Negatieve of ongepaste uitspraken over
hoogbegaafden... je moet wel eens wat slikken over hoogbegaafden!
Heb je als ouder of leerkracht al ooit één van onderstaande
opmerkingen moeten aanhoren?
- "Als hij zo slim is, waarom is-ie dan zo wanordelijk. Zijn huiswerk
is nooit op tijd klaar."
- "Als ze hoogbegaafd is, waarom kreeg ze dan twee vieren op haar
rapport?"
- "Begaafdheid is geen excuus om de anderen te onderbreken in de
klas"
- "Dit kind ondermijnt vrijwillig mijn gezag door vragen te stellen
waarvan hij weet dat ik het antwoord niet ken"
- "Uw dochter wil continu praten, en ik heb nog 25 andere leerlingen
in de klas. Ik kan niet al mijn tijd aan haar besteden. Als ze dan toch
zo begaafd is, dan zou ze zelf haar plan moeten kunnen trekken, zonder
hulp van mij."
- "Het kan wel zijn dat hij slim is, maar zijn werkjes zijn een
rommelboeltje. Ik kan ze niet eens lezen."
- "Waarom sta je toe dat hij alles wat jij zegt in vraagt stelt?
Toon toch wat gezag!!"
- "Ik zal je eens zeggen waarom hij niet slaagde op deze toets.
Het was multiple choice, en hij kon niet kiezen. Hij bleef maar eindeloos
herhalen Dat hangt ervan af..."
Een hoogbegaafd kind aanvaarden is de basis!
Mensen die dergelijke uitspraken maken hebben duidelijk nog wat bij
te leren over de verschillen tussen hoogbegaafde kinderen en andere kinderen.
Dit gebrek aan kennis verhindert dat ze het complexe en vaak tegenstrijdig
gedrag van dergelijke kinderen moeilijk kunnen aanvaarden. En nochtans
is het net die aanvaarding die hoogbegaafde kinderen, net als alle kinderen,
het meest van al nodig hebben. Ze kunnen onmogelijk gedijen in een atmosfeer
die hen aan banden legt en die hun intellectuele, sociale en emotionele
groei verstikt.
Een aanvaardende houding ontwikkelen?
Hoe kunnen mensen een kind aanvaarden, en er iets voor gaan voelen,
wanneer dat kind hen uitdaagt, hen onderbreekt, voortdurend redetwist
en hen in sommige gevallen zelfs in de schaduw stelt?
Een goed begin is te beseffen dat het kind het niet kan helpen dat het
begaafd is, net zo min als een slechthorend kind het kan helpen dat het
een hoorapparaatje nodig heeft.
"Moeten we soms slecht gedrag vergoelijken en excuses verzinnen
voor een onhebbelijk kind?" Hoor je mensen al denken...
Natuurlijk niet. Zoiets mogen we zeker niet doen als ouder of leerkracht.
En dat doen we dan ook beter niet. Het is immers één van
onze basis taken om onze kinderen degelijke sociale vaardigheden bij te
brengen.
Wat we wél moeten doen is erkennen dat de hersenen van begaafde
kinderen verschillend werken van deze van andere kinderen, net zoals de
oren van een slechthorend kind anders werken.
Soms is die aanvaarding nogal moeilijk, want de 'verschillen' die begaafde
kinderen kenmerken, tonen zich niet altijd op de meeste fraaie manier!
Iedereen die met hen in aanraking komt, zowel leerkrachten als ouders,
krijgen nogal wat te verduren op het vlak van geargumenteer, Grote Emoties,
eindeloos gevraag, olympische wanorde en slordigheid, en onderbrekingen
die eerder arrogant overkomen.
Asynchrone ontwikkeling als een gegevenheid aanvaarden
We moeten één ding goed beseffen: veel van dit gedrag
is terug te voeren op asynchrone
ontwikkeling: de geestelijke ontwikkeling loopt niet in de
tred met de lichamelijke (of met andere delen van de geestelijke) leeftijd
van het kind. De geest werkt aan supersonische snelheid, maar zit gevangen
in een het lichaam van een kind dat noch de rijpheid noch het oordelingsvermogen
ontwikkelde om zijn impulsen in het gareel te houden.
Hoe kunnen we zo'n kind helpen?
Als leerkracht of ouder zouden we een doof kind nooit verwerpen. We
zouden het daarentegen aanvaarden en ons uiterste best doen om hem zo
goed mogelijk in onze maatschappij te laten meedraaien. Dat is
ook de aanpak die we best hanteren bij begaafde kinderen: hen aanvaarden
zoals ze zijn, hun 'uniek zijn' voeden, maar terzelfder tijd proberen
om hen te helpen bij het aanpassen van hun gedrag, dat er soms
voor zorgt dat zowel andere kinderen als volwassenen hen bekritiseren
of zelfs uitstoten. Begaafde kinderen hebben onze aanvaarding nodig, naast
onze hulp en onze begeleiding. Van hen verwachten om "zich te gedragen"
zonder enige hulp is hetzelfde als aan een doof kind te vragen om te horen.
Ben jij een aanvaardende leerkracht?
Iedereen weet dat leerkrachten een grote (en blijvende) invloed uitoefenen
op kinderen. Wil je weten hoe jij een leerkracht kunt worden die hoogbegaafde
kinderen zich later herinneren? En dan spreken we natuurlijk van een blije
herinnering, geen wanhopige! Hier zijn alvast een paar uitspraken van
begaafde kinderen over leerkrachten die zij graag hadden en bewonderden:
- "Ze vertrouwde me haar videocamera toe! Ik moest haar tonen dat
ik wist hoe die te hanteren en hoe ik er zorg moest voor dragen, maar
daarna liet ze me de camera bedienen om de voordrachten in de klas op
te nemen."
- "Ik wou zo graag complexere dingen studeren, en hij hielp me
daarbij."
- "Zij legt me uit waarom ik verondersteld wordt bepaalde zaken
te leren. De meeste leerkrachten zeggen 'omdat het op het examen komt'.
Zij neemt werkelijk de tijd om mijn vragen te beantwoorden en vooral
om de redenen uit te leggen"
- "Al mijn andere leerkrachten verwachten zoveel van me. Ze vinden
dat ik altijd het maximum van de punten zou moeten halen en dat ik nooit
een fout mag maken of een vraag verkeerd mag hebben. Hij is verschillend.
Hij heeft me werkelijk leren kennen als een mens, niet als een 'brein'.
Daarom wil ik werkelijk mijn best doen in zijn klas."
- "Sommige leerkrachten vertelden me dat ik te chaotisch te werk
ging om ooit iets tot een goed einde te brengen. Zij zei me ook dat ik
mijn werk niet goed organiseerde, maar daarna toonde ze me een paar manieren
om mijn tijd en mijn opdrachten beter te beheren."
- "Hij behandelt me gewoon op dezelfde manier als de anderen, zodat
ik niet het gevoel krijg om een zonderling te zijn."
- "Zij laat me werkelijk moeilijke dingen proberen, en als het
dan niet zo goed lukt, toont ze me waar ik fouten gemaakt heb. Maar ze
lacht me niet uit. En zegt me ook niet dat ik faalde omdat ik wou opscheppen
met wat ik kon."
- "Het was een hele opluchting dat ze begreep waarom ik die mindmap
schema's gebruikte, en probeerde me te helpen om ze te verfijnen"
Hieruit leren we dat deze leerlingen ons zeggen dat hun favoriete leerkrachten
hen:
- zelfsturing toelaten en bevorderen ("empowerment" is niet
alleen in het bedrijfsleven nodig: ook leerlingen hebben baat bij zelf
dingen in handen te mogen nemen, en zelf verantwoordelijk en competent
geacht te worden!)
- aanmoedigen om risico's te nemen
- toestaan om in iets te mislukken zonder hen een mislukkeling te noemen
- respecteren, zowel als unieke individuen als leden van de klasgroep
Zo'n leerkrachten aanvaarden hun begaafde leerlingen,
inclusief hun fouten en eigenaardigheden. Hieronder sommen we een paar
punten op waarmee je kunt nagaan of jij zo'n aanvaardende leerkracht bent.
- Blijf geduldig wanneer begaafde kinderen vragen stellen,
je antwoorden in vraag stellen en veel te veel praten. Let ook op je
lichaamstaal!
Trek je grimassen, zie je er vaak geïrriteerd uit of zit je zwaar
te zuchten wanneer de begaafde kinderen in je klas zich gedragen als
begaafde kinderen? Gaat je stem een octaaf hoger klinken als hij/zij
"weer eens" de vinger omhoog steekt halverwege je uitleg? Dan
straal je een krachtige boodschap uit, nl. dat die kinderen op één
of andere manier niet OK zijn. En wees gerust: die boodschap wordt opgepikt
door de andere kinderen in de klas: als jij de begaafde kinderen niet
aanvaardt, waarom zouden de andere leerlingen dat dan doen?
Tracht voor ogen te houden dat deze leerlingen het niet kunnen helpen
om begaafd te zijn. Omdat zij zo snel denken, behoren het stellen van
vragen, het uitdagen en het veel te veel praten tot hun natuur. Het is
natuurlijk niet zo dat je deze kinderen moet laten heersen over de klas
en zo maar de rechten van andere leerlingen moet laten vertrappelen.
Tracht daarom strategieën te hanteren die hen zowel toelaten om
hun impulsen te bedwingen als om zo optimaal mogelijk te leren.
Stel bv. dat je met een literatuurstudie gaat beginnen. Je vraagt op
voorhand wie er het boek al gelezen heeft. Twee leerlingen blijken het
boek al jaren van voren naar achteren en omgekeerd te kennen. Dat is
belangrijke informatie! Want nu weet je dat je er vergif kunt op innemen
dat deze twee de groepsstudie serieus kunnen verstoren. Ze zouden de
antwoorden op de vragen die je stelt er kunnen uitflappen, de afloop
van het verhaal verklappen en anderen uitlachen bij hun eerste pogingen
om het boek te begrijpen.
Daarom kan het verstandig zijn om het bewuste tweetal een alternatief
aan te bieden (dit zal zowel voor hen voordelen bieden als voor de rest
van de klas). Ze kunnen bv. een ander einde voor het boek bedenken. Of
ze kunnen een essay schrijven vanuit het oogpunt van één
van de hoofdpersonages. Of waarom laat je ze geen kwis opstellen over
het boek, die de klas achteraf samen kan spelen? Of een kruiswoordraadsel
samenstellen met vragen die over het boek gaan?
Er zijn vele manieren om toe te laten dat ook die sterke leerlingen iets
bijleren terwijl ze toch een deel van de klasgroep blijven. Het is een
kwestie van ze te zien. En weet: niets doen is geen optie: deze kinderen
laten zich niet vaak in een hoekje duwen...
- Behandel je begaafde leerlingen met hetzelfde respect als
de anderen
Zo niet brandmerk je hen. Zo zijn er al leerkrachten geweest die zeiden
"OK, begaafde kinderen: het is tijd om naar jullie speciale klas
te gaan." We betwijfelen of die ook zouden gezegd hebben "OK,
kinderen met leerstoornissen: ga nu maar naar de speciale klas."
Het komt er op neer dat je de begaafde kinderen aanvaardt als leden van
de klas en van de schoolgemeenschap. Als jij de speciale maatregelen
voor een minder sterk kind als "natuurlijk" aanbrengt, zou
dit ook moeten kunnen voor de speciale klasjes voor hoogbegaafden. Als
jij het normaal vindt dat een kind met dyslexie een aangepaste oefening
zal doen of een speciale methode mag volgen, zou het ook even normaal
moeten voelen voor de projecten of het gedifferentieerd werken naar sterkere
leerlingen toe. En als een hoogbegaafde ook eens een probleem heeft met
een bepaald vak of een onderdeel van de leerstof, is dit dus géén
"zie je wel" ding, maar gewoon een aandachtspunt zoals een
ander kind dat kan hebben, of niet soms?
- Vervang herhalingen door zinvolle lessen en
taken
Ben je het er mee eens dat de meeste begaafde kinderen weinig nood hebben
aan "meer van hetzelfde"? Heb je een duidelijk plan om te voorkomen
dat ze moeten deelnemen aan herhalingen die voor hen geen enkel nut hebben?
Als een begaafd kind duidelijk aantoonde dat het de leerstof onder de
knie heeft en waar nodig geautomatiseerd, waarom zou het dan nog eens
een reeks herhalingsoefeningen moeten afwerken?
Tom is nu 7 jaar. Hij telt geld sinds hij 4 was: hij was altijd
de bankier in gezelschapsspelletjes! Hij kan al redelijk overweg met
eenvoudige breuken en staat te popelen om te leren delen. Waarom zou
hij dan een reeks lessen over rekenen met munten en wisselgeld moeten
volgen? Als zijn leerkracht erop staat dat hij "meedoet met de rest"
dan zal Tom zich in het beste geval te pletter vervelen. Hij kan dan
nog bewerkingen moeten leren, zoals zijn klasgenoten, maar hij heeft
ook alternatieve opdrachten nodig die een uitdaging betekenen voor zijn
mogelijkheden en die meer ingewikkelde transacties omvatten. Misschien
moet hij voor rekenen zelfs versneld worden? Of moet de leerstof voor
hem gecompacteerd worden? Alleszins: wellicht moet er een andere strategie
opgesteld worden die voor hem werkt.
Uitdagende leerstof op het niveau dat ze aankunnen brengt begaafde kinderen
ertoe om zich in te zetten. Gebrek aan uitdaging is één
van de hoofdredenen waarom begaafde kinderen een (huis)taak niet of te
laat afwerken. De taak is zo eenvoudig dat ze triviaal lijkt, en wie
wil er nu zijn tijd verbeuzelen aan triviale zaken? De begaafde leerling
denkt dat hij het wel op 't laatste ogenblik voor elkaar zal krijgen,
zoals gewoonlijk. Maar op een dag is die "laatste minuut" verdwenen:
zich verslapen, de schoolbus is wat vroeger, of iets anders (interessanter's)
eiste de aandacht op. Resultaat: (huis)taak te laat ingediend!
Een andere valkuil is het "is dit zo simpel of zie ik het niet?"
fenomeen. Een begaafd kind bekijkt een opgave, vindt het "evident"
antwoord nét iets te makkelijk en dus verdacht, en zoekt zich
vervolgens rot naar het addertje onder het gras... dat er niet is.
Uitdagende (huis)taken kunnen een oplossing bieden. Zowel bij het werk
in de klas als bij huiswerk hebben begaafde kinderen geen nood aan nogmaals
een herhaling van reeds gekende leerstof. Hun (huis)werk zou hen moeten
toelaten om hun huidige kennis te verdiepen. En inderdaad, dit betekent
soms: individuele (huis)taken, maar het resultaat is wel (huis)werk waar
de nodige aandacht is aan besteed, dat op tijd ingeleverd wordt en vooral:
iets waar een kind mee bijleert.
Een ideetje: Sommige begaafde kinderen zouden er kunnen van houden om
te 'onderhandelen' over hun huistaken. Je kan ze bijvoorbeeld voorstellen
taken te doen die van nut zijn voor een volgende les in de klas. Dit
heeft soms zo zijn voordelen. Het kind leert onderhandelen op een correcte
manier (in de plaats van te zuchten en te zeuren over de taak), een vaardigheid
die nog vaak zal van pas komen. Tijdens zo'n onderhandeling bouwt zich
vaak een goede relatie tussen leerkracht en leerling op. En de leerkracht...
heeft een hulpje dat intussen iets heeft bijgeleerd!
- Je zou wel eens andere criteria nodig kunnen hebben bij het
toekennen van punten
Vaak doen begaafde leerlingen het minder goed op "juist/fout"
en op multiple choice testen; ze hebben het moeilijk om het enige 'juiste'
antwoord te kiezen, want ze zijn in staat om in te zien dat twee, drie
of zelfs vier antwoorden juist kunnen zijn in bepaalde omstandigheden.
Ze kennen het voor de hand liggende antwoord, maar verliezen zich dan
in overpeinzingen die ver voorbij het gevraagde gaan. Het antwoord dat
ze uiteindelijk aan papier toevertrouwen heeft soms heel weinig te maken
met de oorspronkelijke vraag. Resultaat: het kind krijgt uiteindelijk
veel minder punten dan het eigenlijk verdiende...
Als er een brede kloof gaapt tussen wat je verwachtte van een leerling
en de uitkomst van een toets, dan zou de fout wel eens bij de toets kunnen
liggen en niet bij het kind! Overweeg dan een mondelinge toets of een
andere manier om de echte bekwaamheid van het kind te evalueren. Hou
steeds voor ogen dat de toetsen opgesteld werden voor gemiddelde leerlingen.
Het kan nodig zijn om de toetsen aan te passen voor beide uiteinden van
het spectrum. net zoals de heel zwakke leerlingen wel eens wat verduidelijking
krijgen bij toetsen, is het voor begaafde leerlingen soms nuttig hen
even te begeleiden zodat ze de vragen op de correcte manier interpreteren!
Het is heel belangrijk om iedereen, ook de begaafde kinderen, te leren
hoe men het best een test aflegt. Dat komt immers van pas op heel wat
plaatsen, denk maar aan toelatingsexamens.... Sommige begaafde kinderen,
die moeite hebben met standaardtesten, zouden zonder specifieke begeleiding
hierrond van angst kunnen verstijven en slecht presteren op de dag van
de test.
- Besef dat een begaafd kind waarschijnlijk niet zal uitblinken
in elk vak
Begaafde kinderen zijn meestal beter in sommige zaken dan in andere:
vaak hebben ze een 'specialisatie'. Ze kunnen rekenkampioenen zijn, of
verbaal begaafd. Sommigen zijn getalenteerde musici of artiesten, anderen
blinken uit in wetenschap. En nog anderen zijn gewoon snel in hun redeneren,
als een onderwerp hen ligt. En dat kan van alles zijn.
Verwacht geen superieure prestaties in elk academisch domein. Begaafde
leerlingen hebben, net als alle anderen, zwakkere punten. Sommigen hebben
een vreselijk handschrift, of kunnen nauwelijks spellen omdat hun denksnelheid
vele malen hoger ligt dan hun schrijfsnelheid, en ze een persoonlijk
soort steno ontwikkeld hebben om de kloof te dichten.
In rekenen kunnen sommigen weliswaar intuïtief het correcte antwoord
geven, maar ze lijken niet in staat te zijn om te vertragen en de stappen
uit te leggen waarmee ze het probleem oplosten. Sommige leerlingen zijn
ware chaoten, hun werkblad ziet eruit als een rattennest. Waar ze steevast
héél goed hun weg in weten...
Begaafde kinderen worstelen vaak met vergelijkbare problemen als gemiddelde
leerlingen, en hebben dan soms even veel begeleiding nodig voor wat hen
remt. Doe hen niet tekort! Als een leerling slechter presteert op een
bepaald vlak dan je omwille van zijn/haar begaafdheid zou verwachten,
boor hem/haar dan niet in de grond door te zeggen "Jij werd toch
verondersteld om hoogbegaafd te zijn!". Zoek eerder uit waardoor
deze leerling niet presteert zoals je verwachtte. Kijk bijvoorbeeld eens
wat nader naar de leerstrategieën en vaardigheden die ze nodig hebben
voor later: zijn deze voldoende ontwikkeld? Is een extra zetje nodig?
- Maak tijd vrij voor discussie
Door hun onnoemelijke nieuwsgierigheid en hun verbale capaciteiten hebben
begaafde kinderen een ongewone nood aan het stellen van vragen en aan
discussies die "diep" graven. "Hoe kunnen we leren als
we nooit over iets kunnen spreken?" vragen ze dan. Zo'n discussies
hoeven niet lang te duren. In praktijk blijkt een klein overleg tussen
leerkracht en leerling (terwijl anderen in groep werken of een individuele
taak afmaken) het beste te werken. De leerlingen kunnen dit leerkracht/leerling
overleg voorbereiden door hun vragen op een lijstje te schrijven, of
onderaan hun huiswerk. Op deze manier kan de leerkracht het gesprek concentreren
op het gewenste onderwerp.
Enkele pareltjes en hoopgevende verhalen...
Onze K. gaat in september naar het eerste leerjaar. Hij is 6 geworden
in juni en had toen hij 5 was een TIQ van 141.
CBO is ingeschakeld, ZC van de school is geïnformeerd en de meester
kwam deze week op huisbezoek om alvast eens kennis te maken met K.. (Doen
ze bij alle kindjes hoor!)
Ik gaf hem een kopie van de test-uitslag, dan valt hij niet uit de lucht
als Tessa Kieboom in november op schoolbezoek komt.
Hieronder een deel van het gesprek:
Hij :" Mevrouw toch, heb je wel enig idee wat dat is een IQ van meer
dan 140?"
Ik : "Tja, ik zocht al één en ander op via nieuwsgroepen
en internet. Maar het is in de eerste plaats mijn kind dat ik gelukkig
wil zien."
Hij:"Ik gans m'n loopbaan, en ik ga binnen 2 jaar op pensioen is
dit het tweede kind dat ik in m'n klas zal hebben met zo'n hoog IQ. De
andere had een IQ van precies 140 en werd na 1 trimester bij mij in overleg
versneld naar het 2° leerjaar. Daar eindigde hij een trimester later
als eerste van zijn klas!"
Ik: "Ik ben vooral bezorgd over het leren 'leren', K. verwacht heel
veel van het eerste leerjaar en ik ben een beetje bang dat het zal tegenvallen.
Plus en min met getallen tot 20 is voor de baby's zei hij tegen een neefje
dat zojuist het eerste leerjaar heeft afgerond."
Hij:"Het komt wel goed, we zullen eens kijken wat er in dat kopje
zit van die jongen, en als hij sneller gedaan heeft met z'n oefeningetjes
dan mag hij op de computer die in klas staat." "Als er problemen
zijn mag je me altijd aanspreken, we zoeken samen wel een oplossing mevrouw."
Enkel dat laatste zinnetje stelde me gerust ;) Nuja we volgen alles goed
op en zien wel hoe het loopt.
Ons zoontje is nu 4,5. Hij kreeg bij de start van het nieuwe
trimester vrij onverwacht een nieuwe juf.
Die nieuwe juf, hoewel pas afgestudeerd, is een echt natuurtalent.
Ze raakt de juiste snaren. Ze laat ons zoontje in zijn waardigheid.
Ze begrijpt best dat hij dat kleine beetje "voor hem alleen"
af en toe nodig heeft. Op een zaterdag begint hij thuis , uit het
niets, te lezen. Eerst wat lettertjes, en dan ineens de aaneenschakeling,
"hé mama ik kan de woordjes ook!". Een big smile gans
het week-end. "Ik ben nu een lezertje!!!". We twijfelen.
Zeggen we er iets van op school? Gaan ze niet denken dat wij
het kind "gedrild" hebben (niet dus), dat we overdrijven, of
nog meer fraais zoals dat kind gaan "uittesten" of het wel "slim"
is of zo? We wagen het erop. Nota'tje aan de juf in de boekentas.
Maandagavond een briefje terug van de juf. Ze heeft in één
van de hoeken wat materiaal aanvankelijk lezen gezet. Voor als hij
er zin in heeft. Zo eenvoudig kan het dus. Een pareltje hé.
De juf van het eerste en de ict- coördinator hebben het initiatief
genomen om 1 uur per week met de wat rappere kinderen een computerles
in te richten. Bv: schaakspellen op de computer spelen, ...
Zo kwamen directeur en ik nog eens op mijn droom van kangoeroeklassen
waarvoor ik zijn zegen kreeg. (volgend schooljaar) Hij vroeg ook of ik
op de personeelsvergaderingen mijn collega's wil 'onderwijzen' over de
materie nadat ik de cbo-cursus gevolgd heb. Die kans zal ik dus maar grijpen
hoewel ik niet het type ben dat graag voor een groep spreekt. Misschien
worden we nog wel eens een school met véél aandacht voor
hb.
In onze school is er een kangoeroeklas. Eigenlijk gaat het over
een aantal uurtjes met uiteenlopende onderwerpen, waaruit de ouders en
kinderen kunnen kiezen (en oudere kinderen zelf kiezen). Ons kind voelt
zich erg gelukkig met die enkele uurtjes. Het is allemaal voor hem véél
leuker dan het gewone schoolse systeem.
Wij denken wel dat hij zich nog gelukkiger zou voelen als de volgende
stap - een iets meer gedifferentieerde aanpak ook in de gewone klas -
zou gerealiseerd worden. Want hoe verschillend hoogbegaafden ook zijn,
hen enkel een paar uren week bezighouden om de ergste verveling te temperen,
en hen verder in een klas droppen waar aan hun specifieke noden niet echt
systematisch aandacht wordt besteed, is op langere termijn om problemen
vragen denken wij. Vergelijk het met een kind met dyslexie, dat buiten
enkele uurtjes zorgverbreding in de klas gewoon hetzelfde wordt behandeld
als de andere kinderen: die krijgt ooit ook problemen. Maar we hebben
geduld. Deze school doet tenminste al IETS (zelfs heel wat), en dat is
al een hemel van verschil voor ons kind.
Ons kind voelt zich alleszins véél beter in zijn vel dan
op de vorige scholen.
Op de school van mijn zoon weten niet zo veel mensen dat mijn zoon
hoogbegaafd is. Als we het toch vertellen zien wij bij sommigen dan ongeloof
in hun ogen. Zelfs zijn juf van dit jaar had er haar twijfels over de
eerste drie maanden. Ze zei dat mijn zoon wel uitblonk in rekenen maar
dat ze eraan twijfelde dat hij hoogbegaafd was (ondanks het verslag van
Tessa Kieboom in zijn dossier). Mijn man heeft dan eens gepraat met haar
en haar documentatie gegeven over hoogbegaafde kinderen en sindsdien gaat
het al veel beter. Ik denk dat er in de school van mijn zoon nog veel
werk aan de winkel is. Wij hebben aan de directeur gevraagd of het niet
mogelijk was over dit onderwerp eens een info-avond te geven op school
en als antwoord hebben we gekregen dat hij dit eens ging voorleggen op
de personeelsvergadering. Dus afwachten nu !
Op onze school hebben ze Tessa Kieboom uitgenodigd voor een informatie
avond. Ineens. Hoopgevend toch!
"Onze zoon (9) werd getest toen hij 5 jaar was en in het 3de
kleuterklas zat. Uit de test bleek dat hij een serieuze leervoorsprong had
(>130).
Onlangs keek ik naar een opname van Karrewiet+ (jeugdprogramma) die het
deze maand had over hoogbegaafden. Mijn zoon was uit zijn bed gekomen
omdat hij iets vergat te zeggen maar bleef voor de televisie staan om te
luisteren wat er gezegd werd. Hij leek sterk geïnteresseerd waardoor ik hem voorstelde
samen naar de uitzending te kijken. Omdat er sprake was van IQ-testen
en uitslagen van meer dan 130 vroeg hij mij of hij ooit ook die testen
had gedaan en wat zijn uitslag was. Toen ik hem het verhaal vertelde keek
hij mij eerst ongeloofwaardig aan maar zei dan met een grote zucht dat het
een hele opluchting was dat hij het wist. Dit verklaarde eindelijk waarom
hij zich vroeger zo raar (lees: depressief) had gevoeld. Nu had hij de sleutel
gevonden die de kamer van zijn verleden opende. Dankzij deze laatste
puzzelstukjes begreep hij pas waarom hij zich altijd anders had gevoeld
en anders reageerde op verschillende zaken. Hij was zo aangedaan dat hij
ervan moest wenen.
Sinds de test hebben we geprobeerd om onze zoon goed te begeleiden maar
zijn meestal op leerkrachten gebotst die nogal serieuze vooroordelen
hadden/hebben over hoogbegaafdheid. Extra activiteiten bestonden niet en
bestaan na 4 jaar nog steeds niet. Ook de meeste ouders zijn moeilijk aanspreekbaar
vermits ons kind "toch geen problemen heeft op school". In deze
context vonden we het niet echt noodzakelijk om onze zoon op de hoogte te
brengen om te vermijden dat de omgeving ongepast zou reageren tegenover
hem. Maar deze uitzending van Karrewiet+ heeft aanleiding gegeven tot een
diepgaand gesprek en daar heb ik geen spijt van.
Jammer dat er in onze Vlaamse scholen niet meer verplicht wordt geïnvesteerd
in kinderen met een leervoorsprong. Het zou niet alleen veel ongelukkige
momenten voorkomen maar er zou veel meer uitgehaald kunnen worden
uit deze kinderen!
" |