Home Hoogbegaafd Herkenning Testen HB thuis Sociaal leven HB op school Probleemkinderen? Adresboek FAQ Goed voor een glimlach Literatuur
Versnellen
Inleiding tot versnellen
Concept
Anderen zeggen...
Een jaar versnellen
Courante vragen
Vervroegd naar de lagere school
Versneld...En nu?
Hulpmiddelen bij de beslissing tot versnellen
Intussen in het parlement
Tweemaal versneld
...
Links
Wat anderen erover zeggen...

Op deze pagina geven we een aantal uitspraken, meningen, conclusies uit onderzoeken, ervaringen,...rond versnellen weer, die allemaal wel hun "waarheid" hebben. Aan u om te bekijken of ze voor uw kind, of voor de beslissing tot versnellen die u misschien denkt te gaan nemen, iets kunnen betekenen...

Natuurlijk zal de praktische haalbaarheid en de attitude van het kind, de school, de leerkrachten en de ouders tov het versnellen van een leerling allicht een grote invloed hebben op zowel de beslissing, als het resultaat van de versnelling. Het lezen van ervaringen van anderen is toch erg waardevol, al was het om er de eigen (voor?)oordelen en meningen tegen af te wegen.

Jammer genoeg hebben we in Vlaanderen geen onderzoekers beschikbaar die de effecten op lange termijn van versnellingen bestudeerd hebben. Over de aard van de bestaande versnellingen is ook niet echt veel bekend. We weten wel op basis van de statistieken van het ministerie van onderwijs hoeveel leerlingen er in een hoger jaar zitten dan normaal is voor hun leeftijd, maar waarom en hoe dit zo gekomen is, en welke de resultaten zijn geweest voor de leerling in kwestie op korte en lange termijn, daar zijn geen systematische gegevens over beschikbaar. Misschien een idee voor een eindwerk van een student?

Dit gebrek aan lokale kennis rond wat er in onze regio met versnelden gebeurt, maakt dat we voor deze pagina noodgedwongen moeten afgaan op buitenlandse meningen en onderzoeken, op meningen van mensen die ervaring hebben met begeleiding van hoogbegaafden hier te lande en anekdotes.

Wat de meningen van professionele begeleiders betreft (psychologen, gespecialiseerde centra,... zie onze adressenlijst rond testen en begeleiden - ook mensen zoals Sylvia Drent en Rob Brunia kan je tot deze groep rekenen), kan men de bedenking maken dat zij allicht niet alle soorten hoogbegaafden in hun praktijk evenredig verdeeld als in de grote groep zullen tegenkomen. Met name hoogbegaafden die het niet nodig hebben extra begeleid te worden (en dat zijn er toch wel wat!), zijn waarschijnlijk serieus ondervertegenwoordigd in het cliënteel van de professionele begeleiders.

Wat ervaringen van ouders en leerlingen betreft, geldt wat voor alle ervaringsverhalen op deze website telt: herkenning kan u misschien sterken in de eigen overtuiging, en verschillen kunnen tot nadenken stemmen. Waarna u nog steeds de vraag gaat moeten stellen: "en wat zou het beste zijn voor dit kind, deze leerling, vandaag en morgen, in de gegeven situatie zoals wij die vandaag kennen"

Hebt u zelf aanvullingen? Stuur ze even door misschien? ook uw eigen ervaringen met versnellingen passen op deze pagina!

Voor alle duidelijkheid: bovenaan vindt u uitspraken die op het web of in boeken/artikels te vinden zijn, daar onder de ervaringen met versnellen, verteld door ouders van HB kinderen en jongeren.

 

Uit lezingen van Sylvia Drent destilleerde men bij Choochem (Nederlandse vereniging van ouders van HB kinderen) het volgende:

"Als blijkt dat de didactische voorsprong groot tot zeer groot is (van bijna een jaar of meer), dan is versnelling (een groep overslaan) geïndiceerd. Op dit moment versnelt zo'n 50-55% van de hoogbegaafde leerlingen. Versnelling leidt veel minder vaak tot problemen dan verondersteld wordt. Dit valt te verklaren doordat hoogbegaafde kinderen ook vaak in hun sociale en emotionele ontwikkeling op een aantal punten verder zijn dan leeftijdgenoten. Mocht versnelling niet mogelijk zijn, dan moet een zeer omvangrijk pakket aan extra leerstof aangeboden worden; versnelling kan dan in een later stadium eventueel alsnog plaatsvinden.
NB. In alle gevallen is het nodig om onnodige herhalings- en oefenstof over te slaan."
...
"Uit diverse onderzoeken is inmiddels bekend dat 55% van de als hoogbegaafd erkende kinderen is versneld. Versnellen is dus een maatregel die zeker behoort tot het pakket maatregelen waarmee hoogbegaafde kinderen op school begeleid worden. Genoemde onderzoeken hebben ook aangetoond dat de meeste kinderen weinig problemen ondervinden van het versnellen, zeker indien dit beperkt blijft tot één jaar. Bij tweemaal versnellen wordt de kans op problemen wel wat groter."
bron: www.choochem.nl/hb-kinderen-kunnen-meer.php#Maatregelen

 

Samenvatting van de lezingen van Rob Brunia (Bekende Nederlandse schaakspeler, begeleider van HB kinderen en bepleiter van een gedegen HB beleid in Nederland, intussen overleden) over versnellen van het onderwijs aan hoogbegaafde kinderen, gehouden op 22 februari en 28 maart 2000:

“Een eenmalige versnelling in de vorm van het overstappen op leerstof van één groep hoger, helpt soms onvoldoende. Na enige tijd beginnen de problemen weer opnieuw wegens het voor het kind te trage tempo in de nieuwe groep. Het is dan beter om nogmaals -of zelfs meerdere malen- te versnellen. Het komt zelfs voor dat een kind steeds twee leerjaren in een jaar doet, en zodoende op achtjarige leeftijd klaar is met de stof van de basisschool. Het is begrijpelijk dat mensen schrikken bij de gedachte dat een kind al zo jong naar de middelbare school moet. Wanneer men echter het proces van (meerdere malen) versnellen op de basisschool stap voor stap heeft meegemaakt, wordt gaandeweg duidelijk dat dit een natuurlijke ontwikkeling is die veelal onontkoombaar is.”
bron : www.choochem.nl/versnellen.php

 

In een project over leerproblemen van 9 studenten van het Heilig Hart in Heverlee (Katholieke Hogeschool Leuven, Departement Lerarenopleiding), uit het academiejaar 2002-2003, staat het volgende te lezen (ze vermelden de bron van deze cijfers niet, het kan dus ook "van horen zeggen" zijn...):

"Bij hoogbegaafde kinderen van zes tot negen jaar geldt dat in 80 % van de gevallen één keer versnellen een goede oplossing is. Zo komen de kinderen immers terecht bij hun geestelijke leeftijdsgenoten en wordt hen meer aangepaste leerstof voorgeschoteld. Vóór de versnelling is wel een eindtoets noodzakelijk om eventuele hiaten op te sporen en in te vullen. Een vroegtijdige versnelling krijgt de voorkeur.
In 20 % van de gevallen biedt versnellen geen oplossing. Het kind voelt zich immers goed in de klasgroep en wil zijn / haar vriendjes niet kwijt. Men moet er wel voor zorgen dat die kinderen toch geestelijk aan hun trekken komen. "
bron : studententekst

 

Nog een andere mening, van de auteurs van het boek "Education of the Gifted and Talented", Allyn & Bacon, 1994: (meteen een handig lijstje om rekening mee te houden zo mogelijk)

"To help ensure a successful experience for a child skipping a grade, gifted education experts Gary Davis and Sylvia Rimm recommend these guidelines:

  • The child should have a measured IQ of 130 or higher.
  • No matter how far advanced the student may be, he or she should skip only one grade at a time. Further acceleration can be considered the following year.
  • The child should be evaluated for any skill gaps that may occur as a result of missing coursework, and assisted to make up the material.
  • The child's new teacher should be supportive of the move.
  • The child's parents should be supportive, and prepared to provide assistance with the adjustment.
  • Grade skipping decisions should be made on a case by case basis, and should consider all aspects of the child's development.
  • Acceleration should be done on a trial basis, so that the child may move back to the lower grade without feeling like a failure."

bron: www.newhorizons.org/spneeds/gifted/forschmiedt_2.htm

 

Miraca Gross in "A Nation Deceived" heeft het over een beperkte groep jongeren in Australië die erg hoge IQ scores halen (iets wat bij ons, met de courant gebruikte IQ tests, niet echt mogelijk is: onze tests laten niet toe een zinnig onderscheid te maken tussen de verschillende IQ scores boven 130 - van "uitzonderlijk hoogbegaafd" dan wel "gewoon hoogbegaafd" spreken in ons taalgebied heeft daarom weinig zin. Anderzijds is dit (rijke) rapport toch echt wel een aanrader om door te nemen, omdat het één en ander ivm onderzoek rond versnellen in de Angelsaxische wereld goed op een rijtje zet.

"...A 20-year longitudinal study of 60 young Australians of IQ 160+ includes 17 young people who have radically accelerated (Gross, 2003). In every case, these young people have been delighted with their educational programs and have attained outstanding, indeed quite remarkable, success at school and university. The radical accelerants have been more likely to take Masters and Doctoral degrees than equally gifted students who were permitted a single grade-skip or who were retained with age-peers. Those who have already graduated are highly successful in their professional careers. None regret having radically accelerated, whereas several of the young people who undertook more moderate degrees of acceleration wish they could have accelerated further."
ter info: Radical acceleration is defined as any combination of procedures that results in a student graduating from high school three or more years earlier than is customary (Stanley, 1978).
bron: A nation deceived, Vol II, p. 88 (p. 97 in pdf document)

 

Een aantal ervaringen van ouders...

 

Onze zoon was net 5 toen hij de sprong maakte van het tweede kleuterklasje naar het eerste leerjaar.
Hij kwam weliswaar uit een graadklas, waar hij, als hij mocht kiezen, de werkjes van de derde kleuterklas maakte (schrijfdans, letterherkenning, ...). Bij vrij spel koos hij echter steevast de jongsten van de klas uit als speelkameraadjes (dat was één van de punten die de juf aanhaalde om versnelling af te raden).
Versnelling werd ons aangeraden door het CLB en mede de vele positieve reacties van leden van de mailgroup hebben ons de knoop doen doorhakken. Een ander belangrijk argument was dat zijn zogezegde 'sociaal-emotionele onrijpheid' volledig onzichtbaar was als hij thuis was of met oudere kinderen kon spelen.
Sinds hij versneld is heeft hij meer vriendjes en is minder verlegen, heeft veel meer energie, zingt weer (zong continu als peuter en is abrupt gestopt zodra hij in de kleuterklas zat), kortom, hij voelt zich duidelijk beter in zijn vel.  Voor ons was de versnelling een positieve ervaring.
We realiseren ons wel dat enkel versnellen niet voldoende zal zijn, en dat verbreden noodzakelijk zal zijn.

*****

Bij het begin van een eerste leerjaar is alles toch fijn voor een kind dat al een beetje kan rekenen en lezen, en uitkijkt naar leren schrijven? Of niet soms?

Woede, onmacht, zichzelf niet meer in de hand hebben... het roept wel iets op bij mij...
Als ik tegen de juf op school zeg dat mijn zoontje gisteren weer helemaal overstuur was, krijg ik steevast te horen “ach ja mama, alle kinderen zijn wel moe in ’t begin van het eerste leerjaar”. Maar daar zit het ‘m nu net: het is geen gewone moeheid. Die ken ik bij mijn kind.

Ik heb het over echte onbeheerste woede uitbarstingen, waarin hij zich helemaal niet in de hand meer heeft. Naast dat probleem, voor hem toch erg, is er ook het hele circus er rond: hij wil dat de wereld weet dat hij triestig is, zo lijkt het, dus “mama en papa, ik wou dat jullie dood waren” (want jullie blijven me elke dag op die vreselijke school afzetten), broers die geschopt of weggeduwd worden als ze proberen te troosten, en vooral: het gevoel dat hij achteraf heeft van “wat ben ik toch een stommeling, zo tekeer gaan”.

Als ik dit nog niet eerder had meegemaakt, ik zou de juf nog geloven, wie weet.
Maar we hebben al eens zoiets meegemaakt. Toen onze oudste zoon in de eerste kleuterklas helemaal geen aansluiting vond bij de andere kinderen, noch bij de juffen op begrip kon rekenen. Die was elke dag goed voor een half uur tot een uur ontlading na schooltijd. Het “mijn buikje zegt dat ik dit moet doen” kwam er ooit uit als verklaring. Het leek wel of er een kleine vulkaan tot ontploffing kwam elke avond, het resultaat van opperste frustratie.
Bleek dat hij, met zijn grote ontwikkelingsvoorsprong op de klasgenootjes, zich onbegrepen, niet aanvaard, volledige buitenstaander voelde in die klas. Een klas waar hij op de eerste schooldag fluitend van zin binnen stapte.

En dus staat ons voornemen vast. Ofwel wordt het voor onze zoon een beetje leuk op school, begint hij (eindelijk!) iets te leren in de klas, of hij versnelt, maar dan mét begeleiding, zodat hij snel bijbeent (hij kan niet goed tegen falen). Een alternatief is thuisonderwijs voor ons (nog) niet, omdat hij zo veel heeft aan heel het sociale proces dat zich toch ook op school afspeelt.

Alleszins staat de zorgcoördinator positief tegenover het ingaan op de kennelijke schreeuw van onze zoon om iets nieuws te “mogen” leren. Wij “mogen” thuis beginnen schrijven met hem (deed hij al een klein beetje, op school is het nog steeds voorbereidend schrijven tot in november),” mogen” verder ingaan op zijn rekenen (hij begint aan dingen die in tweede leerjaar geleerd worden momenteel), hij “mag” verder oefenen op lezen (leest volgens de test AVI 1 maar, en leest thuis AVI2-3 boekjes vlot), enz. Alleen... ze ziet dit als iets wat we thuis gaan doen, hem “bijwerken”. “En dan een goeie IQ test zodra hij 6 is, en we zien dan wel ivm alvast een beetje meedoen met het tweede leerjaar”....

Alleen: wij willen eigenlijk gewoon dat hij NU uitdaging krijgt, BINNEN DE SCHOOL, ook al omdat hij dat zo ook wil: thuis wil hij spelen, hij eist zelf het recht om iets te leren op school op (blijkbaar enkele weken later ook met luide stem in de klas). Hij staat zo’n klein half jaar voor op de klasgenootjes, en dat enkel voor lezen en rekenen, dus als ze hem nu eens op dat niveau zouden laten werken? De juf hoeft enkel in de plaats van werkboekje 1, het derde of vierde te geven... En dan zien we wel hoe hij evolueert? Wij vinden het ZO onlogisch dat hij zich uren per dag op school zit in te houden, dingen zit te doen die hij spotgemakkelijk vindt (met als gevolg goed wat aandachtsfouten)... om dan thuis achteraf met een moe en ongeduldig gemaakt kind aan het serieuze werk te moeten beginnen, een kind dat protesteert omdat het eigenlijk (terecht) vindt dat hij die dingen op die voor hem nauwelijks zinnig doorgebrachte tijd op school zou moeten leren!
Onlogisch hé.
En begin maar eens aan om iets bekomen, met een leerkracht die zegt “maar hij is zo flink mama, hij doet zo goed mee, is zo braaf”...

Achterafje...Moeten we ons gelukkig prijzen dat ons kind dat brave gedrag op school heeft laten vallen na enkele weken, en er een "attitudeprobleem" werd gemeld door de juf? Misschien wel, want zo is er tenminste een zekere openheid gekomen om het probleem te zien...

(lees wat verder op deze pagina het verhaal van S., een verhaal van een succesvolle versnelling dat op deze tekst volgt, een versnelling die volgens de ouders niet vermijdbaar was, maar die ze liever later in zijn schoolloopbaan hadden doorgevoerd)

*****

G. zit halftijds in het eerste en halftijds in het tweede leerjaar. In december vorig jaar zijn we nog eens naar zijn juf van het eerste geweest omdat G. hoe langer hoe meer psychosomatische klachten had.  Er was geen enkele dag dat hij met de glimlach naar school ging, had altijd buik- of hoofdpijn en hijzelf vond het 'schandalig' dat we hem naar school stuurde terwijl hij zo ziek was.  Maar eigenlijk was er lichamelijk niets, maar G. was heel erg ongelukkig.  Huiswerk was 'stom, papgemakkelijk en oervervelend'.  Het was constant een strijd om hem zijn huiswerk te laten maken, terwijl het voor hem oefeningen waren die op minder dan twee minuten konden afgewerkt worden.  Hij was voor niets meer te motiveren en het was voor ons, als ouders, duidelijk dat er iets moest veranderen.  Ik wou terug een gelukkig kind.
Er werd toen samen met de school beslist om G. de hoofdvakken in het tweede leerjaar te laten volgen (in de voormiddag) en de andere vakken in het eerste leerjaar (in de namiddag).  Bij G. bracht dit tweeërlei gevoelens te weeg.  Enerzijds sprak hem het moeilijkere werk aan, en anderzijds wou hij niet weg uit zijn vertrouwde klas.  Ik was er bang voor, maar vond het het proberen waard.
Dus vanaf de eerste dag na de kerstvakantie werd dit systeem uitgevoerd.  De vakken in het tweede zijn taal, rekenen en catechese. In het eerste krijgt hij WO, turnen, tekenen, zwemmen.   Behalve op vrijdag, terwijl het tweede leerjaar in de vm gaat zwemmen, gaat G. naar het eerste leerjaar en krijgt dan daar oefeningen te maken van het tweede.  (bv. terwijl de kinderen vh eerste rekenenoefeningen moeten maken, moet hij er ook maken maar van het tweede leerjaar)
Terwijl G. eerst altijd boos was op zijn juf van het eerste, vond het nu spijtig dat hij daar niet altijd meer heen kon.
Duidelijk was wel dat dit zeer tijdelijk was, gewoon omdat hij zijn draai nog moest vinden zowel bij de nieuwe juf als bij de nieuwe kindjes.  Terwijl in het eerste het niet heel de tijd noodzakelijk is dat je de hele dag op je stoel zit, wordt dat in een tweede leerjaar wel verwacht.  Ineens kreeg dat kind om de twee dagen 'tafeltoets', iets waar hij nog nooit van gehoord had.
En nu gaat het ongelooflijk goed met hem.  Van in het begin zei hij dat het leuk was dat hij nu moeilijke dingen moest doen, dat hij nu eens dingen leerde die hij nog niet kende.  En anderzijds is hij blij dat hij de kindjes van het eerste nog heeft omdat hij die kent.  Maar stilaan leert hij nu ook de kinderen van het tweede beter kennen en na Pasen zal hij volledig naar het tweede leerjaar gaan.  Ik denk dat hij er dan wel klaar voor is.  Je merkt dat hij ook daar zijn draai heeft gevonden.  En met krokus had hij 83%, wat ik heel goed vind.  Hetgeen wat nog het moeilijkste is voor hem, is het tempo.  Hij is door die overstap een jaar kwijt wat betreft opbouwen van tempo.
Maar ook hierin ziet de juf al verbetering.  Ik ben echt blij dat we de stap gezet hebben.
Als we er nu op terugkijken: Wij hebben al van de kerstvakantie van het tweede kleuterklasje naar meer gevraagd voor G. maar nooit iets verkregen.  In de derde kleuterklas heeft hij zich stierlijk verveeld, deed niets meer graag.  Dat is voor hem echt een verloren jaar geweest, eigenlijk had het nog beter geweest hadden we hem dan kunnen versnellen, maar ik ben heel blij dat we uiteindelijk hem terug gelukkig kunnen zien.  Hij komt met de glimlach thuis van school maar gaat ook met de glimlach naar school, zeurt nooit meer om naar school te gaan.  Hij komt thuis en begint spontaan, zonder enige motivatie van ons aan zijn huiswerk.  Na het huiswerk, speelt hij buiten of kijkt Ketnet, we eten, dan wassen en pyama aandoen en dan gaat zijn zus naar bed.  G. heeft dan nog een uurtje (tussen 19 en 20 u) en zet spontaan de tv af (terwijl ik zus in bed leg) en begint in oefenboeken te werken (tafels oefenen of taaloefeningen), als ik terug beneden ben vraagt hij soms of ik hem een dictee wil afnemen enz.  Is er dan niet terug motivatie ?
Leuk hé, ik hoop echt dat je iets hebt aan mijn positieve ervaring

*****

Wij hadden een heel negatieve ervaring met de versnelling van ons kindje.  De juf wilde hem eigenlijk niet, en dat hebben we geweten. Na twee weken hebben we dus maar voorgesteld dat hij gewoon terug naar zijn oude klasje zou gaan, en gelukkig kwam hij daar samen met zijn vriendjes terecht bij een parel van een juf.  Die derde kleuterklas, die hebben we het jaar daarna gewoon overgeslagen, en nu gaat het ons kindje goed in het eerste leerjaar, op een andere school wel.

*****

Wij hebben inderdaad ervaring met versnellen. Als je daarover nadenkt, bereid je er dan best op voor dat je allerlei argumenten over je heen gaat krijgen die allemaal te maken hebben met de emotionele kant van de zaak en allemaal negatief! Tenminste, zo was het toch bij ons.
Toen onze oudste in de 2e kleuterklas begon te lezen en al behoorlijk kon hoofdrekenen, zijn we naar een onafhankelijk CLB gestapt en hebben hem daar laten testen op schoolrijpheid en later ook een IQ-test. Onze zoon bleek inderdaad rijp voor het 1e leerjaar. Dus wij naar school om dat aan te kaarten. De juffen zagen eerst allemaal problemen op emotioneel gebied. Wij hebben gewoon voet bij stuk gehouden en uiteindelijk zag de juf van het 1e het zitten, mits we regelmatig contact met haar zouden hebben.
Zo gezegd, zo gedaan. De eerste drie maanden waren moeilijk. In plaats van een rustige jongen in de klas te zijn, dacht de juf dat onze zoon ADHD had. Hij stond de ganse tijd te wippen en kon niet stil zitten op z'n stoel. Hij begon terug in z'n broek te plassen overdag. Maar ja, wie weet wat voor verwachtingen onze zoon had. Nu moest hij eerst op een goede manier alle lettertjes weer leren schrijven en al die beginlesjes meemaken. Uiteindelijk hebben we, na veel te lezen hierover, bedacht dat dat uit verveling was, dat wippen en bewegen. De juf heeft hier dan extra op gelet en inderdaad: als iets hem boeide was hij rustig en zat er met z'n neus bovenop, als hij het al kende begon het gewip weer.
Na drie maanden ging het goed. Hij behaalde goede punten en was duidelijk tevreden. Hij kreeg ook wel wat extra werkjes enzo. Achteraf bekeken zijn we nog steeds blij dat we dat gedaan hebben. We geloven echt dat de problemen anders nu nog veel groter zouden geweest zijn.

 *****

Onze jongste heeft ook een verhaal. Die is (voor ons schoolsysteem) drie dagen “te laat” geboren, nl. 3 januari. Hij zat in het peuterklasje en mijn man en ik hebben voet bij stuk gehouden dat hij mee moest doorschuiven naar het 2e klasje. Hij begon met cijfertjes te lezen en was duidelijk een pienter kereltje. We dachten: voor die drie dagen zullen de juffen niet moeilijk doen. Eh, verkeerd gedacht. Weer kregen we zo'n lading over ons heen over emotionele problemen ed. De juf zei ook nog: "maar hij kan helemaal nog geen poppetje tekenen!". Toen viel ik bijna van m'n stoel, want thuis deed hij dat wel. Maar ja, als ons meneerke iets niet wil doen, mag je op je hoofd gaan staan. Dus heb ik een tekeningetje van thuis laten zien. Nu was het de juf die niet wist wat zeggen. Hij zit nu goed in het 2e klasje. De juf heeft onze oudste ook gehad en heeft al wat ervaring gehad. We zijn nog niet helemaal zeker van hb bij hem, maar hij vertoont er wel tekenen van, zij het op een andere manier. Wat enorm helpt is als de kinderen vriendjes hebben in de groep waar ze naar toe gaan. Dat is voor de juffen blijkbaar een belangrijke factor. Onze jongste was bevriend met een jongetje dat zou doorschuiven naar de 2e klas en dus ietsje ouder was. Nu zijn het echt dikke vriendjes en de juf vindt dat heel belangrijk.

 *****

Onze middelste zit in de klas waar hij zou moeten zitten volgens zijn leeftijd. Komt met knotsen van cijfers thuis, krijgt extra werkjes maar is zeer tevreden. Voor hem zijn zijn vrienden heel belangrijk en hij is gelukkig.

*****

Al vanaf het speelklasje werd voor ons duidelijk dat onze zoon (°1997) het aangeboden programma al grotendeels achter zich gelaten had nog voordat hij de schoolpoort de eerste keer binnenstapte. Dat eerste jaar was er geen probleem op school, hij was ook nog maar 2, 5 jaar oud en omdat hij nooit in een andere omgeving dan thuis had geleefd (geen crèche, geen onthaalmoeder), waren er voor hem al genoeg nieuwe dingen te leren uit de omgang met andere kinderen. Ook de structuur van de school wist hem te boeien, zoals de positie van de directeur, het wel en wee van de leerkrachten (wie praat met wie, wie gaat koffie drinken, wie doet op welke dag de refter enz.) en de regels en afspraken die er gelden.
In het eerste kleuterklasje ging het minder goed, de afstand met de andere kinderen werd groter omwille van zijn interesses die vaak verschilden van die van de anderen. L. deed zijn best om zich aan te passen vanuit zijn sterke behoefte aan sociaal contact, maar kwam zelf duidelijk minder aan zijn trekken. Er kwamen in de loop van dat jaar ook meer conflicten met de juffen en L. vroeg ook vaker om niet naar school te hoeven gaan, thuis was hij ook vaak dwars en nerveus.
Aan het begin van de zomervakantie werd L. getest door het CLB, waaruit een ontwikkelingsvoorsprong bleek, weliswaar met een grote V/p-kloof. In de loop van de vakantie was L. (toen vier) meer en meer bezig met rekenen, lezen en schrijven, hij was niet te stuiten en we beseften als ouders meer en meer dat het verschil met de klasgenootjes in september waarschijnlijk alleen maar toegenomen zou zijn. We begonnen aan een versnelling te denken, maar omdat het CLB dat niet aanraadde, twijfelden we nog. Eind augustus hebben we een adviesgesprek gehad met T. Kieboom van het CBO en beslisten we alsnog tot een versnelling in september van tweede naar derde kleuterklas. De school stond er niet echt achter, maar we hebben toch doorgezet, ondanks de blijvende twijfels.
In september kwam onze zoon dan in de derde kleuterklas terecht en het werd een rampzalige eerste week. De juf van de derde kleuterklas toonde geen enkele vorm van soepelheid en L. werd vanaf de eerste dag zeer rigide aangepakt en voor heel de klas tentoon gesteld (de aanleiding was een tekening die er gemaakt moest worden voor bij de kapstok in de gang; toen L. vond dat hij klaar was en wilde gaan spelen, vond de juf de tekening niet voldoende en ze eiste dat hij verder werkte. Heel de week moest hij telkens opnieuw aan die tekening werken, maar hij bleef, overtuigd van zijn eigen gelijk, weigeren, waardoor de agitatie bij de juf en L. zelf met de dag toenam.). Naar ons toe was de juf even weinig correct.  Het was overduidelijk dat ze er niet achter stond om een vierjarige bij haar in de klas te hebben. Na die eerste week hebben we er de brui aan gegeven en is L. terug naar zijn vorige klasgenootjes gegaan, in het tweede kleuterklasje. De rest van het jaar ging het betrekkelijk goed, juf J. had een natural flair om met ons kind om te gaan en hij voelde zich goed in zijn vel. Er werd ook verbreding beloofd door de school, maar daar is in de praktijk weinig van terecht gekomen, wat ze aanboden was geen uitdaging voor L. omdat het globaal gezien nog steeds onder zijn niveau lag.
Aan het einde van dat schooljaar werd L. opnieuw getest, deze keer door het CBO, omdat we graag een zicht kregen op zijn noden, we dachten nog steeds dat we er initieel niet naast zaten met de versnelling op zich. Het CBO concludeerde opnieuw die ontwikkelingsvoorsprong, in die mate dat ze het nuttig achtten om hem eventueel toch weer te laten versnellen (graag wil ik hierbij vermelden dat het CBO géén beslissingen nam, ons ook niet stuurde in deze of gene richting, maar de testresultaten objectief beoordeelde). Ongeveer op hetzelfde moment begon L. ook met kinesitherapie omwille van zijn fijne motoriek, die toch duidelijk een achterstand vertoonde t.o.v. de gemiddelde leeftijdsgenoot.
In juni beslisten we uiteindelijk om onze zoon vanaf het volgende schooljaar naar een andere school in de buurt te laten gaan, waar ook kangoeroeklassen werden ingericht. De voors waren: het aanbod van het eerste leerjaar waar hij duidelijk aan toe was, een nieuwe start zonder de spoken uit het verleden nog dagelijks op school tegen te moeten komen, de kangoeroeklassen en zijn zus die nu ook mee naar school ging, wat het nieuwe aspect verzachtte. De tegens waren: de aanpassing aan een nieuwe school, afscheid nemen van de klasgenootjes, de kater van een mislukte versnelling nog vers in het geheugen en de daarmee gepaard gaande onzekerheid dat het nu wél zou gaan lukken, zowel bij ons als bij L.
De nieuwe start bleek een goede keuze; L. won aan zelfvertrouwen, maakte snel nieuwe vrienden, werd veel makkelijker in de omgang en veel relaxter en kan de leerstof van het eerste leerjaar in combinatie goed aan. Zijn fijne motoriek wordt nog steeds ondersteund met kine, waar hij duidelijk wel bij vaart.
Een verhaal met ups en downs, maar met een positieve afloop dus!"

*****

M. (°07/1997) werd versneld na de krokusvakantie, in de eerste kleuterklas. Wat voorafging: twee juffen (duobaan) die het kind labelden als sociaal niet aangepast, misschien wel ADHD, zeker een probleem met karakter, en die over hun toeren waren. Een kind dat elke avond woede-aanvallen kreeg bij het thuiskomen van de school.  Een kind dat droomde, faalangstig was bij activiteiten die een “schools” tintje hadden (tekenen bv), en dat een heel negatief zelfbeeld had (ik ben slecht, ik heb geen vriendjes, ik ben een stoute, ik probeer het wel maar ik kan niet braaf zijn,…).
Het CLB haalden wij er zelf bij, omdat een zeer ervaren kleuterjuf (niet van die school) ons dat adviseerde. Ze zei dat we nooit zouden kunnen bereiken bij leerkrachten dat ze naar ons zouden luisteren in een dergelijke situatie. Dat was voor ons een raar iets: wij zijn mondig genoeg, weten best wat er aan de hand is, en kunnen ook beargumenteren wat er zou moeten gebeuren.  En dan toch iemand anders die ons kind ook alleen maar kent van eens een test en een gesprek, een observatie, erbij moeten halen om onze argumenten te ondersteunen.  Maar dat is dus wel het lesje dat we de laatste jaren hebben geleerd: hoe open een school ook is, diezelfde argumenten uitgesproken door CLB, een psychologe of iemand van CBO, klinken 1000 maal harder dan wanneer ze van ouders komen.
CLB stelde testing voor, na een gesprek hier thuis over M.. Er kwam een zeer hoge score uit op een aantal subtests, met name deze die te maken hadden met getalbegip, en vooral taal (verschillende jaren voorsprong op zijn kalenderleeftijd).
Na een gesprek op school, ook met de mogelijke toekomstige juf (die meteen voor ons de juiste toon trof met haar vraag” Maar wat denkt jullie zoon daar nu over?”, werd tot versnellen besloten.
Nadat we die avond aan M. hadden verteld dat hij van klas ging veranderen, stopten diezelfde nacht nog de nachtmerries, en ook de woedebuien waren weg. Het ging dat verdere schooljaar erg goed met hem. Hij presteerde bij oefeningen die de juf zorgverbreding kwam doen beter dan de meeste kindjes in de klas, hoewel die dus 1 jaar ouder waren.  Het handwerk was niet echt zo spectaculair, maar gezien hij juist op dat vlak faalangstig in was, en thuis erg veel knutselde met fijne materialen, maakten we ons daar geen zorgen over (achteraf zou wel blijken, in de lagere school, dat zijn schrijven omwille van concentratieproblemen moeizaam op gang kwam, maar dat wisten we toen nog niet).
Onze zoon ging, nadat we wel weer voor de directeur een papierke moesten halen bij CBO “dat hij moest meegaan naar de volgende klas”, gewoon mee met zijn klasgenootjes naar de derde kleuterklas.
En toen liep het grondig mis. De juf pakte hem helemaal verkeerd aan, en heeft hem zelfs gepest (hoe kan je anders elke dag hetzelfde werkje terugkrijgen noemen, steeds weer geviseerd worden, publiek vernederd worden door de juf die zegt “zie je wel dat je het niet kunt”, enz…). Wij hebben toen we zeker waren van die dingen (je hoort iets van je kind, van een ouder, je ziet zelf eens iets, we zijn niet over één nacht ijs gegaan, hebben zelfs de directeur hierover aangesproken, maar die had er niet veel oor naar) stante pede de beslissing genomen van school te veranderen, omdat duidelijk bleek dat de directeur geen vin ging verroeren, en ons kind er onderdoor aan het gaan was. Ook CBO had geen goed gevoel bij de school op dat moment, dus we zochten elders. Een school die open stond (volgens de directeur van die school) voor hoogbegaafden en hun soecifieke noden.
Het ging eerst moeizaam, die aanpassing aan nieuwe regeltjes enzo, en vooral dan die derde kleuterklas werkjes (“die stomme werkjes” noemde onze zoon ze), maar na Pasen begon het goed te gaan, nadat hij capituleerde en de juf haar zin gaf (hij begon die werkjes te maken, dan was hij van het gezeur af).
En dan op 't einde van 't schooljaar hadden ze... Niets voorzien.  Behalve “misschien halftijds eerste leerjaar, en halftijds derde kleuterklas, want de toetertesten zijn goed, maar hij speelt nog zo graag”.  Nu net niet wat je moet doen om een kind een beetje structuur te geven, en een veilige omgeving, zo tussen twee klassen heen en weer gaan, dachten wij, en daar gingen we weer, op zoek naar een nieuwe school.
Om een lang verhaal van bezoeken aan scholen in de regio kort te maken: we vonden een school die ging starten met een kangoeroeklasje, en waar ze zelfs waardeerden dat we wilden meewerken. Erg veel lijn zit er nog niet in dat kangoeroeklasje, maar het evolueert. Ikzelf probeer toch zo goed mogelijk mee te werken, en hoop oprecht dat we zullen blijven vooruit gaan. Het uitgangspunt moet immers de behoeftes van de leerlingen zijn, en in een startperiode is dat, begrijpelijk, eerder de beschikbaarheid van vrijwilligers en hun ideeën geweest.
Dus: wij hebben onze zoon éénmaal versneld, en dat was een succes, maar het is geen directe garantie op verder succes hebben wij ervaren: een verdere uitwerking van een goed programma voor je kind, en een goede teamwerking tussen ouders en school, ook op moeilijke momenten, is volgens mij veel belangrijker dan een "ideaal" standaardprogramma voor een fictief groepje van "dé hb leerlingen".  Wij zullen verder ook proberen een grote differentiatie in de klas te blijven bepleiten, en zo lang de secundaire scholen toch ook nauwelijks voorbereid zijn op die versnelde kinderen, laten we ‘m liefst niet té snel door die basisschool gaan.

*****

D. (°1995) lummelde doelloos rond in de tweede kleuterklas, hij prutste een beetje hier, tekende een beetje daar maar vond duidelijk zijn draai niet. Samen met de juf besloten we hem door het CLB te laten testen. Dat testen gebeurde niet in ideale omstandigheden en er werd ook een vergissing van enkele maanden gemaakt in zijn leeftijd, er werd een lichte HB vastgesteld. We besloten in samenspraak met de juf D. te versnellen. Na de tweede kleuterklas stak D. meteen over naar leefgroep 2 (ervaringsgericht onderwijs), naar het eerste leerjaar. Aanvankelijk ging alles goed. D. had een slechte fijne motoriek, dus schrijven was moeilijk, maar voor lezen en rekenen was hij supergemotiveerd en hij vloog door de leerstof door. Ook zijn houding was heel erg positief. Op D’s school werken ze met de "stad van Axen", waarmee niet alleen de juffen maar ook de kinderen van elkaar en van zichzelf via het gedrag van dieren kunnen aangeven of ze behulpzaam, individualistisch, prestatiegericht, bemoeizuchtig, enz. zijn. Op D’s  rapport stond al dat "dierengedrag" in een prachtig evenwicht, idealer kon niet. Naar het einde van het eerste leerjaar toe, begonnen er al barsten te zitten in dit ideaal beeld. Wij schreven dat toe aan vermoeidheid, nood aan de grote vakantie, enz. In het tweede leerjaar ging het duidelijk slechter. De motivatie was weg, zijn gedrag was gekeerd. D. werd een stoorzender in de groep. Op dat moment echter ging onze aandacht vooral uit naar D.’s broertje, die ook bij D.  in het tweede zat, waar intussen een lichte autismespectrumstoornis was vastgesteld en die het heel erg moeilijk had op school. Ik wist wel dat het met D. niet echt goed ging in de klas, maar thuis was hij eigenlijk nog altijd dezelfde, dus daar viel die verandering helemaal niet op. Bovendien had ik mijn handen meer dan vol met de therapie en de begeleiding van zijn broertje. Ik reageerde (goed fout, geef ik nu grif toe) zo van : D.  is slim genoeg, die heeft mij niet zo erg nodig als de andere. Op het einde van het schooljaar had ik het gevoel dat het zowel met D.  als met zijn broertje grondig de soep indraaide. Eigelijk waren wij allemaal, zowel ik als mijn drie kinderen totaal overstresst. De grote vakantie was een zalige, zalvende weldaad. Na de vakantie begonnen de problemen weer van voren af aan. Een korte overstap, vlak na het begin van het schooljaar, naar een nieuw opgestart Freinetschooltje met kleine graadklasjes, was een fiasco. Hoogbegaafd ? D ? Waar haalde ik dat idee, zo reageerde de juf. Dan maar weer terug naar de vorige school. Op dat moment geloofden wij zelf ook niet erg meer in die HB van D. Hij bakte er immers niets van, kloeg dat alles te moeilijk was. Dus, ook nu weer de totaal verkeerde reactie, lieten we D. (na hem in de kleuterschool versneld te hebben) terug een jaartje zakken : van het derde naar het tweede. Dat ging exact 1 week goed. Toen zakten ook in dat tweede zijn prestaties als een baksteen. We zagen dat even aan maar besloten kort daarna om D. opnieuw te laten testen. Uit die tweede testen bleek een nog veel hogere score dan die in de kleuterklas. Meteen heb ik gevraagd om D. terug in het derde te zetten (hij zat op dat moment een maand of drie terug in het tweede). Intussen had ik een gesprek met het CBO, met Tessa Kieboom, en daaruit bleek dat D. een absolute onderpresteerder was (daar was ik intussen via literatuur ook achter gekomen)en dat er dringend gehandeld moest worden. Op dit moment volgt D. een therapie en ben ik hem zelf thuis aan het lesgeven. Zijn therapeute liet voorzichtig verstaan dat nog een keer versnellen misschien een eventuele oplossing zou kunnen zijn. Maar we zijn daar allemaal zeer voorzichtig mee en ik denk niet dat we de oplossing daarin zullen zoeken.
Dat we D. versneld hebben, daarvan heb ik geen spijt. Wat ik wel absoluut anders zou gedaan hebben, als ik toen wist wat ik nu weet, is zijn begeleiding. In D’s geval hadden we het ook (achteraf gezien, alweer) beter op een andere manier aangepakt : in de voormiddag voor het niveau werk (rekenen, lezen, schrijven) versnellen en in de namiddag terug naar de kleuters voor het spelen. D. was een echte speelvogel en hij gaf dat zelf wel eens aan : dat rekenen en lezen vond hij wel fijn maar dat hij nu niet meer zoveel mocht spelen, daar had hij het moeilijk mee. Dus versnellen :ja, zou ik zeggen, maar alleen als onderdeel van een strikte begeleiding.

*****

Ik schrijf hier beknopt het verhaal van ons jongste kind, Abel (°06/94). Om de leesbaarheid te bevorderen breng ik enige chronologie in het verhaal.
1. Eerste kleuterklas
Abel valt vooral op door z’n deugnieterijen op school.  Omdat we zelden het hele verhaal horen komt hij ons eerder rebels over dan wat anders. Op school vindt men hem een moeilijk, ietwat afwezig kind. Een kind dat nog niet verbaal genoeg is om z’n frustraties uit te leggen.Wat denk je van een kind dat bij afwezigheid van z’n juf de klas volledig barricadeert met stoeltjes? (lees : ik wil niet meer bij die juf zitten)  Die tijdens activiteiten de klas uitwandelt op zoek naar een klas waar het interessanter is? (lees ; het is hier saai, ik ga “het” elders wel zoeken).
2. Tweede kleuterklas.
Abel is dan bijna 5 jaar. Wij ontdekken dat hij kan lezen, en niet zomaar maan-roos-vis. Nee. Hele boeken, stripverhalen, ondertitels. Alles. Op school had men nog niets gemerkt, en omdat de grote vakantie bijna start laten we het voor wat het is. Tijdens de vakantie begint Arne echter razendsnel gelijk wat te leren, rekenen, , geschiedenis, aardrijkskunde. Hij zuigt alles op als een spons en blijkt over een fantastisch geheugen te beschikken
3. Zomervakantie na de 2e kleuterklas
Na een telefoonmarathon van verschillende weken vinden we eindelijk iemand van het CLB bereid om Abel te testen op schoolrijpheid. Na de testen krijgen we toelating van de directeur van het CLB om Abel gelijk over te plaatsen naar het eerste studiejaar. Maar de school zegt njet. Na véél gediscussieer komt Abel in de derde kleuterklas terecht, bij een prachtjuf. Abel gaat weer graag naar school, breekt niks af. Een zalig kind!
4. Derde kleuterklas
De kleuterjuf ondervind dagelijks hoe snel Abel evolueert ; tijdens de schooluitstap naar de Zoo speelt hij gids omdat hij alle bordjes met uitleg over de dieren voorleest. Een keer per week mag hij ook voorlezen voor de klas. Hij floreert, voelt zich goed, gaat graag naar school. Nogmaals besluit men Abel te testen, dit keer met het idee om hem van de derde kleuterklas naar het twee studiejaar te laten overstappen.
Op school heerst een grote verdeeldheid over het wel/niet toelaten van deze sprong. Uiteindelijk besluiten we het CBO (Antwerpen) in te schakelen. Kwestie van een second opinion in handen te hebben.  En dan volgen de resultaten van het CBO, Abel haalt een IQ van 150 plus (11 punten over). Samengevat komt het erop neer dat hij de capaciteiten heeft om de hele lagere school op drie jaar tijd te voltooien
5. Tweede studiejaar
Abel zit in het tweede studiejaar en haspelt lessen af alsof hij nooit iets anders deed. Hij haalt moeiteloos 100% op alle vakken. Omdat hij gek is van sterrenkunde mag hij eens spreekbeurt geven. De juf vertelt ons achteraf dat deze spreekbeurt het niveau had van een 6e studiejaar, zij heeft de hele tijd woorden en begrippen moeten vertalen.
6. Derde studiejaar
Abel wordt in Juni acht jaar en zit nu in het derde studiejaar. Rapportcijfers zijn weer altijd maximum cijfers. Interesse voor schoolse activiteiten verlopen in een dalende lijn, hij vind alles saai en makkelijk. Aansluiting bij andere leerlingen verloopt moeilijk. De juf legt vooral de nadruk op Abel's emotionele kant, en probeert hem bij de klasgroep te betrekken. Voor een groot deel is dit prima gelukt. Abel is aanvaard in de klas.
tot zover onze belevenissen.................

*****

Een verhaal in vraag/antwoord stijl.

Welke jaren sloeg N. over?

N. sloeg de derde kleuterklas en het derde leerjaar over.

Was dat makkelijk te regelen met school en CLB?
Voor de derde kleuterklas : na een test bij het CLB volgde er een positief advies : de test is gekomen op vraag van de juf en ons. De eerste juf (18m tot 2,5) van N. had toen al aangegeven dat zij toch heel snel was en veel verder zat dan de andere kinderen. De eerste kleuterklas was een ramp geweest en tijdens het tweede trimester van de 2° kleuterklas ging het weer de verkeerde richting op. De juf 2° kleuterklas was er niet echt tegen maar vond dat N. geen werkhouding had. Ze was te stil, gaf niet aan zich te vervelen. Toen de juf materiaal voor 3e kleuterklas aanbod, bleek N. dat in één twee drie onder de knie te hebben. N. las toen ook al maar wou dit niet in de klas tonen. Pas toen de juf bij ons kwam las ze de juf voor.
De overgang is vlot gegaan en het 1° leerjaar was een echt succes (misschien te goed, want N. had meer dan de helft van de leerstof van 2° lj afgewerkt). Haar meester liet haar ook zelf bepalen wat en hoe snel ze verder wou;
2° lj = RAMP !!!. ze kreeg een jonge juf (eerste keer dat ze lesgaf) die de klas niet echt in handen had –gevolg:  verveling, ziekte, frustraties.
Op het einde van dat jaar heeft N. en de toetsen van 2 en 3 gedaan en die waren goed. CLB heeft haar toen op vraag van de school getest op HB met het gekende resultaat. advies was dus weer positief maar de school ging niet akkoord om N. te laten overgaan naar 4°. Volgens hen kon ze het emotioneel niet aan. en nog een jaar in dezelfde klas zagen wij niet zitten (in de montessorischool zitten ze 3 jaar bij dezelfde lkr)
Ze heeft dan ook een jaartje niet naar de Montessori school geweest (deeltijds in een andere school 4° jaar en 6 m thuisonderwijs) en sinds vorig jaar zit ze terug op de Montessori school. Intussen is Tessa Kieboom wel met de school gaan praten.
Nu zit N. in groep 6. Vorig jaar werd er toch wel wat tegengewerkt (vooral de lkr. Frans) maar nu gaat alles vrij vlot. De laatste 6 weken is ze een zonnetje in huis en wij hopen dat het zo blijft.

Heeft ze geen problemen met overgeslagen leerstof en niet aangeleerde vaardigheden?
Er zijn een aantal vaardigheden die ze ontbreekt (vooral wat wiskunde betreft). Daar wordt dit jaar nu extra aandacht aan besteed. N. 'moet' nu alle dagen een rekentaak kiezen uit het aanbod op school.  Intussen heeft ze ook die leerstof volledig afgewerkt en maakt ze taken die bestemd zijn voor 1° SO. Haar Frans is ook meer dan bijgebeend nu ze een juf heeft die haar wel aanvaard. Natuurlijk zit je wel met de beperkingen van haar leeftijd. Zo turnt ze mee met groep 4 ipv 6. en bij fietsuitstappen ga ik meestal mee als begeleider : Ze kan nu eenmaal niet zo vlug zijn.

Hoe voelt ze zich erbij?  
Nu, goed. ze vindt enkel vervelend dat ze altijd moet uitleggen hoe ze in groep 6 zit terwijl ze maar 9 is. De laatste weken slaat de verveling een beetje toe, maar een extra spreekbeurt of knutseltaak lossen het voorlopig op.

Hebben jullie geen schrik dat ze zich als 'kind tussen pubers' (zie die recente krantenartikels…) vervreemd gaat voelen?
Ja, zonder twijfel. Humaniora staat hier dan ook niet op het programma. Een 9-jarige tussen 12 en 13 jarigen, dat zorgt op alle vlakken voor moeilijkheden
a. de pubers die haar niet zo vlug zullen aanvaarden
b. N. die de pubers misschien nog kinderen vindt : ze is mentaal ook vrij veel voor op haar leeftijd, vooral de laatste 3 maanden heeft hier grote sprongen in gemaakt. bovendien wil ze soms nog een kind zijn en spelen (wat niet meer dan normaal) is
c. de ouders van de andere leerlingen
d. de moeilijkste brok : de leerkrachten zelf. We moeten al eerst een school vinden waar de directie bereid is haar te aanvaarden en dan moet je al die leerkrachten nog kunnen overtuigen.
dus ofwel gaat ze naar de Parkschool ofwel blijft ze thuis (intussen volgde N reeds enkele jaren thuisonderwijs, met succes)

Wie nam het initiatief tot versnellen?  
1° keer : lkr en ouders en N.
2° keer : Wij en N. (en met de steun van Tessa Kieboom)

Zijn leerling, ouders en leerkrachten blij met hun beslissing om te versnellen?
1° jaar : ja
2° jaar : N. eerst niet omdat het teveel opviel (ze haat werkelijke al die vragen : volgens haar moeten ze haar maar gewoon laten doen), nu niet meer.

*****

D. was al in de eerste en tweede kleuterklas voor op z'n klasgenootjes. Hij maakte rekenoefeningetjes, kende de klok, ... Z'n toenmalige kleuterjuffen besteedden daar weinig aandacht aan. Hij was dan ook een gemakkelijk kleutertje dat heel graag speelde met z'n vriendjes. Thuis draaide wel alles om cijfertjes.
De juf van de derde kleuterklas was helemaal anders. Al tijdens de 2de week van het schooljaar sprak ze me aan en vroeg me of ik hem nooit had willen laten testen. Hij kon en wist zoveel, stelde enorm veel vragen.  Voor ons niet nieuw.
D. is toen vlak voor de kerstvakantie getest door het CLB en HB bevonden. Omdat hij op dat moment nog niet met lezen bezig was, raadde men ons aan nog even af te wachten. Misschien kon hij nog wel gewoon naar het eerste met een beetje extra werk voor rekenen. Na de krokusvakantie kon hij echter lezen.
We contacteerden opnieuw de juf en vroegen ons af wat hij nu nog in het eerste leerjaar zou moeten gaan doen. Hij zou zich daar enorm gaan vervelen. Z'n kleuterjuf zou het eens bespreken in school met de directeur, taakjuf en juffen van het eerste leerjaar. Een week later (ondertussen midden maart) werd ik aan de schoolpoort door z'n kleuterjuf en de directeur aangesproken of ik tijd had voor een kort gesprekje. De juf van het eerste leerjaar had D. in die week nog eens geobserveerd. Hij had wat rekenoefeningetjes moeten maken, woordjes lezen en schrijven. Ze was  tot de conclusie gekomen dat hij meer dan rijp was voor het eerste leerjaar. We hebben toen afgesproken dat hij  onmiddellijk naar het eerste leerjaar zou overgaan. (in maart nota bene!)  De eerste 2 weken alleen in de voormiddag en daarna volle dagen.
Dat is heel goed gelukt. Hij werd goed opgevangen door de juf en heeft  geen aanpassingsproblemen gehad. Ondertussen zit hij in het derde leerjaar en z'n resultaten zijn nog steeds enorm goed en hij voelt zich in de klas ook op z'n plaats.
Voor D. is versnellen een goede oplossing gebleken.  Versnellen ergens midden in een schooljaar is natuurlijk niet aan te raden maar mits goede begeleiding is het best mogelijk.

*****

Onze H. (°04/98) was nog geen anderhalf toen de onthaalmoeder een kindje van 2 1/2 leerde tellen tot 10. H. speelde verder en luisterde niet, maar de volgende dag telde ze tot 10. En enkele weken later tot 20. Toen ze 20 maanden was, kende ze alle lettertjes, ze zong tientallen liedjes enz. De onthaalmoeder zei : ik doe dit al 25 jaar, maar zo'n kindje heb ik nog nooit gehad, ze zullen een speciale school voor haar moeten uitvinden.
H. begon in de 1ste kleuterklas, een zomerklasje was er niet. Toen ze na de krokusvakantie toch een peuterklasje maakten, bleef H. samen met enkele andere peutertjes in de eerste kleuterklas, omdat de peuterklas anders te groot was. Daar hadden wij geen inspraak in, dat werd gewoon zo geregeld (de 8 oudste peutertjes). Dat betekende dat na de vakantie de meesten van haar klasgenootjes naar de tweede kleuterklas zouden gaan. Ze was erg gehecht aan haar vrienjes/vriendinnetjes. We vroegen ons af of ze niet beter met haar klasgenootjes over zou gaan naar de tweede kleuterklas. We namen contact op met het CLB, dat eerst niet bereid was hierover te spreken. Toen ik de directeur van een naburig schooltje vroeg te  bellen, kon het plots wel. H. werd getest en bleek een ontwikkelingsvoorsprong te hebben. Het CLB zou niet alleen toestaan dat ze naar de tweede kleuterklas overging, ze zouden het de school met klem aanraden. Dit alles vond in de laatste week voor de start van het nieuwe schooljaar plaats, er was geen tijd om nog met de juffen (duo-baan) van het tweede kleuterklasje te overleggen. We twijfelden erg, maar het feit dat ze dan bij haar vriendjes zou kunnen blijven, gaf de doorslag.
De eerste twee weken waren een ramp. De juffen van de tweede kleuterklas waren erg gekant tegen het feit dat H. versneld was en deden dan ook alles om dat haar te laten voelen. Bovendien waren de klasjes helemaal door elkaar gehusseld, zodat H. in een bijna totaal nieuwe klas terecht kwam. De juffen kwamen met allerlei argumenten om te bewijzen dat 'H. sociaal-emotioneel nog niet rijp was ' : 1/' ze speelt altijd met dezelfde vriendinnetjes, de jongste kindjes van de klas.' Dat vond ik helemaal niet onlogisch, het waren de enige kindjes die ze al van vorig jaar kende, en dat waren toevallig de jongste kindjes van de klas. 2/ 'ze moest haar handen wassen en ze vroeg me (=de juf) om haar te helpen'. Toen ik zei dat ik dat vreemd vond, want dat ze thuis wel haar handen waste, bleek dat ze eigenlijk gewoon niet bij de kraan kon (ze is erg klein).
Na die twee weken ging alles weer goed. H. had nieuwe vriendjes gemaakt, zich aangepast aan een nieuwe groep en aan twee nieuwe juffen. Niet zo eenvoudig toch om dat in 2 weken te doen als je nog geen 3 1/2 bent? Na die 2 aanpassingsweken heb ik nooit meer iets van de juffen gehoord. Toen alles goed ging, vonden ze het blijkbaar niet de moeite meer om dat ook eventjes te zeggen. Dus ik bleef me natuurlijk zorgen maken, me afvragen of we er wel goed aan gedaan hadden. Als ik de juffen vroeg hoe het ging, zeiden ze : geen probleem. Punt.
Uiteindelijk belde ik op het eind van het schooljaar het CLB, zei dat we afgesproken hadden verder te evalueren hoe het verliep, maar dat ik bij de juffen geen respons kreeg. Het CLB heeft dan nog eens contact opgenomen met de juffen, die blijkbaar gezegd hebben dat ze geen problemen zagen om over te gaan naar het derde kleuterklasje.
Nu zit H. dus in het derde kleuterklasje. Haar juf is de zus van mijn man, die gelukkig veel begrip heeft voor het versnellen. Volgens haar hoort H. tot de besten van de klas, ze speelt met iedereen, is erg sociaal, creatief en hebben we de goeie keuze gemaakt. Ze heeft alleen een groot gebrek aan zelfvertrouwen. Onlangs heeft ze de toetertest gehad, het resultaat kennen we nog niet, maar het zou erg goed zijn (hebben we via via gehoord, ahum). Toch maak ik me nog altijd zorgen. Hebben we hier wel goed aan gedaan ? Vanaf september zal ze maar weinig meer kunnen spelen, ze zal huiswerk hebben, meer verantwoordelijkheid, mee moeten gaan zwemmen (terwijl haar grove motoriek niet echt jedàt is) enz. Ik ben volop op zoek naar een school waar ze niet geviseerd wordt omdat ze versneld is, maar vind dat maar.... Ik hoop ergens dat ze terecht kan op de freinetschool in de buurt, waar ze misschien volgens haar eigen kunnen en wensen zou kunnen werken, bv. rekenen en taal met de kinderen van het eerste leerjaar en turnen en zwemmen met de kinderen van de derde kleuterklas. Ze is ook erg klein en omdat ze zelf niet al te veel zelfvertrouwen uitstraalt, wordt ze o zo vaak onderschat. Ik weet nu al dat wanneer ze op een nieuwe school zal aankomen, de leerkrachten meteen zullen denken : wat moet zo'n klein kindje in het eerste leerjaar, wat denken die ouders wel.

*****

Toen N. (°06.94) in de tweede kleuterklas zat viel ons op dat zij erg goed kon rekenen. Niet dat ze echt rekenoefeningen zat op te lossen, maar ze gaf wel steeds de oplossingen van de rekenoefeningetjes die we aan haar 2 jaar oudere zus voorlegden en ook in het dagelijkse leven zat ze constant uit te rekenen wat de rekening in het café zou zijn, hoeveel boeken we met de ganse familie mochten lenen in de bibliotheek enz... enz...
Toen we op het einde van die kleuterklas een gesprek hadden met de juf, vroegen we haar mening over het eventueel overslaan van de derde kleuterklas om dadelijk naar het eerste studiejaar te gaan. De juf, die ook wel gemerkt had dat ze snel mee was met alles en ook heel graag werkjes maakte, vond toch dat N. ook nog heel graag speelde en raadde de versnelling daarom af.
Omdat er van N. ook helemaal geen klachten kwamen, hebben we dan de raad van de juf opgevolgd en is N. het volgende schooljaar gewoon naar de derde kleuterklas gegaan met haar vriendinnetjes.
Dit bleek een goede keuze geweest te zijn, want ook dat schooljaar lang heeft N. niet een keer geklaagd dat het op school te saai of wat dan ook zou zijn. Wel zag ze er erg naar uit om naar het eerste studiejaar te gaan en er van alles te leren.
In het begin van het eerste studiejaar was ze dan ook heel enthousiast!
Eind oktober begon ze echter te klagen over buikpijn. Na dit enkele weken afgewacht te hebben, bleek de buikpijn zich alleen op school te manifesteren en dan nog alleen maar tijdens de les. Omdat we toen vermoedden dat deze buikpijn een symptoom was van verveling, hebben we het CLB om een test gevraagd. Ondertussen gaf de juf in afwachting al wel extra werkjes waardoor de buikpijn al min of meer verdwenen was. De tests wezen uit dat N. hb was. Het CLB had ook testjes einde eerste studiejaar afgenomen en die legde ze ook quasi foutloos af. In samenspraak met de schooldirectie en de juffen van het eerste en tweede studiejaar, raadde het CLB ons toen aan om N. zo snel mogelijk naar het tweede studiejaar te laten overgaan zodat ze nog net de herhalingslessen voor de kerst-toetsen kon meepikken. Een alternatief was N. in het eerste studiejaar te laten maar haar zodanig bij te werken dat ze op het einde van het eerste naar het derde studiejaar zou kunnen overgaan. Na heel wat wikken en wegen hebben we dan maar voor de Big Bang oplossing gekozen en is N. de dag na Sinterklaas naar het tweede studiejaar overgegaan.
De eerste paar weken had N. nog wat bijwerking nodig ivm. spelling en schrijven (want dat had ze tot dan toe nog helemaal niet gehad in het eerste), maar al snel pikte ze met de leerstof aan. Met de kerstexamens behaalde ze net de klasmeridiaan en op het einde van het tweede studiejaar behoorde ze al tot de top 3 van de klas. En die buikpijn? Als sneeuw voor de zon verdwenen! En de vriendinnetjes? Tijdens de speeltijd heeft ze nog heel lang met de vriendinnetjes van haar originele klas gespeeld. Maar dat is ondertussen erg vervaagd en ze heeft zich nu volledig bij haar huidige klas aangesloten.
Ondertussen zit N. in het vierde studiejaar. Ze voelt zich heel goed in de groep. Ze heeft wel voortdurend verbredingsstof nodig om geboeid te blijven en dit sinds het begin van het derde studiejaar. Technisch gezien hebben we het gevoel dat ze gemakkelijk nog een keertje zou kunnen versnellen, maar omdat we 2 jaar leeftijdsverschil toch wel erg veel vinden hopen we dat dit niet zal moeten gebeuren en dat de juffen het nodige materiaal en de nodige energie zullen blijven vinden.
Bij N. is de versnelling dus een succes gebleken. Voordeel bij N. is wel dat ze niet alleen intellectueel rapper is maar ook motorisch met alles dadelijk weg is en zelfs ook op het sociale vlak zeer 'rijp' is voor haar leeftijd (desondanks het speelse in de kleuterklasperiode).

*****

S. was zeker slim, stond wat lezen en rekenen betreft begin eerste leerjaar zo'n half jaartje voor op zijn klasgenootjes, schreef nog nauwelijks. Na één week in het eerste leerjaar, waar hij echt naar had uitgekeken hoewel hij een prima kleutertijd had en zich in de kleuterschool echt goed had gevoeld (kon ook moeilijk anders met prachtige juffen die ervaringsgericht en met aandacht voor elk individueel kind werkten!), had hij elke nacht nachtmerries, begon hij stilaan gedragsproblemen te vertonen, werd hij huilerig en onbeleefd tegen de juf, kortom: een kind op de rand van een instorting. En toen kwamen er ook nog wat pestprobleempjes bij die overwaaiden uit een andere klas en die men maar wat liet "vanzelf overgaan" (wat ze dus niet deden).
Hoewel ons plan was onze zoon zeker het eerste leerjaar te laten doorlopen omwille van het schrijven, stonden we voor blok: hij had behoefte aan een ander tempo, en dat was blijkbaar niet mogelijk in die klas op deze school.
We kregen de suggestie hem dus maar thuis te leren schrijven, zodat we een gedeeltelijke overstap naar tweede leerjaar zouden kunnen bekijken.
Echt enthousiast was hij niet: hij eiste (ook eens een keertje in de klas met luide stem blijkbaar) dat hij OP SCHOOL dingen zou bijleren, thuis wilde hij liever spelen.
Via een gedeeltelijke versnelling voor wiskunde konden we hem nog een béétje tevreden houden, maar tegen het einde van dat eerste trimester werd duidelijk: als er niets gebeurde in dat eerste leerjaar qua verdere differentiatie, kon onze zoon zo niet verder. Intussen zwierf hij tussen twee klassen heen en weer, volgde nog 3 uurtjes kangoeroeklas per week, mocht hij meedoen aan klasdoorbrekend werken... zodat hij op een dag thuiskwam en laconiek aankondigde die dag 5 juffen te hebben gehad!
Ti jdens de kerstvakantie, na een beter rapport in het tweede leerjaar voor wiskunde dan in het eerste leerjaar voor hetzelfde vak (!), hebben we beslist de school toch maar te vragen hem te versnellen naar het tweede leerjaar. Het leek ons het minste kwaad van de twee, en onze zoon zijn dringende, herhaalde vraag om die stap te mogen nemen, zelfs na alle tegenargumenten die we aandroegen te hebben aanhoord, haalde ons uiteindelijk over de brug: aan motivatie alleszins geen gebrek.
Op de school hoorden we niet echt enthousiasme in de stemmen: hij was "het staartje van de klas" voor schrijven en spelling in het eerste leerjaar, hij was niet echt gemotiveerd om hard te werken, was te perfectionistisch en nog "emotioneel jong", kortom: men gaf toe maar met veel twijfels, en een zweem van "die pushende ouders toch die hun kind geen kind laten zijn" klonk toch door in de stemmen.
Onze zoon kreeg geen concessies. Na twee dagen al toetsen, direct een leerlingenvolgsysteem op zijn bord, kortom: geen al te makkelijke start. En dat in een klas waarvan het tempo, omwille van de aanwezigheid van heel slimme en enkele hoogbegaafde leerlingen, bewust hoog werd gehouden.
We zijn intussen bijna 4,5 maanden verder, en enkele erg mooie rapporten hebben getoond dat de twijfels van de school(oef!) gelukkig niet terecht waren. S heeft zich ontpopt tot een kind dat er helemaal bij hoort in dat tweede leerjaar, met een grote inzet, heeft terug zijn vrolijke gezichtje en veerkracht hervonden, en zijn (sporadische) nachtmerries gaan al lang niet meer over school maar over pokemon en megabots, of over die laatste basketwedstrijd.
Zijn geschrift is niet echt moeders mooiste te noemen, maar hij vordert en zijn spelling begint ook best op dreef te komen. We maken ons dus geen zorgen voor volgend jaar, en de school ook niet. Met terug wat kangoeroeklasjes erbij, en een juf die wat differentieert waar nodig, denken we dat het best wel eens een leuk jaar kan worden.
Zouden we het opnieuw doen? Dat is niet echt de vraag die zich stelt, want in de situatie op die school was er geen alternatief. De vraag is eerder: hoe hadden we dit alles anders kunnen doen? En dan komen we alras uit op de nood aan een brede zorg voor HB kinderen, met veel differentiatie en verbreding, OOK in een eerste leerjaar, want onze zoon had echt geen probleem met zijn sociale contacten met leeftijdsgenootjes (integendeel, hij paste echt in dat hechte groepje), dus versnelden we echt alleen maar omwille van die leerstof....Jammer genoeg was de optie hem dus niet gegund om in zijn leeftijdsgroep te blijven met flink wat verbreding. Veel spijt hebben we echter niet hoor: je moet zijn snoetje maar bekijken en je ziet dat hij zich kiplekker voelt bij die parel van een juf, en dat hij uitkijkt naar dat derde leerjaar. Van demotivatie is bij hem gelukkig geen sprake meer: vanochtend nog stelde hij parmantig voor om toch maar universiteit te doen later, want "dat duurt het langste".

 

EC, MO, YW

© www.hoogbegaafdvlaanderen.be | Email : info@hoogbegaafdvlaanderen.be