|
|
Basisbegrippen rond hoogbegaafden
op school |
Inhoud
van deze pagina (klik om te springen op een titel):
|
De ene hoogbegaafde
is de andere niet
Er zijn verschillende typen hoogbegaafden, en telkens er een nieuwe
typologie gepubliceerd wordt, is er ergens wel een ouder die zijn/haar
eigen kind er niet in terug vindt.
Met het risico onvolledig te zijn, zie voor enkele voorbeelden de pagina’s:
Om al de verschillende leerlingen die er zijn (ook bij normaal of minder
begaafden) voldoende uitdaging te bieden dient een gedegen beleid op scholen
geen eenheidsworst te zijn. Eenzijdig pleiten voor het groeperen van hoogbegaafden
in aparte klassen, of integendeel het krampachtig vasthouden aan “integratie”
voor alle hoogbegaafden, is daarom even absurd.
Beter is, er van uit gaande dat elk kind recht heeft op een doorgaande
lijn van ontwikkeling in het onderwijs, dat meerdere vormen van opvang
mogelijk worden gemaakt, zodat de ouders, eventueel in samenspraak met
professionals, de voor hun kind meest geschikte oplossing kunnen kiezen.
In deze verschilt ons pleidooi niet van het pleidooi van ouders die
voor integratie dan wel voor een eigen onderwijs-aanpak van kinderen met
een handicap pleiten. De keuze voor een manier van onderwijzen dient voldoende
gegarandeerd te worden, zodat ouders, in samenspraak met de professionals,
de keuze hebben om een school te zoeken waar hun kind het beste past.
(naar boven)
|
Differentiatie
Omschrijving: werken in niveau’s volgens de kennis
en studievaardigheden van elk kind.
Voorbeelden:
In school A werken leerkrachten voor elk vak 4 niveau’s
uit, en oefenen de leerlingen via contractwerk elk de leerstof in op hun
eigen niveau. De instructiemomenten voor de hele klasgroep samen zijn
beperkt. Voor leerlingen die snel zijn, kan er daarom vlug overgegaan
worden tot zelfstandig werken. Voor andere leerlingen zijn er extra instructiemomenten
in kleinere groepen voorzien. De leerlingen beschikken over correctiesleutels
die hen toelaten zelf hun werk te verbeteren. De leerkracht heeft via
toetsen en steekproeven van de gemaakte taken zicht op hoe het zit met
de vorderingen van elke leerling.
De indeling in niveaugroepen per vak betekent niet dat leerlingen steeds
in hetzelfde niveau blijven, integendeel. De leerkrachten bekijken regelmatig
voor elke leerling of hij/zij voor een vak kan opschuiven, en dat gebeurt
dan ook.
Door ook momenten te voorzien dat leerlingen samen aan taken werken,
wordt geoefend op samenwerken en elkaar leren respecteren in de ongelijkheden
die er zijn. De ene leerling is misschien sterker in taal, de andere kan
het werk goed organiseren, nog een ander is een computerspecialist of
zorgt ervoor dat de groep op een aangename manier kan samenwerken...
Dit is een aanpak die geschikt is voor de werking in elke klas, ook
dus bij niet homogene groepen. Voor hoogbegaafde leerlingen komt er door
deze werkwijze tijd vrij om extra uitdagende oefeningen te maken, en eventueel
ook voor projectwerk binnen de klas of in de kangoeroeklas. Voor kinderen
die het moeilijker hebben met bepaalde vakken komt er bij de leerkracht
tijd vrij om deze leerlingen extra te begeleiden.
In school A' wordt gewerkt met individuele contracten.
Zo kan er voor elk kind aandacht worden besteed aan de vakken en vakgedeelten
die nodig zijn. Zo kan elk kind een eigen tempo aanhouden, kan de leerkracht
rekening houden met eventuele tijdelijke problemen of ziekte. Ook kunnen
"sprongen" van de kinderen zo worden opgevangen.
Uit de praktijk blijkt dat de meeste materialen kunnen gebruikt worden
voor meerdere kinderen, zij het in verschillend tempo. Het grote verschil
met het werken in niveaugroepen is alleen dat de contracten individueel
en niet per niveaugroep worden opgesteld. Hierdoor kan de leerkracht inspelen
op individuele cognitieve en emotionele noden, en zelfs de interesses
van het moment van elk kind.
(naar boven)
|
Compactering
Omschrijving: aanbieden van leerstof in een kortere
tijd en met minder herhaling dan voor gewone en minder sterke leerlingen
nodig is.
Voorbeeld:
School B biedt aan een aantal sterke leerlingen de
hoofdvakken aan op een hoger tempo dan dat van de andere leerlingen. Er
wordt minder herhaald, het aantal voorbeelden blijft beperkt, de inoefening
begint sneller en kent minder herhaling. Hierdoor komt er tijd vrij om
aan de hoogbegaafden projectwerk aan te bieden, iets wat hun welbevinden
en betrokkenheid bij de school sterk verhoogt.
Opmerking: Dit systeem kan aangeboden worden binnen
een gewone klas (door de instructie van de leerstof op te delen in stukken
en de herhalingen enkel aan de andere leerlingen aan te bieden), dan wel
in gescheiden groepen waarbij de hoogbegaafden voor bepaalde (of eventueel
alle) vakken worden samen gezet. De eigen keuze van het schoolteam en
het publiek van de school zal hierin bepalend zijn.
(naar boven)
|
Verrijking (verbreding,
verdieping)
Omschrijving: aanbieden van materiaal en methoden die
niet tot het gewone curriculum behoren. Dit gebeurt vaak via kangoeroeklassen,
contractwerk, hoekenwerk of in projectwerking binnen de eigen klas.
Er moet onderscheid gemaakt worden tussen twee soorten
verrijking: verbreding en verdieping.
- Bij verdieping wordt dieper dan normaal is voorzien
ingegaan op de leerstof die voorzien is in het curriculum.
- Verbreding daarentegen speelt zich af op terreinen
die buiten het normale leerstof aanbod liggen.
Voorbeelden Verbreding:
- In veel scholen wordt een wisselend aantal uren kangoeroeklas
ingericht. Men biedt o.m. aan: filosoferen, reken- en taal uitdagers,
chinees, schaken, projectwerk, computergebruik, natuurexploratie, sociale
vaardigheden, geschiedkundige projecten, wetenschap, ...
Opmerking: Deze werkvorm kan uiteraard enkel genoeg
slagkracht krijgen naarmate er binnen de eigen klas voldoende ruimte
wordt gemaakt voor de geboden extra’s. Al te vaak moeten kinderen
die een lesje wiskunde, taal of WO misten omwille van de kangoeroeklas,
de geziene leerstof zelfstandig verwerken tijdens speeltijd of thuis.
Indien met voldoende zou differentiëren in de klas en de timing
van de kangoeroeklassen plaats op momenten dat de andere leerlingen herhalen
of verder inoefenen, zouden deze toestanden beperkt blijven.
- De juf van M. heeft met haar afgesproken dat zij voor de lessen WO
telkens een kort werkstukje maakt waarvoor zij gegevens
mag opzoeken op het internet. Zij krijgt telkens zeer duidelijke richtlijnen
over wat er zeker in het stukje moet staan. M. krijgt hiervoor tijd tijdens
de WO les zelf. Deze maatregel is er gekomen omdat M niet goed presteerde
op de toetsen van WO. Na een les WO ging zij anders altijd zeer ijverig
aan de slag thuis, zocht van alles op met de computer, maar vaak waren
dat wetenswaardigheden die te ver van de leerstof die was gezien verwijderd
waren. M. scoorde daardoor, ondanks haar inzet, bedroevend laag op de
WO toetsen. Nu zij de werkstukjes in de klas kan voorbereiden en thuis
afwerken, is haar kennis van de WO onderwerpen die in de klas worden
behandeld niet alleen groter geworden, zij leert ook meer gericht opzoekingen
te doen op internet.
Voorbeelden Verdieping:
- Een secundaire school kan eventueel voor de snelle leerlingen de mogelijkheid
bieden zelfstandig aan de slag te gaan met de leerstof. Hiervoor worden
best coaches aangeduid. De ruimte voor het zelfstandig werken wordt door
de leerlingen zelf "verdiend": zij moeten zelf met de verschillende
leerkrachten afspraken welke stukken leerstof niet gevolgd dienen te
worden. De toelating hiervoor is uiteraard afhankelijk van de mate waarin
de leerling blijk geeft van kennis en inzicht van de leerstof die in
de gemiste lessen wordt aangeboden.
Er kan in dit kader bijvoorbeeld voorzien zijn dat leerlingen in de scheikunde
klas een aantal extra proeven uit gaan voeren. Hiertoe wordt een leerkracht
als coach aangesteld, om de leerlingen zo nodig te begeleiden. De leerlingen
voeren hun opdrachten uit tijdens uren die zij met toestemming van andere
leerkrachten mogen overslaan, nadat gebleken is dat zij de leerstof reeds
voldoende beheersen.
De geschiedenisleerkracht zou naar analogie van het scheikunde voorbeeld
aan geïnteresseerde leerlingen die voldoende tijd vrij hebben, kunnen
aanbieden hen te begeleiden bij een project rond de oudheid. Zij kunnen
de resultaten aan het einde van de afgesproken werktijd aan hun medeleerlingen
presenteren. Dit vervangt mogelijk de les die de leerkracht rond het
onderwerp zou aanbieden. Het onderwerp behoort tot de reguliere leerstof,
en dient dus ook gekend te zijn door alle leerlingen. De leerlingen die
deelnemen aan het project organiseren na hun presentatie een kwis voor
hun medeleerlingen, zodat er reeds in de klas een inoefening gebeurt.
Hun werkstuk geldt als een extra taak waarvan de evaluatie ook op het
rapport wordt vermeld.
- Voorbeeld uit een kleuterklas: in de kleuterschool van school F zitten
er in de tweede kleuterklas enkele sterke kleuters. Ze lijken nooit genoeg
te hebben. In de ervaringssessie rond drijven en zinken stelt de juf
ten behoeve van deze kinderen enkele extra vragen. Normaal gaat het bij
dit onderwerp enkel over het kunnen benoemen van welke voorwerpen kunnen
drijven, en welke zullen zinken. Voor deze speciale kleuters stelt ze
enkele vragen over het materiaal waarvan de voorwerpen zijn gemaakt.
De kleine bolleboosjes glunderen. ( deze juf doet zulke dingen regelmatig:
het is gewoon een onderdeel van haar aanpak van de klas, om te differentiëren,
en ze vindt het veel minder moeite zo te werken dan steeds met lastige
kinderen die zich vervelen te moeten omgaan in de klas).
Voordeel van verrijking:
Een belangrijk voordeel is dat verdieping en verbreding het mogelijk
maken om leerlingen iets minder vaak te moeten versnellen. Hoogbegaafde
leerlingen hebben meestal een zeer steile leercurve. Als zij materiaal
versneld verwerken, en er is niet voldoende aandacht besteed aan het
voorzien van verrijking (verdieping of verbreding), zal het vaak niet
blijven bij één versnelling.
Opmerking
Op zich blijkt versnellen niet echt tot problemen te leiden voor de
meeste versnelde leerlingen. Versnelde leerlingen gaan vaak erg goed
om met leeftijdsverschillen (dat kan natuurlijk ook te maken hebben met
voor welke kinderen wél of niet gekozen wordt voor versnelling)
en hebben meestal weinig problemen met het verwerken van nieuwe leerstof,
gesteld dat ze voldoende begeleid zijn op het gebied van het leren leren.
Anderzijds moet toch ook rekening gehouden worden met de mogelijke
minder leuke effecten van meerdere versnellingen, zoals bv mogelijke
problemen rond leeftijdsverschillen (zelfredzaamheid bij de jongere kinderen,
fysieke verschillen op jongere leeftijd ivm sporten, puberteit komt later
dan bij klasgenootjes, uitgaan en auto rijden is later ,...). Daarom
is het wel nuttig per kind te bekijken welke begeleidende maatregelen
van nut kunnen zijn, maar ook hoe eventueel opeenvolgende versnellingen
vermeden kunnen worden.
(naar boven)
|
Versnellen
Wanneer men over 'versnellen' spreekt dan bedoelt men meestal 'het
overslaan van een volledig jaar', of "het combineren van meerdere
schooljaren in één jaar".
Dit gebeurt dan meestal in de kleuterschool of de lagere school. Slechts
uiterst zelden wordt een jaar overgeslagen in het secundair (dat is trouwens
administratief ingewikkelder).
Deze vorm van versnellen is blijkbaar vaak zowat de enige mogelijke ingreep
als een kind een reusachtige voorsprong ontwikkeld heeft op een zeer breed
vlak. Bij sommige jonge hoogbegaafde kinderen is hier bijna niet aan te
ontkomen in ons onderwijs, omdat er weinig scholen zijn die een ander
antwoord kunnen bieden.
Algemener betekent versnellen echter ook: 'het aanbieden van
leerstof die gewoonlijk pas later in het curriculum behandeld wordt'.
Op onze pagina's over
versnellen trachten we een kort overzicht te geven van de verschillende
versnellingsvarianten.
Eerst geven we wat theoretische achtergrond, dan bekijken we de alternatieven
en tenslotte trachten we een paar tips te geven die misschien wel wat
steun bieden bij de (aartsmoeilijke) beslissing tot versnelling.
Aan de versnelling in de zin van "een jaar overslaan", of versneld
naar een volgend leerjaar gaan, wijden we een afzonderlijk artikel.
Hopelijk helpen onze teksten leerkrachten en ouders om samen een goede
beslissing te nemen!
Verder lezen op het web: versnellen
link pagina
|
|