoogbegaafd + een leerstoornis)
als dusdanig wordt herkend door een leerkracht. Ook ouders zijn vaak
in hetzelfde bedje ziek: als een kind niet echt ver voorloopt op school,
hebben ze het er soms moeilijk mee de begaafdheid van hun kind te zien.
|
- Alle HB kinderen lijken op elkaar
Er is geen 'beeld' van dé HB leerling. Gaven en sterke kanten
variëren even sterk tussen de HB kinderen als binnen eender welke
groep leerlingen uit de zogenaamde 'gemiddelde' bevolking. Sommige
opvoeders maken onderscheid tussen academisch begaafd en sociaal begaafd;
tussen hoog en gemiddeld begaafd; tussen sterk creatieve en sterk begaafde
leerlingen. Er bestaan talloze andere opdelingen en categorieën.
En dat alles uit zich heel verschillend bij de kinderen die uiteraard
naast hun begaafdheden ook elk hun eigen karakter, achtergrond, interesses,...
hebben.
|
- HB kinderen hebben heel wat
gemeen op het vlak van psychologische trekken en karakter
Sommigen zijn vlotte risiconemers, uitdagers van het status quo. Anderen
zijn stil, tevreden met hun eigen wereldje. Wanneer ze leren, hebben
sommigen een continue respons nodig; anderen niet. Sommigen hebben
een geweldige hoeveelheid aanmoediging nodig om te presteren, of een
heleboel structuur. Anderen zoeken hulp na de klas, of zoeken een speciale
leerkracht jaren later op om advies te vragen. Net zoals andere leerlingen...
|
- Hoogbegaafde kinderen zijn eigenlijk volwassenen in een
te klein lichaam
Neen, hoogbegaafde kinderen zijn in de eerste plaats kind. En zoals
elk kind heeft een hoogbegaafd kind behoefte aan spel, aan steunende
volwassenen rond hem of haar, aan een warme omgeving om in op te groeien,
aan voldoende eten en een goed bed.
Ouders en andere begeleiders moeten zich in de eerste plaats bewust
zijn van het feit dat ze met een kind te maken hebben, zelfs al spreekt
dat kind moeilijke zinnen uit, stelt het ingewikkelde levensvragen
en loopt het voor op leeftijdsgenoten.
|
- Alle kinderen zijn begaafd
Ja, alle kinderen zijn waardevol, allemaal krijgen ze vleugels als
ze aangemoedigd worden, en allemaal hebben ze onaangeboord potentieel.
Hoogbegaafde kinderen hebben daarnaast een streepje voor: ze hebben
op bepaalde vlakken een uitzonderlijk grote aanleg. De kunst is OOK
die bijzondere aanleg, net zoals de begaafdheden van alle kinderen,
tot volle ontwikkeling te helpen komen!
|
- Als een kind hoogbegaafd is, versnel je het best een jaar,
dan is dat "probleem" opgelost
Versnellen op zich (in de zin van naar een hogere klas zetten, of
door leerstof van een hoger jaar naar de leerling toe te brengen)
is soms nodig, als een kind heel ver voorloopt of als het veel sneller
door de leerstof gaat dan een ander kind, en echt hongert naar méér.
Maar het is geen "oplossing", hoogstens een tijdelijk wegnemen
van de druk op de ketel. Een fatsoenlijke begeleiding van hoogbegaafde
kinderen houdt véél meer in dat ze alleen hun eigen
"tempo" mogen volgen wat verwerken van de gewone leerstof
betreft.
|
Samenvattend:
De meeste van de mythes hierboven gaan uit van een grote gelijkheid
tussen HB kinderen. Gelijkheid in de manier waarop ze leren, hoe ze
zich gedragen, hoe ze denken en voelen, wat ze nodig hebben en wat ze
niet nodig hebben. Maar begaafde kinderen zijn onderling meer verschillend
dan gelijk. Dit is een eigenschap die ze gemeen hebben met alle kinderen:
hun uniekheid en hun individualiteit.
Deze tekst bevat stukken gemaakt door LK, MO, YW
|
|
| |
|