Onze zoon was net 5 toen hij de sprong maakte van het tweede kleuterklasje
naar het eerste leerjaar.
Hij kwam weliswaar uit een graadklas, waar hij, als hij mocht kiezen,
de werkjes van de derde kleuterklas maakte (schrijfdans, letterherkenning,
...). Bij vrij spel koos hij echter steevast de jongsten van de klas uit
als speelkameraadjes (dat was één van de punten die de juf
aanhaalde om versnelling af te raden).
Versnelling werd ons aangeraden door het CLB en mede de vele positieve
reacties van leden van de mailgroup hebben ons de knoop doen doorhakken.
Een ander belangrijk argument was dat zijn zogezegde 'sociaal-emotionele
onrijpheid' volledig onzichtbaar was als hij thuis was of met oudere kinderen
kon spelen.
Sinds hij versneld is heeft hij meer vriendjes en is minder verlegen,
heeft veel meer energie, zingt weer (zong continu als peuter en is abrupt
gestopt zodra hij in de kleuterklas zat), kortom, hij voelt zich duidelijk
beter in zijn vel. Voor ons was de versnelling een positieve ervaring.
We realiseren ons wel dat enkel versnellen niet voldoende zal zijn, en
dat verbreden noodzakelijk zal zijn.
*****
Bij het begin van een eerste leerjaar is alles toch fijn voor een kind
dat al een beetje kan rekenen en lezen, en uitkijkt naar leren schrijven?
Of niet soms?
Woede, onmacht, zichzelf niet meer in de hand hebben... het roept wel
iets op bij mij...
Als ik tegen de juf op school zeg dat mijn zoontje gisteren weer helemaal
overstuur was, krijg ik steevast te horen “ach ja mama, alle kinderen
zijn wel moe in ’t begin van het eerste leerjaar”. Maar daar
zit het ‘m nu net: het is geen gewone moeheid. Die ken ik bij mijn
kind.
Ik heb het over echte onbeheerste woede uitbarstingen, waarin hij zich
helemaal niet in de hand meer heeft. Naast dat probleem, voor hem toch
erg, is er ook het hele circus er rond: hij wil dat de wereld weet dat
hij triestig is, zo lijkt het, dus “mama en papa, ik wou dat jullie
dood waren” (want jullie blijven me elke dag op die vreselijke school
afzetten), broers die geschopt of weggeduwd worden als ze proberen te
troosten, en vooral: het gevoel dat hij achteraf heeft van “wat
ben ik toch een stommeling, zo tekeer gaan”.
Als ik dit nog niet eerder had meegemaakt, ik zou de juf nog geloven,
wie weet.
Maar we hebben al eens zoiets meegemaakt. Toen onze oudste zoon in de
eerste kleuterklas helemaal geen aansluiting vond bij de andere kinderen,
noch bij de juffen op begrip kon rekenen. Die was elke dag goed voor een
half uur tot een uur ontlading na schooltijd. Het “mijn buikje zegt
dat ik dit moet doen” kwam er ooit uit als verklaring. Het leek
wel of er een kleine vulkaan tot ontploffing kwam elke avond, het resultaat
van opperste frustratie.
Bleek dat hij, met zijn grote ontwikkelingsvoorsprong op de klasgenootjes,
zich onbegrepen, niet aanvaard, volledige buitenstaander voelde in die
klas. Een klas waar hij op de eerste schooldag fluitend van zin binnen
stapte.
En dus staat ons voornemen vast. Ofwel wordt het voor onze zoon een
beetje leuk op school, begint hij (eindelijk!) iets te leren in de klas,
of hij versnelt, maar dan mét begeleiding, zodat hij snel bijbeent
(hij kan niet goed tegen falen). Een alternatief is thuisonderwijs voor
ons (nog) niet, omdat hij zo veel heeft aan heel het sociale proces dat
zich toch ook op school afspeelt.
Alleszins staat de zorgcoördinator positief tegenover het ingaan
op de kennelijke schreeuw van onze zoon om iets nieuws te “mogen”
leren. Wij “mogen” thuis beginnen schrijven met hem (deed
hij al een klein beetje, op school is het nog steeds voorbereidend schrijven
tot in november),” mogen” verder ingaan op zijn rekenen (hij
begint aan dingen die in tweede leerjaar geleerd worden momenteel), hij
“mag” verder oefenen op lezen (leest volgens de test AVI 1
maar, en leest thuis AVI2-3 boekjes vlot), enz. Alleen... ze ziet dit
als iets wat we thuis gaan doen, hem “bijwerken”. “En
dan een goeie IQ test zodra hij 6 is, en we zien dan wel ivm alvast een
beetje meedoen met het tweede leerjaar”....
Alleen: wij willen eigenlijk gewoon dat hij NU uitdaging krijgt, BINNEN
DE SCHOOL, ook al omdat hij dat zo ook wil: thuis wil hij spelen, hij
eist zelf het recht om iets te leren op school op (blijkbaar enkele weken
later ook met luide stem in de klas). Hij staat zo’n klein half
jaar voor op de klasgenootjes, en dat enkel voor lezen en rekenen, dus
als ze hem nu eens op dat niveau zouden laten werken? De juf hoeft enkel
in de plaats van werkboekje 1, het derde of vierde te geven... En dan
zien we wel hoe hij evolueert? Wij vinden het ZO onlogisch dat hij zich
uren per dag op school zit in te houden, dingen zit te doen die hij spotgemakkelijk
vindt (met als gevolg goed wat aandachtsfouten)... om dan thuis achteraf
met een moe en ongeduldig gemaakt kind aan het serieuze werk te moeten
beginnen, een kind dat protesteert omdat het eigenlijk (terecht) vindt
dat hij die dingen op die voor hem nauwelijks zinnig doorgebrachte tijd
op school zou moeten leren!
Onlogisch hé.
En begin maar eens aan om iets bekomen, met een leerkracht die zegt “maar
hij is zo flink mama, hij doet zo goed mee, is zo braaf”...
Achterafje...Moeten we ons gelukkig prijzen dat ons kind dat brave gedrag
op school heeft laten vallen na enkele weken, en er een "attitudeprobleem"
werd gemeld door de juf? Misschien wel, want zo is er tenminste een zekere
openheid gekomen om het probleem te zien...
(lees wat verder op deze pagina het verhaal van S., een verhaal
van een succesvolle versnelling dat op deze tekst volgt, een versnelling
die volgens de ouders niet vermijdbaar was, maar die ze liever later in
zijn schoolloopbaan hadden doorgevoerd)
*****
G. zit halftijds in het eerste en halftijds in het tweede leerjaar.
In december vorig jaar zijn we nog eens naar zijn juf van het eerste geweest
omdat G. hoe langer hoe meer psychosomatische klachten had. Er was
geen enkele dag dat hij met de glimlach naar school ging, had altijd buik-
of hoofdpijn en hijzelf vond het 'schandalig' dat we hem naar school stuurde
terwijl hij zo ziek was. Maar eigenlijk was er lichamelijk niets,
maar G. was heel erg ongelukkig. Huiswerk was 'stom, papgemakkelijk
en oervervelend'. Het was constant een strijd om hem zijn huiswerk
te laten maken, terwijl het voor hem oefeningen waren die op minder dan
twee minuten konden afgewerkt worden. Hij was voor niets meer te
motiveren en het was voor ons, als ouders, duidelijk dat er iets moest
veranderen. Ik wou terug een gelukkig kind.
Er werd toen samen met de school beslist om G. de hoofdvakken in het tweede
leerjaar te laten volgen (in de voormiddag) en de andere vakken in het
eerste leerjaar (in de namiddag). Bij G. bracht dit tweeërlei
gevoelens te weeg. Enerzijds sprak hem het moeilijkere werk aan,
en anderzijds wou hij niet weg uit zijn vertrouwde klas. Ik was
er bang voor, maar vond het het proberen waard.
Dus vanaf de eerste dag na de kerstvakantie werd dit systeem uitgevoerd.
De vakken in het tweede zijn taal, rekenen en catechese. In het
eerste krijgt hij WO, turnen, tekenen, zwemmen. Behalve op
vrijdag, terwijl het tweede leerjaar in de vm gaat zwemmen, gaat G. naar
het eerste leerjaar en krijgt dan daar oefeningen te maken van het tweede.
(bv. terwijl de kinderen vh eerste rekenenoefeningen moeten maken,
moet hij er ook maken maar van het tweede leerjaar)
Terwijl G. eerst altijd boos was op zijn juf van het eerste, vond het
nu spijtig dat hij daar niet altijd meer heen kon.
Duidelijk was wel dat dit zeer tijdelijk was, gewoon omdat hij zijn draai
nog moest vinden zowel bij de nieuwe juf als bij de nieuwe kindjes. Terwijl
in het eerste het niet heel de tijd noodzakelijk is dat je de hele dag
op je stoel zit, wordt dat in een tweede leerjaar wel verwacht. Ineens
kreeg dat kind om de twee dagen 'tafeltoets', iets waar hij nog nooit
van gehoord had.
En nu gaat het ongelooflijk goed met hem. Van in het begin zei hij
dat het leuk was dat hij nu moeilijke dingen moest doen, dat hij nu eens
dingen leerde die hij nog niet kende. En anderzijds is hij blij
dat hij de kindjes van het eerste nog heeft omdat hij die kent. Maar
stilaan leert hij nu ook de kinderen van het tweede beter kennen en na
Pasen zal hij volledig naar het tweede leerjaar gaan. Ik denk dat
hij er dan wel klaar voor is. Je merkt dat hij ook daar zijn draai
heeft gevonden. En met krokus had hij 83%, wat ik heel goed vind.
Hetgeen wat nog het moeilijkste is voor hem, is het tempo. Hij
is door die overstap een jaar kwijt wat betreft opbouwen van tempo.
Maar ook hierin ziet de juf al verbetering. Ik ben echt blij dat
we de stap gezet hebben.
Als we er nu op terugkijken: Wij hebben al van de kerstvakantie van het
tweede kleuterklasje naar meer gevraagd voor G. maar nooit iets verkregen.
In de derde kleuterklas heeft hij zich stierlijk verveeld, deed
niets meer graag. Dat is voor hem echt een verloren jaar geweest,
eigenlijk had het nog beter geweest hadden we hem dan kunnen versnellen,
maar ik ben heel blij dat we uiteindelijk hem terug gelukkig kunnen zien.
Hij komt met de glimlach thuis van school maar gaat ook met de glimlach
naar school, zeurt nooit meer om naar school te gaan. Hij komt thuis
en begint spontaan, zonder enige motivatie van ons aan zijn huiswerk.
Na het huiswerk, speelt hij buiten of kijkt Ketnet, we eten, dan
wassen en pyama aandoen en dan gaat zijn zus naar bed. G. heeft
dan nog een uurtje (tussen 19 en 20 u) en zet spontaan de tv af (terwijl
ik zus in bed leg) en begint in oefenboeken te werken (tafels oefenen
of taaloefeningen), als ik terug beneden ben vraagt hij soms of ik hem
een dictee wil afnemen enz. Is er dan niet terug motivatie ?
Leuk hé, ik hoop echt dat je iets hebt aan mijn positieve ervaring
*****
Wij hadden een heel negatieve ervaring met de versnelling van ons kindje.
De juf wilde hem eigenlijk niet, en dat hebben we geweten. Na twee
weken hebben we dus maar voorgesteld dat hij gewoon terug naar zijn oude
klasje zou gaan, en gelukkig kwam hij daar samen met zijn vriendjes terecht
bij een parel van een juf. Die derde kleuterklas, die hebben we
het jaar daarna gewoon overgeslagen, en nu gaat het ons kindje goed in
het eerste leerjaar, op een andere school wel.
*****
Wij hebben inderdaad ervaring met versnellen. Als je daarover nadenkt,
bereid je er dan best op voor dat je allerlei argumenten over je heen
gaat krijgen die allemaal te maken hebben met de emotionele kant van de
zaak en allemaal negatief! Tenminste, zo was het toch bij ons.
Toen onze oudste in de 2e kleuterklas begon te lezen en al behoorlijk
kon hoofdrekenen, zijn we naar een onafhankelijk CLB gestapt en hebben
hem daar laten testen op schoolrijpheid en later ook een IQ-test. Onze
zoon bleek inderdaad rijp voor het 1e leerjaar. Dus wij naar school om
dat aan te kaarten. De juffen zagen eerst allemaal problemen op emotioneel
gebied. Wij hebben gewoon voet bij stuk gehouden en uiteindelijk zag de
juf van het 1e het zitten, mits we regelmatig contact met haar zouden
hebben.
Zo gezegd, zo gedaan. De eerste drie maanden waren moeilijk. In plaats
van een rustige jongen in de klas te zijn, dacht de juf dat onze zoon
ADHD had. Hij stond de ganse tijd te wippen en kon niet stil zitten op
z'n stoel. Hij begon terug in z'n broek te plassen overdag. Maar ja, wie
weet wat voor verwachtingen onze zoon had. Nu moest hij eerst op een goede
manier alle lettertjes weer leren schrijven en al die beginlesjes meemaken.
Uiteindelijk hebben we, na veel te lezen hierover, bedacht dat dat uit
verveling was, dat wippen en bewegen. De juf heeft hier dan extra op gelet
en inderdaad: als iets hem boeide was hij rustig en zat er met z'n neus
bovenop, als hij het al kende begon het gewip weer.
Na drie maanden ging het goed. Hij behaalde goede punten en was duidelijk
tevreden. Hij kreeg ook wel wat extra werkjes enzo. Achteraf bekeken zijn
we nog steeds blij dat we dat gedaan hebben. We geloven echt dat de problemen
anders nu nog veel groter zouden geweest zijn.
*****
Onze jongste heeft ook een verhaal. Die is (voor ons schoolsysteem)
drie dagen “te laat” geboren, nl. 3 januari. Hij zat in het
peuterklasje en mijn man en ik hebben voet bij stuk gehouden dat hij mee
moest doorschuiven naar het 2e klasje. Hij begon met cijfertjes te lezen
en was duidelijk een pienter kereltje. We dachten: voor die drie dagen
zullen de juffen niet moeilijk doen. Eh, verkeerd gedacht. Weer kregen
we zo'n lading over ons heen over emotionele problemen ed. De juf zei
ook nog: "maar hij kan helemaal nog geen poppetje tekenen!".
Toen viel ik bijna van m'n stoel, want thuis deed hij dat wel. Maar ja,
als ons meneerke iets niet wil doen, mag je op je hoofd gaan staan. Dus
heb ik een tekeningetje van thuis laten zien. Nu was het de juf die niet
wist wat zeggen. Hij zit nu goed in het 2e klasje. De juf heeft onze oudste
ook gehad en heeft al wat ervaring gehad. We zijn nog niet helemaal zeker
van hb bij hem, maar hij vertoont er wel tekenen van, zij het op een andere
manier. Wat enorm helpt is als de kinderen vriendjes hebben in de groep
waar ze naar toe gaan. Dat is voor de juffen blijkbaar een belangrijke
factor. Onze jongste was bevriend met een jongetje dat zou doorschuiven
naar de 2e klas en dus ietsje ouder was. Nu zijn het echt dikke vriendjes
en de juf vindt dat heel belangrijk.
*****
Onze middelste zit in de klas waar hij zou moeten zitten volgens zijn
leeftijd. Komt met knotsen van cijfers thuis, krijgt extra werkjes maar
is zeer tevreden. Voor hem zijn zijn vrienden heel belangrijk en hij is
gelukkig.
*****
Al vanaf het speelklasje werd voor ons duidelijk dat onze zoon (°1997)
het aangeboden programma al grotendeels achter zich gelaten had nog voordat
hij de schoolpoort de eerste keer binnenstapte. Dat eerste jaar was er
geen probleem op school, hij was ook nog maar 2, 5 jaar oud en omdat hij
nooit in een andere omgeving dan thuis had geleefd (geen crèche,
geen onthaalmoeder), waren er voor hem al genoeg nieuwe dingen te leren
uit de omgang met andere kinderen. Ook de structuur van de school wist
hem te boeien, zoals de positie van de directeur, het wel en wee van de
leerkrachten (wie praat met wie, wie gaat koffie drinken, wie doet op
welke dag de refter enz.) en de regels en afspraken die er gelden.
In het eerste kleuterklasje ging het minder goed, de afstand met de andere
kinderen werd groter omwille van zijn interesses die vaak verschilden
van die van de anderen. L. deed zijn best om zich aan te passen vanuit
zijn sterke behoefte aan sociaal contact, maar kwam zelf duidelijk minder
aan zijn trekken. Er kwamen in de loop van dat jaar ook meer conflicten
met de juffen en L. vroeg ook vaker om niet naar school te hoeven gaan,
thuis was hij ook vaak dwars en nerveus.
Aan het begin van de zomervakantie werd L. getest door het CLB, waaruit
een ontwikkelingsvoorsprong bleek, weliswaar met een grote V/p-kloof.
In de loop van de vakantie was L. (toen vier) meer en meer bezig met rekenen,
lezen en schrijven, hij was niet te stuiten en we beseften als ouders
meer en meer dat het verschil met de klasgenootjes in september waarschijnlijk
alleen maar toegenomen zou zijn. We begonnen aan een versnelling te denken,
maar omdat het CLB dat niet aanraadde, twijfelden we nog. Eind augustus
hebben we een adviesgesprek gehad met T. Kieboom van het CBO en beslisten
we alsnog tot een versnelling in september van tweede naar derde kleuterklas.
De school stond er niet echt achter, maar we hebben toch doorgezet, ondanks
de blijvende twijfels.
In september kwam onze zoon dan in de derde kleuterklas terecht en het
werd een rampzalige eerste week. De juf van de derde kleuterklas toonde
geen enkele vorm van soepelheid en L. werd vanaf de eerste dag zeer rigide
aangepakt en voor heel de klas tentoon gesteld (de aanleiding was een
tekening die er gemaakt moest worden voor bij de kapstok in de gang; toen
L. vond dat hij klaar was en wilde gaan spelen, vond de juf de tekening
niet voldoende en ze eiste dat hij verder werkte. Heel de week moest hij
telkens opnieuw aan die tekening werken, maar hij bleef, overtuigd van
zijn eigen gelijk, weigeren, waardoor de agitatie bij de juf en L. zelf
met de dag toenam.). Naar ons toe was de juf even weinig correct. Het
was overduidelijk dat ze er niet achter stond om een vierjarige bij haar
in de klas te hebben. Na die eerste week hebben we er de brui aan gegeven
en is L. terug naar zijn vorige klasgenootjes gegaan, in het tweede kleuterklasje.
De rest van het jaar ging het betrekkelijk goed, juf J. had een natural
flair om met ons kind om te gaan en hij voelde zich goed in zijn vel.
Er werd ook verbreding beloofd door de school, maar daar is in de praktijk
weinig van terecht gekomen, wat ze aanboden was geen uitdaging voor L.
omdat het globaal gezien nog steeds onder zijn niveau lag.
Aan het einde van dat schooljaar werd L. opnieuw getest, deze keer door
het CBO, omdat we graag een zicht kregen op zijn noden, we dachten nog
steeds dat we er initieel niet naast zaten met de versnelling op zich.
Het CBO concludeerde opnieuw die ontwikkelingsvoorsprong, in die mate
dat ze het nuttig achtten om hem eventueel toch weer te laten versnellen
(graag wil ik hierbij vermelden dat het CBO géén beslissingen
nam, ons ook niet stuurde in deze of gene richting, maar de testresultaten
objectief beoordeelde). Ongeveer op hetzelfde moment begon L. ook met
kinesitherapie omwille van zijn fijne motoriek, die toch duidelijk een
achterstand vertoonde t.o.v. de gemiddelde leeftijdsgenoot.
In juni beslisten we uiteindelijk om onze zoon vanaf het volgende schooljaar
naar een andere school in de buurt te laten gaan, waar ook kangoeroeklassen
werden ingericht. De voors waren: het aanbod van het eerste leerjaar waar
hij duidelijk aan toe was, een nieuwe start zonder de spoken uit het verleden
nog dagelijks op school tegen te moeten komen, de kangoeroeklassen en
zijn zus die nu ook mee naar school ging, wat het nieuwe aspect verzachtte.
De tegens waren: de aanpassing aan een nieuwe school, afscheid nemen van
de klasgenootjes, de kater van een mislukte versnelling nog vers in het
geheugen en de daarmee gepaard gaande onzekerheid dat het nu wél
zou gaan lukken, zowel bij ons als bij L.
De nieuwe start bleek een goede keuze; L. won aan zelfvertrouwen, maakte
snel nieuwe vrienden, werd veel makkelijker in de omgang en veel relaxter
en kan de leerstof van het eerste leerjaar in combinatie goed aan. Zijn
fijne motoriek wordt nog steeds ondersteund met kine, waar hij duidelijk
wel bij vaart.
Een verhaal met ups en downs, maar met een positieve afloop dus!"
*****
M. (°07/1997) werd versneld na de krokusvakantie, in de eerste kleuterklas.
Wat voorafging: twee juffen (duobaan) die het kind labelden als sociaal
niet aangepast, misschien wel ADHD, zeker een probleem met karakter, en
die over hun toeren waren. Een kind dat elke avond woede-aanvallen kreeg
bij het thuiskomen van de school. Een kind dat droomde, faalangstig
was bij activiteiten die een “schools” tintje hadden (tekenen
bv), en dat een heel negatief zelfbeeld had (ik ben slecht, ik heb geen
vriendjes, ik ben een stoute, ik probeer het wel maar ik kan niet braaf
zijn,…).
Het CLB haalden wij er zelf bij, omdat een zeer ervaren kleuterjuf (niet
van die school) ons dat adviseerde. Ze zei dat we nooit zouden kunnen
bereiken bij leerkrachten dat ze naar ons zouden luisteren in een dergelijke
situatie. Dat was voor ons een raar iets: wij zijn mondig genoeg, weten
best wat er aan de hand is, en kunnen ook beargumenteren wat er zou moeten
gebeuren. En dan toch iemand anders die ons kind ook alleen maar
kent van eens een test en een gesprek, een observatie, erbij moeten halen
om onze argumenten te ondersteunen. Maar dat is dus wel het lesje
dat we de laatste jaren hebben geleerd: hoe open een school ook is, diezelfde
argumenten uitgesproken door CLB, een psychologe of iemand van CBO, klinken
1000 maal harder dan wanneer ze van ouders komen.
CLB stelde testing voor, na een gesprek hier thuis over M.. Er kwam een
zeer hoge score uit op een aantal subtests, met name deze die te maken
hadden met getalbegip, en vooral taal (verschillende jaren voorsprong
op zijn kalenderleeftijd).
Na een gesprek op school, ook met de mogelijke toekomstige juf (die meteen
voor ons de juiste toon trof met haar vraag” Maar wat denkt jullie
zoon daar nu over?”, werd tot versnellen besloten.
Nadat we die avond aan M. hadden verteld dat hij van klas ging veranderen,
stopten diezelfde nacht nog de nachtmerries, en ook de woedebuien waren
weg. Het ging dat verdere schooljaar erg goed met hem. Hij presteerde
bij oefeningen die de juf zorgverbreding kwam doen beter dan de meeste
kindjes in de klas, hoewel die dus 1 jaar ouder waren. Het handwerk
was niet echt zo spectaculair, maar gezien hij juist op dat vlak faalangstig
in was, en thuis erg veel knutselde met fijne materialen, maakten we ons
daar geen zorgen over (achteraf zou wel blijken, in de lagere school,
dat zijn schrijven omwille van concentratieproblemen moeizaam op gang
kwam, maar dat wisten we toen nog niet).
Onze zoon ging, nadat we wel weer voor de directeur een papierke moesten
halen bij CBO “dat hij moest meegaan naar de volgende klas”,
gewoon mee met zijn klasgenootjes naar de derde kleuterklas.
En toen liep het grondig mis. De juf pakte hem helemaal verkeerd aan,
en heeft hem zelfs gepest (hoe kan je anders elke dag hetzelfde werkje
terugkrijgen noemen, steeds weer geviseerd worden, publiek vernederd worden
door de juf die zegt “zie je wel dat je het niet kunt”, enz…).
Wij hebben toen we zeker waren van die dingen (je hoort iets van je kind,
van een ouder, je ziet zelf eens iets, we zijn niet over één
nacht ijs gegaan, hebben zelfs de directeur hierover aangesproken, maar
die had er niet veel oor naar) stante pede de beslissing genomen van school
te veranderen, omdat duidelijk bleek dat de directeur geen vin ging verroeren,
en ons kind er onderdoor aan het gaan was. Ook CBO had geen goed gevoel
bij de school op dat moment, dus we zochten elders. Een school die open
stond (volgens de directeur van die school) voor hoogbegaafden en hun
soecifieke noden.
Het ging eerst moeizaam, die aanpassing aan nieuwe regeltjes enzo, en
vooral dan die derde kleuterklas werkjes (“die stomme werkjes”
noemde onze zoon ze), maar na Pasen begon het goed te gaan, nadat hij
capituleerde en de juf haar zin gaf (hij begon die werkjes te maken, dan
was hij van het gezeur af).
En dan op 't einde van 't schooljaar hadden ze... Niets voorzien. Behalve
“misschien halftijds eerste leerjaar, en halftijds derde kleuterklas,
want de toetertesten zijn goed, maar hij speelt nog zo graag”. Nu
net niet wat je moet doen om een kind een beetje structuur te geven, en
een veilige omgeving, zo tussen twee klassen heen en weer gaan, dachten
wij, en daar gingen we weer, op zoek naar een nieuwe school.
Om een lang verhaal van bezoeken aan scholen in de regio kort te maken:
we vonden een school die ging starten met een kangoeroeklasje, en waar
ze zelfs waardeerden dat we wilden meewerken. Erg veel lijn zit er nog
niet in dat kangoeroeklasje, maar het evolueert. Ikzelf probeer toch zo
goed mogelijk mee te werken, en hoop oprecht dat we zullen blijven vooruit
gaan. Het uitgangspunt moet immers de behoeftes van de leerlingen zijn,
en in een startperiode is dat, begrijpelijk, eerder de beschikbaarheid
van vrijwilligers en hun ideeën geweest.
Dus: wij hebben onze zoon éénmaal versneld, en dat was een
succes, maar het is geen directe garantie op verder succes hebben wij
ervaren: een verdere uitwerking van een goed programma voor je kind, en
een goede teamwerking tussen ouders en school, ook op moeilijke momenten,
is volgens mij veel belangrijker dan een "ideaal" standaardprogramma
voor een fictief groepje van "dé hb leerlingen". Wij
zullen verder ook proberen een grote differentiatie in de klas te blijven
bepleiten, en zo lang de secundaire scholen toch ook nauwelijks voorbereid
zijn op die versnelde kinderen, laten we ‘m liefst niet té
snel door die basisschool gaan.
*****
D. (°1995) lummelde doelloos rond in de tweede kleuterklas, hij
prutste een beetje hier, tekende een beetje daar maar vond duidelijk zijn
draai niet. Samen met de juf besloten we hem door het CLB te laten testen.
Dat testen gebeurde niet in ideale omstandigheden en er werd ook een vergissing
van enkele maanden gemaakt in zijn leeftijd, er werd een lichte HB vastgesteld.
We besloten in samenspraak met de juf D. te versnellen. Na de tweede kleuterklas
stak D. meteen over naar leefgroep 2 (ervaringsgericht onderwijs), naar
het eerste leerjaar. Aanvankelijk ging alles goed. D. had een slechte
fijne motoriek, dus schrijven was moeilijk, maar voor lezen en rekenen
was hij supergemotiveerd en hij vloog door de leerstof door. Ook zijn
houding was heel erg positief. Op D’s school werken ze met de "stad
van Axen", waarmee niet alleen de juffen maar ook de kinderen van
elkaar en van zichzelf via het gedrag van dieren kunnen aangeven of ze
behulpzaam, individualistisch, prestatiegericht, bemoeizuchtig, enz. zijn.
Op D’s rapport stond al dat "dierengedrag" in een
prachtig evenwicht, idealer kon niet. Naar het einde van het eerste leerjaar
toe, begonnen er al barsten te zitten in dit ideaal beeld. Wij schreven
dat toe aan vermoeidheid, nood aan de grote vakantie, enz. In het tweede
leerjaar ging het duidelijk slechter. De motivatie was weg, zijn gedrag
was gekeerd. D. werd een stoorzender in de groep. Op dat moment echter
ging onze aandacht vooral uit naar D.’s broertje, die ook bij D.
in het tweede zat, waar intussen een lichte autismespectrumstoornis
was vastgesteld en die het heel erg moeilijk had op school. Ik wist wel
dat het met D. niet echt goed ging in de klas, maar thuis was hij eigenlijk
nog altijd dezelfde, dus daar viel die verandering helemaal niet op. Bovendien
had ik mijn handen meer dan vol met de therapie en de begeleiding van
zijn broertje. Ik reageerde (goed fout, geef ik nu grif toe) zo van :
D. is slim genoeg, die heeft mij niet zo erg nodig als de andere.
Op het einde van het schooljaar had ik het gevoel dat het zowel met D.
als met zijn broertje grondig de soep indraaide. Eigelijk waren
wij allemaal, zowel ik als mijn drie kinderen totaal overstresst. De grote
vakantie was een zalige, zalvende weldaad. Na de vakantie begonnen de
problemen weer van voren af aan. Een korte overstap, vlak na het begin
van het schooljaar, naar een nieuw opgestart Freinetschooltje met kleine
graadklasjes, was een fiasco. Hoogbegaafd ? D ? Waar haalde ik dat idee,
zo reageerde de juf. Dan maar weer terug naar de vorige school. Op dat
moment geloofden wij zelf ook niet erg meer in die HB van D. Hij bakte
er immers niets van, kloeg dat alles te moeilijk was. Dus, ook nu weer
de totaal verkeerde reactie, lieten we D. (na hem in de kleuterschool
versneld te hebben) terug een jaartje zakken : van het derde naar het
tweede. Dat ging exact 1 week goed. Toen zakten ook in dat tweede zijn
prestaties als een baksteen. We zagen dat even aan maar besloten kort
daarna om D. opnieuw te laten testen. Uit die tweede testen bleek een
nog veel hogere score dan die in de kleuterklas. Meteen heb ik gevraagd
om D. terug in het derde te zetten (hij zat op dat moment een maand of
drie terug in het tweede). Intussen had ik een gesprek met het CBO, met
Tessa Kieboom, en daaruit bleek dat D. een absolute onderpresteerder was
(daar was ik intussen via literatuur ook achter gekomen)en dat er dringend
gehandeld moest worden. Op dit moment volgt D. een therapie en ben ik
hem zelf thuis aan het lesgeven. Zijn therapeute liet voorzichtig verstaan
dat nog een keer versnellen misschien een eventuele oplossing zou kunnen
zijn. Maar we zijn daar allemaal zeer voorzichtig mee en ik denk niet
dat we de oplossing daarin zullen zoeken.
Dat we D. versneld hebben, daarvan heb ik geen spijt. Wat ik wel absoluut
anders zou gedaan hebben, als ik toen wist wat ik nu weet, is zijn begeleiding.
In D’s geval hadden we het ook (achteraf gezien, alweer) beter op
een andere manier aangepakt : in de voormiddag voor het niveau werk (rekenen,
lezen, schrijven) versnellen en in de namiddag terug naar de kleuters
voor het spelen. D. was een echte speelvogel en hij gaf dat zelf wel eens
aan : dat rekenen en lezen vond hij wel fijn maar dat hij nu niet meer
zoveel mocht spelen, daar had hij het moeilijk mee. Dus versnellen :ja,
zou ik zeggen, maar alleen als onderdeel van een strikte begeleiding.
*****
Ik schrijf hier beknopt het verhaal van ons jongste kind, Abel (°06/94).
Om de leesbaarheid te bevorderen breng ik enige chronologie in het verhaal.
1. Eerste kleuterklas
Abel valt vooral op door z’n deugnieterijen op school. Omdat
we zelden het hele verhaal horen komt hij ons eerder rebels over dan wat
anders. Op school vindt men hem een moeilijk, ietwat afwezig kind. Een
kind dat nog niet verbaal genoeg is om z’n frustraties uit te leggen.Wat
denk je van een kind dat bij afwezigheid van z’n juf de klas volledig
barricadeert met stoeltjes? (lees : ik wil niet meer bij die juf zitten)
Die tijdens activiteiten de klas uitwandelt op zoek naar een klas
waar het interessanter is? (lees ; het is hier saai, ik ga “het”
elders wel zoeken).
2. Tweede kleuterklas.
Abel is dan bijna 5 jaar. Wij ontdekken dat hij kan lezen, en niet zomaar
maan-roos-vis. Nee. Hele boeken, stripverhalen, ondertitels. Alles. Op
school had men nog niets gemerkt, en omdat de grote vakantie bijna start
laten we het voor wat het is. Tijdens de vakantie begint Arne echter razendsnel
gelijk wat te leren, rekenen, , geschiedenis, aardrijkskunde. Hij zuigt
alles op als een spons en blijkt over een fantastisch geheugen te beschikken
3. Zomervakantie na de 2e kleuterklas
Na een telefoonmarathon van verschillende weken vinden we eindelijk iemand
van het CLB bereid om Abel te testen op schoolrijpheid. Na de testen krijgen
we toelating van de directeur van het CLB om Abel gelijk over te plaatsen
naar het eerste studiejaar. Maar de school zegt njet. Na véél
gediscussieer komt Abel in de derde kleuterklas terecht, bij een prachtjuf.
Abel gaat weer graag naar school, breekt niks af. Een zalig kind!
4. Derde kleuterklas
De kleuterjuf ondervind dagelijks hoe snel Abel evolueert ; tijdens de
schooluitstap naar de Zoo speelt hij gids omdat hij alle bordjes met uitleg
over de dieren voorleest. Een keer per week mag hij ook voorlezen voor
de klas. Hij floreert, voelt zich goed, gaat graag naar school. Nogmaals
besluit men Abel te testen, dit keer met het idee om hem van de derde
kleuterklas naar het twee studiejaar te laten overstappen.
Op school heerst een grote verdeeldheid over het wel/niet toelaten van
deze sprong. Uiteindelijk besluiten we het CBO (Antwerpen) in te schakelen.
Kwestie van een second opinion in handen te hebben. En dan volgen
de resultaten van het CBO, Abel haalt een IQ van 150 plus (11 punten over).
Samengevat komt het erop neer dat hij de capaciteiten heeft om de hele
lagere school op drie jaar tijd te voltooien
5. Tweede studiejaar
Abel zit in het tweede studiejaar en haspelt lessen af alsof hij nooit
iets anders deed. Hij haalt moeiteloos 100% op alle vakken. Omdat hij
gek is van sterrenkunde mag hij eens spreekbeurt geven. De juf vertelt
ons achteraf dat deze spreekbeurt het niveau had van een 6e studiejaar,
zij heeft de hele tijd woorden en begrippen moeten vertalen.
6. Derde studiejaar
Abel wordt in Juni acht jaar en zit nu in het derde studiejaar. Rapportcijfers
zijn weer altijd maximum cijfers. Interesse voor schoolse activiteiten
verlopen in een dalende lijn, hij vind alles saai en makkelijk. Aansluiting
bij andere leerlingen verloopt moeilijk. De juf legt vooral de nadruk
op Abel's emotionele kant, en probeert hem bij de klasgroep te betrekken.
Voor een groot deel is dit prima gelukt. Abel is aanvaard in de klas.
tot zover onze belevenissen.................
*****
Een verhaal in vraag/antwoord stijl.
Welke jaren sloeg N. over?
N. sloeg de derde kleuterklas en het derde leerjaar over.
Was dat makkelijk te regelen met school en CLB?
Voor de derde kleuterklas : na een test bij het CLB volgde er een positief
advies : de test is gekomen op vraag van de juf en ons. De eerste juf
(18m tot 2,5) van N. had toen al aangegeven dat zij toch heel snel was
en veel verder zat dan de andere kinderen. De eerste kleuterklas was een
ramp geweest en tijdens het tweede trimester van de 2° kleuterklas
ging het weer de verkeerde richting op. De juf 2° kleuterklas was
er niet echt tegen maar vond dat N. geen werkhouding had. Ze was te stil,
gaf niet aan zich te vervelen. Toen de juf materiaal voor 3e kleuterklas
aanbod, bleek N. dat in één twee drie onder de knie te hebben.
N. las toen ook al maar wou dit niet in de klas tonen. Pas toen de juf
bij ons kwam las ze de juf voor.
De overgang is vlot gegaan en het 1° leerjaar was een echt succes
(misschien te goed, want N. had meer dan de helft van de leerstof van
2° lj afgewerkt). Haar meester liet haar ook zelf bepalen wat en hoe
snel ze verder wou;
2° lj = RAMP !!!. ze kreeg een jonge juf (eerste keer dat ze lesgaf)
die de klas niet echt in handen had –gevolg: verveling, ziekte,
frustraties.
Op het einde van dat jaar heeft N. en de toetsen van 2 en 3 gedaan en
die waren goed. CLB heeft haar toen op vraag van de school getest op HB
met het gekende resultaat. advies was dus weer positief maar de school
ging niet akkoord om N. te laten overgaan naar 4°. Volgens hen kon
ze het emotioneel niet aan. en nog een jaar in dezelfde klas zagen wij
niet zitten (in de montessorischool zitten ze 3 jaar bij dezelfde lkr)
Ze heeft dan ook een jaartje niet naar de Montessori school geweest (deeltijds
in een andere school 4° jaar en 6 m thuisonderwijs) en sinds vorig
jaar zit ze terug op de Montessori school. Intussen is Tessa Kieboom wel
met de school gaan praten.
Nu zit N. in groep 6. Vorig jaar werd er toch wel wat tegengewerkt (vooral
de lkr. Frans) maar nu gaat alles vrij vlot. De laatste 6 weken is ze
een zonnetje in huis en wij hopen dat het zo blijft.
Heeft ze geen problemen met overgeslagen leerstof en niet aangeleerde
vaardigheden?
Er zijn een aantal vaardigheden die ze ontbreekt (vooral wat wiskunde
betreft). Daar wordt dit jaar nu extra aandacht aan besteed. N. 'moet'
nu alle dagen een rekentaak kiezen uit het aanbod op school. Intussen
heeft ze ook die leerstof volledig afgewerkt en maakt ze taken die bestemd
zijn voor 1° SO. Haar Frans is ook meer dan bijgebeend nu ze een juf
heeft die haar wel aanvaard. Natuurlijk zit je wel met de beperkingen
van haar leeftijd. Zo turnt ze mee met groep 4 ipv 6. en bij fietsuitstappen
ga ik meestal mee als begeleider : Ze kan nu eenmaal niet zo vlug zijn.
Hoe voelt ze zich erbij?
Nu, goed. ze vindt enkel vervelend dat ze altijd moet uitleggen hoe ze
in groep 6 zit terwijl ze maar 9 is. De laatste weken slaat de verveling
een beetje toe, maar een extra spreekbeurt of knutseltaak lossen het voorlopig
op.
Hebben jullie geen schrik dat ze zich als 'kind tussen pubers' (zie
die recente krantenartikels…) vervreemd gaat voelen?
Ja, zonder twijfel. Humaniora staat hier dan ook niet op het programma.
Een 9-jarige tussen 12 en 13 jarigen, dat zorgt op alle vlakken voor moeilijkheden
a. de pubers die haar niet zo vlug zullen aanvaarden
b. N. die de pubers misschien nog kinderen vindt : ze is mentaal ook vrij
veel voor op haar leeftijd, vooral de laatste 3 maanden heeft hier grote
sprongen in gemaakt. bovendien wil ze soms nog een kind zijn en spelen
(wat niet meer dan normaal) is
c. de ouders van de andere leerlingen
d. de moeilijkste brok : de leerkrachten zelf. We moeten al eerst een
school vinden waar de directie bereid is haar te aanvaarden en dan moet
je al die leerkrachten nog kunnen overtuigen.
dus ofwel gaat ze naar de Parkschool ofwel blijft ze thuis (intussen volgde
N reeds enkele jaren thuisonderwijs, met succes)
Wie nam het initiatief tot versnellen?
1° keer : lkr en ouders en N.
2° keer : Wij en N. (en met de steun van Tessa Kieboom)
Zijn leerling, ouders en leerkrachten blij met hun beslissing om
te versnellen?
1° jaar : ja
2° jaar : N. eerst niet omdat het teveel opviel (ze haat werkelijke
al die vragen : volgens haar moeten ze haar maar gewoon laten doen), nu
niet meer.
*****
D. was al in de eerste en tweede kleuterklas voor op z'n klasgenootjes.
Hij maakte rekenoefeningetjes, kende de klok, ... Z'n toenmalige kleuterjuffen
besteedden daar weinig aandacht aan. Hij was dan ook een gemakkelijk kleutertje
dat heel graag speelde met z'n vriendjes. Thuis draaide wel alles om cijfertjes.
De juf van de derde kleuterklas was helemaal anders. Al tijdens de 2de
week van het schooljaar sprak ze me aan en vroeg me of ik hem nooit had
willen laten testen. Hij kon en wist zoveel, stelde enorm veel vragen.
Voor ons niet nieuw.
D. is toen vlak voor de kerstvakantie getest door het CLB en HB bevonden.
Omdat hij op dat moment nog niet met lezen bezig was, raadde men ons aan
nog even af te wachten. Misschien kon hij nog wel gewoon naar het eerste
met een beetje extra werk voor rekenen. Na de krokusvakantie kon hij echter
lezen.
We contacteerden opnieuw de juf en vroegen ons af wat hij nu nog in het
eerste leerjaar zou moeten gaan doen. Hij zou zich daar enorm gaan vervelen.
Z'n kleuterjuf zou het eens bespreken in school met de directeur, taakjuf
en juffen van het eerste leerjaar. Een week later (ondertussen midden
maart) werd ik aan de schoolpoort door z'n kleuterjuf en de directeur
aangesproken of ik tijd had voor een kort gesprekje. De juf van het eerste
leerjaar had D. in die week nog eens geobserveerd. Hij had wat rekenoefeningetjes
moeten maken, woordjes lezen en schrijven. Ze was tot de conclusie
gekomen dat hij meer dan rijp was voor het eerste leerjaar. We hebben
toen afgesproken dat hij onmiddellijk naar het eerste leerjaar zou
overgaan. (in maart nota bene!) De eerste 2 weken alleen in de voormiddag
en daarna volle dagen.
Dat is heel goed gelukt. Hij werd goed opgevangen door de juf en heeft
geen aanpassingsproblemen gehad. Ondertussen zit hij in het derde
leerjaar en z'n resultaten zijn nog steeds enorm goed en hij voelt zich
in de klas ook op z'n plaats.
Voor D. is versnellen een goede oplossing gebleken. Versnellen ergens
midden in een schooljaar is natuurlijk niet aan te raden maar mits goede
begeleiding is het best mogelijk.
*****
Onze H. (°04/98) was nog geen anderhalf toen de onthaalmoeder een
kindje van 2 1/2 leerde tellen tot 10. H. speelde verder en luisterde
niet, maar de volgende dag telde ze tot 10. En enkele weken later tot
20. Toen ze 20 maanden was, kende ze alle lettertjes, ze zong tientallen
liedjes enz. De onthaalmoeder zei : ik doe dit al 25 jaar, maar zo'n kindje
heb ik nog nooit gehad, ze zullen een speciale school voor haar moeten
uitvinden.
H. begon in de 1ste kleuterklas, een zomerklasje was er niet. Toen ze
na de krokusvakantie toch een peuterklasje maakten, bleef H. samen met
enkele andere peutertjes in de eerste kleuterklas, omdat de peuterklas
anders te groot was. Daar hadden wij geen inspraak in, dat werd gewoon
zo geregeld (de 8 oudste peutertjes). Dat betekende dat na de vakantie
de meesten van haar klasgenootjes naar de tweede kleuterklas zouden gaan.
Ze was erg gehecht aan haar vrienjes/vriendinnetjes. We vroegen ons af
of ze niet beter met haar klasgenootjes over zou gaan naar de tweede kleuterklas.
We namen contact op met het CLB, dat eerst niet bereid was hierover te
spreken. Toen ik de directeur van een naburig schooltje vroeg te bellen,
kon het plots wel. H. werd getest en bleek een ontwikkelingsvoorsprong
te hebben. Het CLB zou niet alleen toestaan dat ze naar de tweede kleuterklas
overging, ze zouden het de school met klem aanraden. Dit alles vond in
de laatste week voor de start van het nieuwe schooljaar plaats, er was
geen tijd om nog met de juffen (duo-baan) van het tweede kleuterklasje
te overleggen. We twijfelden erg, maar het feit dat ze dan bij haar vriendjes
zou kunnen blijven, gaf de doorslag.
De eerste twee weken waren een ramp. De juffen van de tweede kleuterklas
waren erg gekant tegen het feit dat H. versneld was en deden dan ook alles
om dat haar te laten voelen. Bovendien waren de klasjes helemaal door
elkaar gehusseld, zodat H. in een bijna totaal nieuwe klas terecht kwam.
De juffen kwamen met allerlei argumenten om te bewijzen dat 'H. sociaal-emotioneel
nog niet rijp was ' : 1/' ze speelt altijd met dezelfde vriendinnetjes,
de jongste kindjes van de klas.' Dat vond ik helemaal niet onlogisch,
het waren de enige kindjes die ze al van vorig jaar kende, en dat waren
toevallig de jongste kindjes van de klas. 2/ 'ze moest haar handen wassen
en ze vroeg me (=de juf) om haar te helpen'. Toen ik zei dat ik dat vreemd
vond, want dat ze thuis wel haar handen waste, bleek dat ze eigenlijk
gewoon niet bij de kraan kon (ze is erg klein).
Na die twee weken ging alles weer goed. H. had nieuwe vriendjes gemaakt,
zich aangepast aan een nieuwe groep en aan twee nieuwe juffen. Niet zo
eenvoudig toch om dat in 2 weken te doen als je nog geen 3 1/2 bent? Na
die 2 aanpassingsweken heb ik nooit meer iets van de juffen gehoord. Toen
alles goed ging, vonden ze het blijkbaar niet de moeite meer om dat ook
eventjes te zeggen. Dus ik bleef me natuurlijk zorgen maken, me afvragen
of we er wel goed aan gedaan hadden. Als ik de juffen vroeg hoe het ging,
zeiden ze : geen probleem. Punt.
Uiteindelijk belde ik op het eind van het schooljaar het CLB, zei dat
we afgesproken hadden verder te evalueren hoe het verliep, maar dat ik
bij de juffen geen respons kreeg. Het CLB heeft dan nog eens contact opgenomen
met de juffen, die blijkbaar gezegd hebben dat ze geen problemen zagen
om over te gaan naar het derde kleuterklasje.
Nu zit H. dus in het derde kleuterklasje. Haar juf is de zus van mijn
man, die gelukkig veel begrip heeft voor het versnellen. Volgens haar
hoort H. tot de besten van de klas, ze speelt met iedereen, is erg sociaal,
creatief en hebben we de goeie keuze gemaakt. Ze heeft alleen een groot
gebrek aan zelfvertrouwen. Onlangs heeft ze de toetertest gehad, het resultaat
kennen we nog niet, maar het zou erg goed zijn (hebben we via via gehoord,
ahum). Toch maak ik me nog altijd zorgen. Hebben we hier wel goed aan
gedaan ? Vanaf september zal ze maar weinig meer kunnen spelen, ze zal
huiswerk hebben, meer verantwoordelijkheid, mee moeten gaan zwemmen (terwijl
haar grove motoriek niet echt jedàt is) enz. Ik ben volop op zoek
naar een school waar ze niet geviseerd wordt omdat ze versneld is, maar
vind dat maar.... Ik hoop ergens dat ze terecht kan op de freinetschool
in de buurt, waar ze misschien volgens haar eigen kunnen en wensen zou
kunnen werken, bv. rekenen en taal met de kinderen van het eerste leerjaar
en turnen en zwemmen met de kinderen van de derde kleuterklas. Ze is ook
erg klein en omdat ze zelf niet al te veel zelfvertrouwen uitstraalt,
wordt ze o zo vaak onderschat. Ik weet nu al dat wanneer ze op een nieuwe
school zal aankomen, de leerkrachten meteen zullen denken : wat moet zo'n
klein kindje in het eerste leerjaar, wat denken die ouders wel.
*****
Toen N. (°06.94) in de tweede kleuterklas zat viel ons op dat zij
erg goed kon rekenen. Niet dat ze echt rekenoefeningen zat op te lossen,
maar ze gaf wel steeds de oplossingen van de rekenoefeningetjes die we
aan haar 2 jaar oudere zus voorlegden en ook in het dagelijkse leven zat
ze constant uit te rekenen wat de rekening in het café zou zijn,
hoeveel boeken we met de ganse familie mochten lenen in de bibliotheek
enz... enz...
Toen we op het einde van die kleuterklas een gesprek hadden met de juf,
vroegen we haar mening over het eventueel overslaan van de derde kleuterklas
om dadelijk naar het eerste studiejaar te gaan. De juf, die ook wel gemerkt
had dat ze snel mee was met alles en ook heel graag werkjes maakte, vond
toch dat N. ook nog heel graag speelde en raadde de versnelling daarom
af.
Omdat er van N. ook helemaal geen klachten kwamen, hebben we dan de raad
van de juf opgevolgd en is N. het volgende schooljaar gewoon naar de derde
kleuterklas gegaan met haar vriendinnetjes.
Dit bleek een goede keuze geweest te zijn, want ook dat schooljaar lang
heeft N. niet een keer geklaagd dat het op school te saai of wat dan ook
zou zijn. Wel zag ze er erg naar uit om naar het eerste studiejaar te
gaan en er van alles te leren.
In het begin van het eerste studiejaar was ze dan ook heel enthousiast!
Eind oktober begon ze echter te klagen over buikpijn. Na dit enkele weken
afgewacht te hebben, bleek de buikpijn zich alleen op school te manifesteren
en dan nog alleen maar tijdens de les. Omdat we toen vermoedden dat deze
buikpijn een symptoom was van verveling, hebben we het CLB om een test
gevraagd. Ondertussen gaf de juf in afwachting al wel extra werkjes waardoor
de buikpijn al min of meer verdwenen was. De tests wezen uit dat N. hb
was. Het CLB had ook testjes einde eerste studiejaar afgenomen en die
legde ze ook quasi foutloos af. In samenspraak met de schooldirectie en
de juffen van het eerste en tweede studiejaar, raadde het CLB ons toen
aan om N. zo snel mogelijk naar het tweede studiejaar te laten overgaan
zodat ze nog net de herhalingslessen voor de kerst-toetsen kon meepikken.
Een alternatief was N. in het eerste studiejaar te laten maar haar zodanig
bij te werken dat ze op het einde van het eerste naar het derde studiejaar
zou kunnen overgaan. Na heel wat wikken en wegen hebben we dan maar voor
de Big Bang oplossing gekozen en is N. de dag na Sinterklaas naar het
tweede studiejaar overgegaan.
De eerste paar weken had N. nog wat bijwerking nodig ivm. spelling en
schrijven (want dat had ze tot dan toe nog helemaal niet gehad in het
eerste), maar al snel pikte ze met de leerstof aan. Met de kerstexamens
behaalde ze net de klasmeridiaan en op het einde van het tweede studiejaar
behoorde ze al tot de top 3 van de klas. En die buikpijn? Als sneeuw voor
de zon verdwenen! En de vriendinnetjes? Tijdens de speeltijd heeft ze
nog heel lang met de vriendinnetjes van haar originele klas gespeeld.
Maar dat is ondertussen erg vervaagd en ze heeft zich nu volledig bij
haar huidige klas aangesloten.
Ondertussen zit N. in het vierde studiejaar. Ze voelt zich heel goed in
de groep. Ze heeft wel voortdurend verbredingsstof nodig om geboeid te
blijven en dit sinds het begin van het derde studiejaar. Technisch gezien
hebben we het gevoel dat ze gemakkelijk nog een keertje zou kunnen versnellen,
maar omdat we 2 jaar leeftijdsverschil toch wel erg veel vinden hopen
we dat dit niet zal moeten gebeuren en dat de juffen het nodige materiaal
en de nodige energie zullen blijven vinden.
Bij N. is de versnelling dus een succes gebleken. Voordeel bij N. is wel
dat ze niet alleen intellectueel rapper is maar ook motorisch met alles
dadelijk weg is en zelfs ook op het sociale vlak zeer 'rijp' is voor haar
leeftijd (desondanks het speelse in de kleuterklasperiode).
*****
S. was zeker slim, stond wat lezen en rekenen betreft begin eerste leerjaar
zo'n half jaartje voor op zijn klasgenootjes, schreef nog nauwelijks.
Na één week in het eerste leerjaar, waar hij echt naar had
uitgekeken hoewel hij een prima kleutertijd had en zich in de kleuterschool
echt goed had gevoeld (kon ook moeilijk anders met prachtige juffen die
ervaringsgericht en met aandacht voor elk individueel kind werkten!),
had hij elke nacht nachtmerries, begon hij stilaan gedragsproblemen te
vertonen, werd hij huilerig en onbeleefd tegen de juf, kortom: een kind
op de rand van een instorting. En toen kwamen er ook nog wat pestprobleempjes
bij die overwaaiden uit een andere klas en die men maar wat liet "vanzelf
overgaan" (wat ze dus niet deden).
Hoewel ons plan was onze zoon zeker het eerste leerjaar te laten doorlopen
omwille van het schrijven, stonden we voor blok: hij had behoefte aan
een ander tempo, en dat was blijkbaar niet mogelijk in die klas op deze
school.
We kregen de suggestie hem dus maar thuis te leren schrijven, zodat we
een gedeeltelijke overstap naar tweede leerjaar zouden kunnen bekijken.
Echt enthousiast was hij niet: hij eiste (ook eens een keertje in de klas
met luide stem blijkbaar) dat hij OP SCHOOL dingen zou bijleren, thuis
wilde hij liever spelen.
Via een gedeeltelijke versnelling voor wiskunde konden we hem nog een
béétje tevreden houden, maar tegen het einde van dat eerste
trimester werd duidelijk: als er niets gebeurde in dat eerste leerjaar
qua verdere differentiatie, kon onze zoon zo niet verder. Intussen zwierf
hij tussen twee klassen heen en weer, volgde nog 3 uurtjes kangoeroeklas
per week, mocht hij meedoen aan klasdoorbrekend werken... zodat hij op
een dag thuiskwam en laconiek aankondigde die dag 5 juffen te hebben gehad!
Ti jdens de kerstvakantie, na een beter rapport in het tweede leerjaar
voor wiskunde dan in het eerste leerjaar voor hetzelfde vak (!), hebben
we beslist de school toch maar te vragen hem te versnellen naar het tweede
leerjaar. Het leek ons het minste kwaad van de twee, en onze zoon zijn
dringende, herhaalde vraag om die stap te mogen nemen, zelfs na alle tegenargumenten
die we aandroegen te hebben aanhoord, haalde ons uiteindelijk over de
brug: aan motivatie alleszins geen gebrek.
Op de school hoorden we niet echt enthousiasme in de stemmen: hij was
"het staartje van de klas" voor schrijven en spelling in het
eerste leerjaar, hij was niet echt gemotiveerd om hard te werken, was
te perfectionistisch en nog "emotioneel jong", kortom: men gaf
toe maar met veel twijfels, en een zweem van "die pushende ouders
toch die hun kind geen kind laten zijn" klonk toch door in de stemmen.
Onze zoon kreeg geen concessies. Na twee dagen al toetsen, direct een
leerlingenvolgsysteem op zijn bord, kortom: geen al te makkelijke start.
En dat in een klas waarvan het tempo, omwille van de aanwezigheid van
heel slimme en enkele hoogbegaafde leerlingen, bewust hoog werd gehouden.
We zijn intussen bijna 4,5 maanden verder, en enkele erg mooie rapporten
hebben getoond dat de twijfels van de school(oef!) gelukkig niet terecht
waren. S heeft zich ontpopt tot een kind dat er helemaal bij hoort in
dat tweede leerjaar, met een grote inzet, heeft terug zijn vrolijke gezichtje
en veerkracht hervonden, en zijn (sporadische) nachtmerries gaan al lang
niet meer over school maar over pokemon en megabots, of over die laatste
basketwedstrijd.
Zijn geschrift is niet echt moeders mooiste te noemen, maar hij vordert
en zijn spelling begint ook best op dreef te komen. We maken ons dus geen
zorgen voor volgend jaar, en de school ook niet. Met terug wat kangoeroeklasjes
erbij, en een juf die wat differentieert waar nodig, denken we dat het
best wel eens een leuk jaar kan worden.
Zouden we het opnieuw doen? Dat is niet echt de vraag die zich stelt,
want in de situatie op die school was er geen alternatief. De vraag is
eerder: hoe hadden we dit alles anders kunnen doen? En dan komen we alras
uit op de nood aan een brede zorg voor HB kinderen, met veel differentiatie
en verbreding, OOK in een eerste leerjaar, want onze zoon had echt geen
probleem met zijn sociale contacten met leeftijdsgenootjes (integendeel,
hij paste echt in dat hechte groepje), dus versnelden we echt alleen maar
omwille van die leerstof....Jammer genoeg was de optie hem dus niet gegund
om in zijn leeftijdsgroep te blijven met flink wat verbreding. Veel spijt
hebben we echter niet hoor: je moet zijn snoetje maar bekijken en je ziet
dat hij zich kiplekker voelt bij die parel van een juf, en dat hij uitkijkt
naar dat derde leerjaar. Van demotivatie is bij hem gelukkig geen sprake
meer: vanochtend nog stelde hij parmantig voor om toch maar universiteit
te doen later, want "dat duurt het langste".