Home Hoogbegaafd Herkenning Testen HB thuis Sociaal leven HB op school Probleemkinderen? Adresboek FAQ Goed voor een glimlach Literatuur
HB op school
Ouders stellen vragen
Begrippen
Werkvormen
Leg de basis in de klas!
Kangoeroeklassen
Groeperen
Mag het wel, HB zijn?
Het pyramide project
Zekerheid?
Brief aan de minister
Nota voor de minister
Visietekst N.
Zorgdecreet en HB's
...
 
Mag het wel, slim zijn? En kan je daarbij extra steun verwachten?

Om even over na te denken.

Raar maar waar: in een maatschappij waarin presteren enorm gewaardeerd wordt in het bedrijfsleven, waarbij talent in bedrijven en in de sportwereld gekoesterd en zelfs actief gekweekt wordt, ervaren kinderen die slim zijn, nog steeds té vaak dat boven het korenveld steken niet altijd op een positieve manier wordt bekeken. Korenvelden moeten perfect vlak staan bovenaan, zo lijkt het wel. Kleine aren worden extra gestimuleerd (terecht), maar wie boven het veld uitsteekt en misschien wel kwetsbaar is omdat-ie veel wind vangt, krijgt niet altijd het extra steuntje dat nodig is om niet af te knakken. En soms wordt de zeis jammer genoeg ook actief gehanteerd, omwille van een verkeerd geïnterpreteerd gelijkheidsbegrip.

Veel kinderen krijgen de raad "gewoon" mee te doen, alvorens uitdagende leerstof te kunnen krijgen. "Doe eerst de basis, dan kan je later, als er nog tijd is, eventueel die andere taken doen" "Volg maar even de uitleg en doe de oefeningen mee, dan bekijken we later wel of je nog tijd hebt voor iets anders". Of er wordt naar het sociaal-emotioneel argument gegrepen: "laat dat kind nu toch wat spelen met leeftijdgenootjes, dan doet het wat normaler".
ouders krijgen te horen dat ze hun kind beter wat zouden remmen en sociaal wat meer stimuleren, dan "past" het beter in de klas...

Alleen... dat soort goedbedoelde raad slaat nergens op.

  • Kinderen die hoogbegaafd zijn, hebben niets aan lessen en oefeningen waarvan ze niets leren.
    Ze kunnen niet op een verantwoorde manier "afgeremd" worden. Ze geraken gedemotiveerd, teleurgesteld in de school, in lesgevers, en soms bij uitbreiding daarvan, in volwassenen.
  • Kinderen die gedwongen worden te spelen met andere kinderen waar ze geen voeling mee hebben, zullen zich asociaal gedragen tegenover die kinderen. Wat opnieuw het "sociaal-emotioneel" geleuter aanmoedigt.

Het is anders heel simpel. Talent, ook intellectueel talent, is iets waar je mee moet werken. Dat wist men al in de bijbelse tijd.

In de sport is gedifferentieerd werken dan ook normaal. Iedereen kan individueel aan sport doen, volgens de eigen mogelijkheden en interesses. Er bestaan sportclubs, waarin iedereen die dat wil kan gaan sporten. Wie meer wil en daar talent voor heeft (talent wordt trouwens vaak actief opgespoord!), wordt er uit gepikt en krijgt extra begeleiding, of gaat sporten met anderen die ongeveer hetzelfde niveau halen. Het is bv ondenkbaar dat een kind van 6 dat 400m zwemt, verplicht wordt in de club mee de watergewenning van de 6-jarigen te doen. Dat gebeurt gewoon niet in een club waar men een beetje serieus bezig is. Eén van de kinderen van onze groep maakte zoiets wél op school mee: ze moest "opnieuw" leren zwemmen, hoewel ze in clubverband al even meedraaide op de 200 en 400 meter en een heel goede techniek had!
Er bestaan intussen ook sporten voor mensen de niet echt sportief zijn, maar die toch willen bewegen. Er worden sporten voor mensen met een handicap ingericht, met speciale aanpassingen aan materiaal en spelregels. Allemaal doodnormaal.

Laat ons dat eens overzetten naar onze kennismaatschappij, waarin hoge scholing, inventiviteit en creativiteit, maar ook doorzettingsvermogen, positief denken, en sociale vaardigheden, heel belangrijk zijn. We moeten dus mensen hebben die aan hoge verwachtingen voldoen. Maar we kweken ze niet echt op elke school!!!

Uit uitspraken over topsporters blijkt anders dat er visies bestaan over de nood aan specifieke begeleiding van echte talenten, en nog beter: dat er mensen zijn die weten wat er nodig is.

In de krant "De tijd" stond op 20 augustus 2004 enkele uitspraken van prof. Yves Vandenauweele (K.U. Leuven), die verband hielden met de noodzaak van een goede en professionele begeleiding van getalenteerde sporters

"Om topsporters te vormen zijn nodig: een opleidingsprogramma dat vertrekt van een doordachte visie, een complex en flexibel stappenplan, een
volgehouden inspanning en motivatie van de jonge atleten, een goede samenwerking tussen heel wat deskundigen en een blijvende ondersteunende goodwill van de publieke opinie."

"Elitesporters komen niet uit de lucht vallen en (olympisch) succes berust niet op toeval."

Ondertoon van het artikel: "Om de voorbeeldfunctie van onze grote denkers voor de jeugd te behouden moeten we ..."

Laat ons dit eens even overzetten op hoogbegaafde kinderen en jongeren, die toch de "topdenkers" van morgen zouden kunnen zijn, mits ze daartoe de kans krijgen en voldoende gestimuleerd worden.

"Om topdenkers te vormen zijn nodig: een opleidingsprogramma dat vertrekt van een doordachte visie, een complex en flexibel stappenplan, een
volgehouden inspanning en motivatie van de jonge denkers, een goede samenwerking tussen heel wat deskundigen en een blijvende ondersteunende
goodwill van de publieke opinie."

"Elitedenkers komen niet uit de lucht vallen en (Nobelprijs) succes berust niet op toeval."

"Om de voorbeeldfunctie van onze grote denkers voor de jeugd te behouden moeten we ..."

Nu kan je argumenteren dat ouders die absoluut wensen dat hun kind versneld dingen leert, dat zelf kunnen organiseren in het kader van thuisonderwijs, of mits wat hulp van coaches. Zoals het trouwens in de sport meestal ook begint: met privé coaches, al dan niet via de sportclub aangezocht.

Alleen... onze scholen hebben die opdracht heel expliciet gekregen. Ze hebben eindtermen te bereiken met kinderen, en tegelijk hebben ze als taak een kind evenwichtig en volgens zijn/haar capaciteiten te helpen studeren. Niemand zegt dat een school dus een kind dat wil doorleren, moet afremmen, noch dat het kind dat al thuis is in een onderwerp, dat opnieuw moet leren. En toch gebeurt het nog te vaak.

Dringt het dan niet door dat hoogbegaafde kinderen noden hebben? Toch wel, meestal. Maar er zijn nauwelijks visieteksten en stappenplannen die de scholen een basis geven om mee te werken. Elke school die iets rond HB doet, lijkt wel bezig met het wiel opnieuw uit te vinden. Voor we dus tot een consensus komen zoals de sport blijkbaar wél heeft, zal er wellicht nog wel wat water door onze grote en kleine rivieren en beken vloeien.

Geen nood echter: de ouders zijn er alvast klaar om een handje te helpen, om dat water een beetje sneller te doen vloeien.

 


© www.hoogbegaafdvlaanderen.be | Email : info@hoogbegaafdvlaanderen.be