Deze tekst is van de
hand van jos De Rijcke, GOK leerkracht van het Instituut
Sint-Vincentius a Paulo, Pachthofstraat 3 9308 Gijzegem.
De begeleiding van hoogbegaafde leerlingen werd er opgestart in samenwerking
met het CBO.
Citeren uit deze tekst mag alleen mits
toelating van de auteur en met een correcte referentie naar de originele
tekst.
HB in SVI
J. De Rijcke
GOK-leerkracht
I Korte historiek
2003-2004 : Een leerkracht (ouder van een hoogbegaafd
kind) vindt dat GOK voor alle leerlingen moet gelden en spreekt de GOK
veranwoordelijke aan over hoogbegaafdheid.
Een tweede leerkracht spring op de kar.
Ze volgen navorming en raadplegen literatuur.
2004-2005 : Vermelding van hoogbegaafdheid op het
zorgformulier en in het schoolreglement (naast andere leerstoornissen
en –moeilijkheden). Verdere navorming aan het CBO en deelname aan
de werkgroep ‘Hoogbegaafde kinderen in het SO’ (CBO). Bekijken
van mogelijkheden op onze school en het uittekenen van een beleid.
2005-2006 : september : start draaideurmodel en opname
in het GOK-beleid. oktober : pedagogische studiedag rond hoogbegaafdheid
om iedereen grondig te informeren.
II Stappenplan
A INSCHRIJVING
1 ZORGFORMULIER
Bij inschrijving wordt een zorgformulier meegegeven om in te vullen
als de ouders dat wensen. Daarop staat hoogbegaafdheid expliciet vermeld.
Tevens wordt er gevraagd naar een attest en wordt de mogelijkheid geboden
om een begeleidingsplan te vragen.
2 INTAKE
Er wordt een intakegesprek gehouden op basis van het ingevulde zorgformulier.
Op het intakegesprek zijn de ouders, de leerling, een GOK-leerkracht
en iemand van de directie aanwezig.
Doelstelling : enerzijds zoveel mogelijk informatie verzamelen (van ouders,
ll., LO, CLB, CBO, … ) om een profielschets te kunnen opmaken van
de leerling en anderzijds de ouders en leerling in te lichten over de
begeleiding van hoogbegaafde leerlingen op onze school.
Tevens wordt ook vastgelegd wie het aanspreekpunt is voor zowel de ouders,
leerling als leerkrachten.
B PERSONEELSVERGADERING
Na de personeelsvergadering worden de leerkrachten van de klas ingelicht
en wordt de profielschets toegelicht. De leerkrachten krijgen verder
nog tips en aandachtspunten mee om de opvang van de leerling zo goed
mogelijk te laten verlopen.
Gedurende de maand september wordt de leerling in de klas geobserveerd
aan de hand van een observatielijst. De GOK-leerkracht verwerkt de gegevens
tegen de eerste klassenraad (eind september).
C EERSTE KLASSENRAAD
De observatiegegevens worden vergeleken met de eerste resultaten en
de profielschets om te zien of er nood is aan bijsturing en ondersteuning
van zowel de leerkrachten als de leerling. Eventuele feedback van de
ouders wordt ook bekeken. De ondersteuning van de leerkracht gebeurt
door de GOK-leerkracht en een werkgroep.
Met gekende hoogbegaafde leerlingen wordt er na het eerste rapport afgesproken
wanneer hun projectwerking begint.
D INSTAPMOMENT DRAAIDEURMODEL
Na het rapport voor de herfstvakantie worden de resultaten nog eens
bekeken en wordt een stappenplan opgesteld voor het opstarten van het
draaideurmodel in overleg met de leerling. De ouders worden nog eens
gecontacteerd voor hun definitief akkoord.
E INHOUD eerste project
Na de herfstvakantie wordt er van de leerling verwacht dat zij volgens
hun eigen interesses ideeën aanbrengen voor een eerste (mini)project
(dat ongeveer vier weken zal duren). Zij omschrijven hun onderwerp, bepalen
enkele onderzoeksvragen en beslissen wat hun eindproduct zal zijn. Na
een bespreking met een coach maken de leerlingen hiervan een verslagje.
Dit eerste project wordt gebruikt om de leerlingen te leren “brainmappen”.
Deze techniek moeten ze vervolgens gebruiken om hun bronnen te ordenen,
hun planning op te stellen en hun eindproduct voor te bereiden en / of
uit te voeren.
F AANLOOP
Op de bespreking van de examens in december wordt het verslag van
de leerling voorgelegd aan de klassenraad. Daar wordt besproken of er
een extra coach nodig is (als het onderwerp te gespecialiseerd is of
buiten de vakkennis van de eerste coach ligt. Verder wordt beslist wanneer
en hoe er geëvalueerd zal worden (proces- en productevaluatie).
G VERLOOP DRAAIDEUR
1 ONDERSTEUNING
De ondersteuning van de hele begeleiding ligt bij de GOK-leerkracht
die coördineert en begeleidt en een werkgroep. In de werkgroep proberen
we een verscheidenheid van vakken en jaren te vertegenwoordigen. Een
aantal leerkrachten zijn een steun naar collega’s toe door in hun
vakwerkgroep te kijken hoe kan gedifferentieerd worden naar boven toe.
Zij beoordelen materiaal en geven door wat nuttig is.
Een aantal leerkrachten willen ook coachen en volgen een bijkomende navorming
aan het CBO. In hun uurrooster wordt er een lesvrij uur ingeroosterd
op dinsdagvoormiddag.
2 WANNEER?
Op dinsdagvoormiddag kan de leerling 3 van de 4 lesuren uit de reguliere
lessen stappen om aan zijn project te werken. Dit gebeurt op die voormiddag
omdat er dan een optimale begeleiding kan voorzien worden. De uren van
de GOK-leerkracht, graadcoördinatoren, en coaches liggen er en ouders
kunnen onder andere ook dan ontvangen worden.
Uit de lessen stappen gebeurt steeds in overleg met de vakleerkrachten
van die uren om te zien of er geen toets gepland is en of men niets essentieels
mist. De notities worden door de leerkrachten aan de leerling bezorgd
die ze dan zelfstandig moet verwerken.
Er wordt nog bekeken of andere uren in aanmerking komen om het probleem
van 1 uursvakken op te lossen.
3 WAAR ?
De leerlingen werken in de mediatheek.
4 WAT ?
PROJECTWERKING (zie ook E)
De projectwerking kent grote verschillen. Van sterk geleid in het
eerst naar meer zelfstandigheid in hoger jaren. Van kleine projecten
naar groter, van kort- naar langlopende projecten.
Steeds wordt aandacht besteed aan vaardigheden en leren leren : explicieter
in de eerste jaren en impliciet is leren leren aanwezig door de projectwerking
als didactische werkvorm te gebruiken.
Het onderwerp komt zoveel mogelijk van de leerlingen individueel of
als er met een groep gewerkt wordt bepaalt de groep het thema waarin
kan gewerkt worden. Leerkrachten kunnen ook onderwerpen aanbrengen buiten
de directe interesses van de leerling.
Er wordt gezorgd voor zoveel mogelijk terugkoppeling naar de eigen klasgroep
onder de vorm van spreekbeurten of toonmomenten.
VERBREDING
Leerlingen uit de tweede graad zouden ook kunnen aansluiten bij het
uur seminarie van de vijfdes en / of zesdes. In de vijfdes wordt rond
enkele grote thema’s begeleid zelfstandig gewerkt en in de zesdes
kan gekozen worden tussen enkele vakken waaronder Spaans, Italiaans,
fysica in de auto, filmanalyse, biologie, …
In de derde graad zouden leerlingen extra vakken aan hun curriculum
kunnen toevoegen.
H OPMERKINGEN
Deze werking past in een breder kader van initiatieven op het vlak
van socio-emotioneel welbevinden en op het vlak van preventie en remediëren
van ontwikkelings- en leerproblemen : zoals faalangstbegeleiding, zelfhulpgroep
dyslectici, IKS-vertrouwensleerlingen, leerlingenraden, leerkrachten
van de interne leerlingenbegeleiding en van de studieloopbaanbegeleiding,
het open studiehuis (re- en peer teaching), begeleiding en cursus leren
leren …
Tenslotte nog even signaleren dat dit een MOGELIJKE aanpak is die steeds
geëvalueerd dient te worden. Deze aanpak is trouwens slechts mogelijk
omdat ze gesteund wordt door de directie en een groot deel van het lerarenkorps
en omdat ze gegroeid is in een specifieke, open schoolcultuur.
|