Home Hoogbegaafd Herkenning Testen HB thuis Sociaal leven HB op school Probleemkinderen? Adresboek FAQ Goed voor een glimlach Literatuur
Schoolvoorbeelden
Modellen van
HB beleid op school
Differentiatie
Kangoeroeklas
Leefklassen
Thuisonderwijs
Samenwerking
Sudbury, een optie?
'Kofschip Edegem
VBS Wakkerzeel
SBS Prins Boudewijn Wilrijk
De Kleine Prins Menen
GBS Eindhout
Octopus
Sint-Katelijne-Waver
Pulhof Antwerpen
Sint-Michielsschool Brecht
KDC Denderleeuw
freinetschool De Vlieger Gent
Sint Katarina
Sint-Katelijne-Waver
Secundair: Instituut Sint-Vincentius a Paulo Gijsegem
Sint-Barbaracollege Gent
...
 
Freinetschool De Vlieger

Deze tekst is afkomstig van de website van de stedelijke freinetschool De Vlieger in Gent . De schrijfster (Mieke Van Kerkhove) was zo vriendelijk ons toelating te geven hem ook hier te publiceren (april 2006).

Zorg voor hoogbegaafde kinderen

In De Vlieger wordt een zorgbeleid voor hoogbegaafde kinderen uitgebouwd. Er zijn nog maar weinig scholen in Vlaanderen waarmee je ervaringen kan uitwisselen. Ook de overheid besteedt hier weinig aandacht aan. Dat maakt dat slechts langzaam vooruit kan worden gegaan.

Prof. Dr. Kieboom van het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek en anderen  zijn  nog steeds, al meer dan 8 jaar bezig met een niet aflatende sensibilisering in Vlaanderen voor aangepast onderwijs voor hoogbegaafde kinderen. De middelen om dit aangepast onderwijs te kunnen aanbieden laten echter op zich wachten. We hinken in vergelijking met andere landen, zeker achterop.

Voor het uitbouwen van deze zorg moeten scholen gebruik maken van moeizaam bijeengesprokkelde , niet-gesubsidieerde uren of moet een gokleerkracht of zorgcoördinator er maar voor zorgen dat uren, die voorheen en nog steeds – terecht – worden besteed aan kinderen met leermoeilijkheden ook en tegelijk worden besteed aan zorg voor hoogbegaafden. Hierdoor lijkt het soms dat men door het  uitbouwen van gelijke kansen voor iedereen, dus ook voor de hoogbegaafde kinderen, de kansen verkleinen van kinderen die moeite hebben om mee te kunnen op school en wordt  de vraag om zorg voor hoogbegaafde kinderen opzij geschoven.
Aandacht voor gepast onderwijs voor hoogbegaafde kinderen is nog steeds afhankelijk van - gelukkig steeds groter wordende - goodwill bij alle partijen: een schoolteam dat zich bewust wordt van de noden, ouders die meewerken, een steeds groter wordende openheid om ook de problemen die hoogbegaafden ondervinden onder ogen te willen zien.

Na de paasvakantie start in de Vlieger opnieuw een kangeroewerking.

Een kangoeroeklas is een onderdeel van een totaal plan van aanpak voor alle kinderen in de basisschool. Net als kinderen die soms de klas even verlaten voor extra hulp  bij het verwerven van leerstof of, in het geval van anderstalige kinderen, om het Nederlands onder de knie te krijgen, kunnen ook hoogbegaafde kinderen de klas even verlaten om  samen met andere hoogbegaafde kinderen te werken.

Het accent in de kangoeroeklas ligt op het verwerven van leervaardigheden,
afgestemd op hun manier van leren.

En wat als je hieraan geen aandacht zou besteden? Komen die kinderen er dan niet vanzelf?
Hoogbegaafde kinderen leren het af om vragen te stellen in de klas, om interesses met leeftijdsgenoten te delen omdat hun vragen, of de onderwerpen waar zij interesse voor vertonen, door medeleerlingen dikwijls als te lastig of als muggenzifterij worden afgedaan. Kinderen weten snel dat wie erbij wil horen en vrienden wil, zich moet aanpassen aan de geldende normen en verwachtingen die gesteld worden aan de groep. Meestal vinden zij ontwikkelingsgelijken alleen in hogere leefgroepen maar mogen ze ook daar niet altijd bij aansluiten. De lat mag wel lager, maar zelden hoger worden gelegd. Kleuters krijgen de boodschap dat ze moeten spelen, oudere kinderen krijgen te horen: je hoéft dit nog niet te leren, wacht nog maar even met die vraag tot volgend schooljaar of tot je groter bent.

Je ziet in de klaspraktijk dat hoogbegaafde kinderen elkaar opzoeken. Echter, de kans dat je meer dan twee hoogbegaafde kinderen in een klas vindt is redelijk klein. Cijfers geven aan dat het gaat over 2,5 tot 3%. Dat betekent: gemiddeld 1 kind per klas. Weinig mogelijkheden dus om ontwikkelingsgelijken te vinden, maar je zal toevallig net dat ene kind maar zijn.  Dit is al één reden om toch een kangeroeklas te organiseren: ze geeft de mogelijkheid aan kinderen om samen en in groep te leren. Over hoeveel kinderen het in De Vlieger gaat kunnen we maar weten als elk hoogbegaafd kind gedetecteerd wordt.

Het is onverstandig kinderen die willen leren af te remmen of langer dan nodig te laten oefenen en trainen voor het verwerven van vaardigheden en kennis die het al heeft of die het op veel kortere tijd kan verwerven.  Een kind dat hierop afhaakt ontwikkelt in veel gevallen (soms extreme) faalangst. Vanuit het gezichtspunt van een hoogbegaafd kind wordt het maken van fouten onmiddellijk afgestraft: nog meer oefeningen en trainen terwijl een ondertussen goed uitgebouwde zorg voor kinderen met leermoeilijkheden ervoor zorgt dat een geöliede remediëringsmachine in gang wordt gezet, waarmee een fouten makend hoogbegaafd kind niet geholpen is, maar die in tegendeel, het kind soms nog meer de moed laat verliezen.  De intrinsieke motivatie om te willen leren kan het niet tonen bij leerkrachten die een aanbod geven waar het hoogbegaafd kind niet kan op presteren als het zelf al  bewust of onbewust , andere leermethoden heeft ontwikkeld. Het is daarom zeer belangrijk de precieze reden te kennen van het falen op bepaalde leerstof net omwille van de remediëringsmethoden. Een hoogbegaafde leert divergent, top-down en niet zoals het wordt aangeboden op school: stapsgewijs, opbouwend van basis naar top.

Het is ook niet omdat een hoogbegaafd kind in staat is om autodidactisch of met een minimum aan instructie leerstof te verwerven dat het geen nood zou hebben aan een begeleidende coach, aan een leerkracht. De school is voor een hoogbegaafd kind evengoed de plaats waar het mogelijkheden moet krijgen kennis en vaardigheden te verwerven.

In de praktijk zie je soms dat hoogbegaafde kinderen slordige, onvolledige, minimale producten afleveren en dan ook niet meer als hoogbegaafd worden herkend. Een kind dat niet wordt aangesproken op wat het kan of hoe het leert, verliest de moed om nog inspanningen te leveren, verliest de goesting om naar school te gaan. Dit geldt voor kinderen met andere leermoeilijkheden maar zeker ook voor hoogbegaafde kinderen. Hoogbegaafde kinderen die niet als hoogbegaafd worden herkend, erkend en aangesproken met een leeraanbod, afgestemd op hun manier van leren ontwikkelen ook dikwijls een verstoord zelfbeeld, kunnen zich onbegrepen voelen, kunnen of mogen zichzelf niet zijn.

Gedwongen onderpresteren

Elk hoogbegaafd kind dat niet gevraagd wordt de capaciteiten in te zetten die het heeft is een onderpresterend kind. Het slechtst denkbare scenario, is dat dit gedwongen onderpresteren ertoe kan leiden dat een kind uiteindelijk  onder het klasgemiddelde gaat presteren of de klas moet overzitten. Een neergaande spiraal waarbij aan hoogbegaafdheid dan al helemaal niet meer gedacht wordt. In veel gevallen brengt therapie om het zelfbeeld van een hoogbegaafd kind weer op te krikken veel meer zoden aan de dijk dan het trachten in te slijpen van leerstof. Hoogbegaafdheid wordt dan soms nog per toeval gedetecteerd als het, in optimale omstandigheden, psychologisch wordt onderzocht door een psycholoog die kennis heeft over hoogbegaafdheid. Psychologen krijgen in hun opleiding echter weinig of geen kennis mee over hoogbegaafdheid waardoor het al helemaal niet vanzelfsprekend wordt om hoogbegaafden nog te detecteren. Daarenboven laat een abosluut of langdurend onderpresterend kind soms ook tijdens zo’n onderzoek niet meer zien wat het zou kunnen in andere omstandigheden.

Zeker om die reden is preventief werken op school en zorg besteden aan àlle kinderen, ook de hoogbegaafde, een opdracht van elke school en is het zeer belangrijk dat hoogbegaafde kinderen al vanaf zeer jonge leeftijd de zorg krijgen die ze nodig hebben om evenwichtig te kunnen opgroeien.

 Aangepast leeraanbod

In de Vlieger willen we de capaciteiten van elk kind aanspreken. Er wordt op dit moment – april 2006 – verder gezocht naar een leeraanbod. De eisen die we aan elk kind stellen, nl. zich in te spannen en de mogelijkheden die het heeft ook te gebruiken  willen we dus ook aan hoogbegaafde kinderen stellen.

Het zoeken naar een kwalitatief leeraanbod voor hoogbegaafde kinderen is geen evidentie. We staan net als andere scholen, wat dat betreft, in onze kinderschoenen en trachten met alle middelen die we hebben, te komen tot een goede afstemming tussen alle betrokken, zowel voor het aanbod in de gewone klas als voor het aanbod in de kangoeroeklas. We blijven communiceren en zoeken met het team, CLB, ouders en kinderen. Wat we al verworven hebben is een open communicatie: er kan op een constructieve manier van gedachten worden gewisseld waardoor de kans op het slagen van dit project heel groot is geworden. Een project dat niet gedragen wordt door het hele team gaat ten onder. We werken hard om die draagkracht maximaal te houden.
De Vlieger is een freinetschool , het projectmatig werken is er heel gewoon, zodat tijdens deze projectwerking de eisen en verwachtingen t.a.v. het af te leveren product kan aangepast worden aan de mogelijkheden van het kind.

Uitbreiding en verbreding van leerstof worden in de klas voorzien. Niet alleen voor de hoogbegaafde kinderen. Een kind dat tijd nodig heeft om heeft om leerstof die het nog niet beheerst in te oefenen en te trainen krijgt daarvoor de tijd. Maar die tijd is  voor  een ander kind misschien niet nodig en dan moet het ondertussen ook kunnen werken aan leerstof waar het op dat moment aan toe is of die meer uitdaging biedt. Hierdoor is de kans groter dat elk kind een positieve leerhouding kan ontwikkelen. Dit is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan: zorgen voor differentiëren in een klas is voor teamleden een hele opgave. Het uitbouwen van een zorgbeleid voor elk kind is iets wat met vallen en opstaan, vooruitgaan en bijsturen verloopt. Een school is steeds in beweging.  

Welke kinderen gaan na de paasvakantie naar de kangoeroeklas?

De hoogbegaafde kinderen die de klas verlaten om naar een kangoeroeklas te gaan worden geselecteerd op basis van een psychologisch onderzoek, afgenomen door het CLB of een andere instantie. Het aanduiden van de kinderen die naar deze kangoeroeklas gaan gebeurt in samenspraak met de leerkracht bij wie het kind in de klas zit, met het CLB en met de ouders.

De kangoeroeklas is voor hoogbegaafde kinderen voorbehouden, precies omwille van  de noodzaak een leeraanbod te kunnen bieden dat is afgestemd op de eigen manier van leren van hoogbegaafden.
Omdat we het belangrijk vinden élk hoogbegaafd kind de zorg te kunnen geven die het nodig heeft is het nodig verder te werken aan het detecteren van deze kinderen. Dit jaar gebruiken we voor het eerst het SIDI-R protocol en wordt het leerlingvolgsysteem aangepast. Er wordt ook nauw samengewerkt met het CLB:  de CLB-medewerkster wordt betrokken in de uitbouw van het beleid en de Vlieger is vertegenwoordigd in de Werkgroep Hoogbegaafdheid die sinds vorig jaar in het CLB werd gestart.  

Ouders die hierover een gesprek wensen kunnen contact nemen met
Luc Lemarcq, Sofie De Waele , Valerie De Smet of
Mieke Van Kerkhove


© www.hoogbegaafdvlaanderen.be | Email : info@hoogbegaafdvlaanderen.be