Home Hoogbegaafd Herkenning Testen HB thuis Sociaal leven HB op school Probleemkinderen? Adresboek FAQ Goed voor een glimlach Literatuur
HB op school
Drie vragen
Samenwerking
School-Ouders
Lesgevers
Lastige ouders
Aangepast onderwijs
Enkele voorbeelden van
begaafde leerlingen
Typering van leerlingen
Leerstijlen
Onderpresteren
Didactisch materiaal
Visies op HB in onderwijs
Modellen van aanpak
Versnellen
Ervaringen
Scholen "met" HB
 
Open communicatie en wederzijds respect

bron: (zeer) vrije (en aangevulde) vertaling van enkele blz. uit het onvolprezen boek:
Carol Strip, Helping Gifted Children Soar: A practical guide for Parents and Teachers, Great Potential Press 2000, ISBN 0-910707-41-3

"Die ouders: Pottenkijkers zijn het!"

Wanneer jij aan ‘t werk bent, wat vind je er dan van dat je chef je op de vingers kijkt, en je werk voortdurend evalueert en bekritiseerd? Heb je dan een gespannen gevoel? Voel je jezelf minder competent dan je weet dat je bent?

Wel, dat is nu net hoe een leerkracht zich voelt wanneer voor hem/haar onbekende ouders plotsklaps vragen of ze eens in de klas mogen komen kijken om na te gaan of de leerkracht ‘geschikt’ is voor hun kind.

Het is nooit gemakkelijk geweest om een leerkracht te zijn, maar misschien niet in die mate als vandaag. Het is goed te begrijpen dat leerkrachten niet echt met open armen klaar staan voor ouders die zich gedragen alsof ze langskomen om de klasbeheertechnieken van de leerkracht te veroordelen of om fouten te vinden in haar onderwijscapaciteiten.
Jammer genoeg is dit net de manier waarop sommige ouders naar een klas stappen, en dit gedrag legt de basis voor een confrontatie, in de plaats van samenwerking....

"Die lesgever: een echt kruidje-roer-me-niet!"

Heb jij ook al eens bij een dokter een vraag gesteld die werd weggewimpeld? Heb jij ook als eens gedacht "zeg, maar het gaat wel over mij/mijn familielid/mijn kind"? Heb jij de frustratie al eens ervaren van aan de kant te worden geschoven door iemand "die het allemaal wel van je zal overnemen"?

Wel, dat is wat veel ouders ervaren. Zij voelen zich de belangrijkste actoren in de opvoeding van hun kinderen (en zijn dat ook!). Zij willen hun bijdrage leveren, een partner zijn voor de school. En dan staan ze opeens voor die onzichtbare rode lijn op de speelplaats, waar ze niet over geraken, tenzij om te komen helpen pannenkoeken te bakken en de papierslag een succes te maken.

Het is nooit gemakkelijk geweest ouders te zijn, en elke generatie kent haar eigen aandachtspunten. Ouders van vandaag hebben vaak veel meer dan vroeger belangstelling voor wat er op school gebeurt. Zij willen vaak een actieve rol spelen als ondersteuner van hun kind én de school. Afwijzing door een leerkracht stelt teleur en schept, vaak onterecht, een sfeer van wantrouwen. Het doet ouders zichzelf vragen stellen rond het waarom van die geslotenheid...

(ouder:) Mag ik dan niets vragen?

Als ouder heb je het recht om een klas te observeren, maar een betere manier om informatie die je nodig hebt te verzamelen is om naar de school te komen als een vriend van de leerkrachten, en pleitbezorger en zeer cruciale partner in de opvoeding van je kind. Dialoog is belangrijker dan koste wat kost je "recht" binnen te halen.

(lesgever:) Moet ik soms elke dag voor dat kind een verslag maken?

Uiteraard niet. Ouders die elke dag een verslag wensen, dat zijn uitzonderingen die wellicht eens een uitleg moeten krijgen over het aantal uren die een dag telt.
Anderzijds kan het op bepaalde momenten een goed idee zijn om open te staan, al was het maar voor een zeer korte tijd, voor een contact met de ouders bij het brengen of afhalen van een kind. Je kan als leerkracht dan heel belangrijke informatie krijgen. Bijvoorbeeld dat een kind niet goed heeft geslapen omdat er gisteren op het nieuws een bericht te horen was over een nieuwe dreiging van hongersnood in Afrika. Of dat een kind zich hopeloos zorgen zit te maken rond de toets die aangekondigd is voor volgende week....
En misschien het belangrijkste effect van een open houding naar ouders toe: misverstanden worden vaak door enkele woorden te wisselen vanzelf vermeden.

(ouder) Hoe pak ik het aan?

Leer de school kennen.

Neem de tijd om je weg te vinden in de school. Ga naar ouderbijeenkomsten en ‘geldronselfeesten’, neem deel aan activiteiten van ouders.
Ook als je zelf een job hebt, en het is moeilijk om veel tijd te besteden aan de school gedurende de schooluren, zoek dan andere manieren om betrokken te geraken.

Steek een handje toe. Enkele ideetjes voor ouders die de school een handje willen helpen:

Wees de koerier tussen de school en de openbare bibliotheek, om materiaal dat een leerkracht nodig heeft voor bepaalde lessen heen en weer te vervoeren. Stel voor om een handje toe te steken bij bepaalde taken op school. Bak een lading van je wereldvermaarde koekjes om geld bijeen te brengen, of gewoon voor het karnavalsfeest. Speel gids op een ouderavond. Stel voor om één avond per week computerles te geven. Help de leerkracht van je kind met een bepaald speciaal project. Neem deel aan de werkgroep die de nieuwe speeltuin bouwt, of de klas schildert.
Vaak hebben ouders specifieke kennis, talenten of vaardigheden die een verrijking betekenen voor een klas. Sommigen spreken vloeiend een andere taal, zijn artistiek aangelegd, zijn ware keukenpieten die de internationale keuken kunnen leren kennen, of bespelen een instrument. Al deze vaardigheden kunnen gedeeld worden met de leerlingen. Soms hebben leerkrachten iemand nodig om te luisteren naar kinderen die leren lezen (‘leesouders’) of om een studiegroep te ‘bewaken’. Goed opgeleide ouders kunnen leiding geven aan discussiegroepen over boeken of kunnen leerlingen helpen bij hun deelname aan interscolaire wedstrijden.
Er zijn letterlijk honderden manieren om jezelf in de schoolomgeving nuttig te maken, zelfs al heb je het heel druk. Alle ouders hebben iets dat ze kunnen geven.

Wees een goede bekende in de plaats van een bemoeial

Eenmaal je op school gekend bent als een meewerkende ouder en groepsspeler is het eenvoudiger om een leerkracht te benaderen, om je vragen over je kind te stellen of om een betekenisvolle discussie over deze zaken te voeren.
Als leerkrachten je zien als de bekommerde ouder en een partner in de opvoeding van je kind die je bent, als ze weten dat je de nadruk legt op te doen wat best is voor je kind, en niet op het bekritiseren van de school, dan zal hun houding veel meer open en verwelkomend zijn.
Leerkrachten zullen vlotter over de brug komen met informatie over de beste opties voor je kind, nu en in de toekomst.
Feiten die je op deze manier verzamelt zijn veel betrouwbaarder dan indrukken die je opdoet uit stijve, formele, evaluerende klasobservaties.

Actief deelnemen aan het schoolleven is een onderdeel van de langetermijnengagement waarmee je ertoe bijdraagt dat de noden van je kind gelenigd worden. Een kind helpen om doorheen het educatief systeem te navigeren is immers niet een eenmalige onderneming. Het begint in de kleuterschool, zet zich verder doorheen de basisschool tot in de secundaire school, en verder…

Ouders zijn de voornaamste pleitbezorgers voor hun kinderen. Ouders moeten daarom trachten zich vertrouwd te maken met de manier van lesgeven en de leeractiviteiten die gebruikt worden in de school van het kind. Ze zouden moeten uitvissen of er alternatieve programma’s beschikbaar zijn. Ze zouden de sterke en zwakke kanten van de verschillende opties moeten kennen, en ze zouden in staat moeten zijn om na te gaan of deze opties geschikt zijn voor hun kind.

De meest efficiënte manier om achter deze informatie te komen is om een onderdeel van de schoolgemeenschap te worden. Eenmaal men je kent en vertrouwt, zullen directie en leerkrachten veel makkelijker jouw kijk op de dingen respecteren, en vrijuit hun eigen opinie uiten. Ze zullen meer geneigd zijn om jou te beschouwen als een belangrijk onderdeel van het onderwijsteam.

Wees steeds evenwel voorzichtig, en zorg ervoor dat je de daden die je onderneemt voor je kind doseert, met aandacht voor de mogelijkheden van de leerkracht van je kind en van de school. Als je binnenstormt met een ‘ik-weet-alles en hier is het lijstje van noodzakelijke ingrepen’ houding, dan moet je niet op al te veel medewerking rekenen, integendeel. Toon respect.

De ouders-leerkracht vennootschap

Ouders en leerkrachten van begaafde leerlingen worden geconfronteerde met verschillende uitdagingen. Enerzijds zijn de ouders dagelijks in de weer met de sociale en emotionele noden van hun kinderen, en die dagelijkse ups en down kunnen best wel uitputtend zijn. Ouders zien ook deeffecten van grote en kleine teleurstellingen in de school thuis doorspelen. Zij vragen zich af of de leerkrachten beseffen dat hun kind lijdt. Zij willen helpen en steunen van op het thuisfront, maar wordt dit wel aanvaard?

Tegelijk ervaren ook de leerkrachten de ups en downs van het hoogbegaafde kind, samen met de ups en downs van elk ander kind in de klas. En omdat van leerkrachten verwacht wordt dat ze de meest geschikte opvoeding geven aan elk kind, zijn sommigen volledig bedolven onder deze zware last. De klas van je kind kan 25 tot 30 kinderen tellen, elk met wijd uit elkaar lopende noden: leerlingen met één of andere handicap, misbruikte kinderen, kinderen met zware emotionele problemen, kinderen die nog maar net Nederlands leren, en andere kinderen met specifieke leerbehoeften.
Daar bovenop krijgt de leerkracht nog vaak de taak om beschadigd zelfvertrouwen te herstellen; om opvoeding te geven over de gevaren van drugs; om leerlingen het verschil te leren tussen ‘goede’ en ‘slechte’ aanrakingen, en het gevaar uitgaand van vreemden; om karaktervorming te verzorgen (hetgeen vroeger een taak was die exclusief aan de ouders toekwam). Tussen al deze taken door moet de leerkracht ook de eindtermen (opgelegd door de overheid) halen m.b.t. taal, rekenen en andere vakken. In veel scholen zijn leerkrachten ook nog oppas in de refter en op de speelplaats. Hoeft het dan verbazing te wekken dat de noden van begaafde kinderen wel eens over het hoofd gezien worden? Het is alleszins niet moeilijk om in te zien dat een leerkracht in de verleiding komt om het voor zichzelf aannemelijk te maken dat begaafde kinderen veel zaken wel aan zichzelf zullen leren.

Een raad aan beide partners in de opvoeding:
Ouders, de beste manier om erop toe te zien dat je kind zijn volle potentieel realiseert en zijn /haar evenwicht goed behoudt, is een verbond te sluiten met leerkrachten.
Lesgevers, maak gebruik van de inzet en bekwaamheden van ouders, erken hun deskundigheid over wat hun kind nodig heeft en beschouw ouders als partners, niet als een last.

Want als het erop aankomt om te gaan met deze uitdagende en dankbare (maar ook vaak veel energie opslorpende) kinderen, dan vormen ouders en leerkrachten elkaars beste hulp. Ze zouden zich onmiddellijk tot elkaar moeten wenden van zodra één van hen vermoed dat een kind begaafd is of wanneer een reeds als begaafd geïdentificeerd kind met moeilijkheden kampt. Ze moeten hun eigen waarnemingen toetsen aan deze van de andere partij.

Soms horen ouders uit de mond van een leerkracht zaken die niet stroken met hun eigen aanvoelen van hun kind. In deze gevallen moeten ouders goed beseffen dat de leerkracht van een kind alles bekijkt vanuit een ander perspectief – een perspectief dat gevormd wordt door dagelijkse urenlange observatie over een langere periode in een heel specifieke omgeving: de klas in een leersituatie, die niet altijd ideaal is voor een hoogbegaafd kind.
Soms horen leerkrachten uitspraken van ouders waarin ze die leerling écht niet herkennen. Dan is het interessant om zich te realiseren dat een kind in zijn/haar thuismilieu in een veel meer veilige omgeving zit, en zich misschien meer open en met minder faalangst of schrik voor te veel "opvallen" zal bewegen.

Als je naast een wolkenkrabber met 90 verdiepingen staat, dan ziet die er reusachtig uit. Je kunt niet eens de bovenste verdiepingen zien. Als je hetzelfde gebouw van op 15 km afstand bekijkt, dan kun je het echter verbergen achter je wijsvinger. Pas als je beide gezichtspunten samenvoegt én begrijpt van waaruit het beeld werd gevormd, kun je jezelf een werkelijk idee vormen van de afmetingen van het ding.
Hetzelfde geldt voor je begaafd kind.

Zowel de waarnemingen van ouders als deze van de leerkracht zijn waarschijnlijk accuraat, maar enkel bij het samenvoegen krijg je een totaalbeeld.
Toon kan bv. thuis zeer lang de aandacht houden bij een bepaald onderwerp. Maar doet hij dat ook op school? Of Kaatje schrijft op school ganse boeken, met meerdere hoofdstukken. Toont ze dit talent ook thuis? De tienjarige Karel barst uit in woede wanneer hij geen 10/10 behaalt op zijn dictee. Is hij altijd perfectionistisch, of heeft hij deze moeilijkheid enkel op school? Als ouders en leerkrachten samenwerken om een totaalbeeld van het kind te krijgen, dan kunnen ze met een grotere zekerheid en vertrouwen samen beslissingen nemen over zaken als testen of aanpassingen aan de leerstof.

De cliché's - laat ons ze aub weglachen!

Jammer genoeg zien ouders en leerkrachten van begaafde kinderen elkaar al te vaak als tegenstanders.

Even naar het dorp van de messentrekkers kijken...

  • De leerkrachten zijn er van overtuigd dat de ouders alleen maar er op uit zijn hun onderwijsmethode aan te vallen, dat ze het kind pushen, en vinden dat het betweterige snobs zijn die hun kinderen beter wat minder zouden verwennen. Of ze kunnen denken dat de ouders juist niet genoeg doen om de speciale gaven van het kind tot volle bloei te laten komen, dat ze net te weinig inzien dat hun kind iets extra nodig heeft.
  • De ouders van dit dorp op hun beurt denken dat de leerkracht een luilak is die de begaafdheid van hun kind niet naar waarde weet te schatten, of integendeel dat de lesgever het kind vrijwillig pest, of te veeleisend is, als ze moeilijkere oefeningen aanbiedt aan een hoogbegaafd kind.

Dan liever dit...

De ouders van de zesjarige begaafde Joris zijn bezorgd. Zijn eerste rapport in het eerste leerjaar is ondermaats, althans in de ogen van de ouders. Ze hadden verwacht dat Joris onmiddellijk in de topgroep voor ieder onderwerp zou zitten, en hebben nu stomverbaasd vernomen dat hij niet eens meedoet met het groepje dat verrijkingsmateriaal krijgt voor ‘geavanceerde lezers’.

Ze beginnen zich vragen te stellen over de leerkracht. Weet die wel genoeg over de noden van begaafde kinderen?

Joris’ ouders moeten zich ervan weerhouden om al te snel conclusies te trekken over wat er zoal omgaat in een klas. Het is eerder nuttig om een afspraak met de leerkracht te maken, en dan onder vier ogen uiting te geven aan hun bezorgdheid, er steeds wel zorg voor dragend om zich te richten op het kind, en niet op hun visie op de bekwaamheid van de leerkracht (of op het ontbreken ervan).

Soms kunnen ouders dan aangenaam verrast worden.
Zo ook de ouders van Joris als ze horen “Ik ben blij dat jullie eens langskwamen. Joris is een zeer bekwame leerling, maar, zoals jullie wellicht weten, gaat hij doorheen een periode waarin hij wat meer emotionele ondersteuning nodig heeft, althans zo lijkt het mij wel op school. Zo loopt het nu met Joris in de klas: hij durft blijkbaar nog geen fouten maken waar de andere kinderen bij zijn. Ik denk dat het belangrijk is om hem eerste wat te laten wennen aan de omgeving en de andere kinderen vooraleer ik hem het verrijkingsmateriaal voor lezen aanbied. Hij zal echter meelopen met de groep die verrijking krijgt binnen een week of twee”.

In dit geval is de leerkracht duidelijk op de hoogte van Joris zijn mogelijkheden, en heeft duidelijk het beste voor met de jongen.

Het had anderzijds ook best mogelijk geweest dat Joris’ leerkracht zich vreselijk ergerde aan wat zij beschouwt als diens volledige onoplettendheid tijdens haar lessen. Door vragen te stellen aan de ouders, zou zij van hen iets kunnen opsteken. Zij hoort bijvoorbeeld: “Ach ja, dat is Joris ten voeten uit. Wij zijn er ook nooit zeker van dat hij ons hoort, maar als we later met hem praten dan blijkt meestal dat hij zich herinnert wat we gezegd hadden. Het lijkt wel alsof hij er heel veel zaken tegelijk rondtollen in zijn hoofd.” Door te luisteren naar Joris zijn ouders heeft de leerkracht nu een waardevol inzicht in hoe Joris functioneert verworven, en kan zij gaan zoeken naar handvaten om Joris meer bij de les te houden.

Wissel informatie uit, bouw geen vooroordelen op!

Het belangrijkste van al is dat ouders en leerkrachten informatie uitwisselen i.p.v. vooroordelen.
Door hun waarnemingen samen te voegen, i.p.v. hun eigen wereldjes voor elkaar af te schermen, kunnen leerkrachten en ouders leren om elkaar te vertrouwen en te doen wat het beste is voor het kind. Zelf als er dan meningsverschillen opduiken, zullen ze toch een stevige basis gelegd hebben van wederzijds respect, en dat zal hen helpen wanneer ze samen knopen moeten doorhakken.

Wat met de specialisten?

Als ouders en leerkrachten als team samenwerken, komen er vaak veel minder specialisten aan te pas voor de "kleine" afspraken van elke dag. Maar ze zijn toch ook vaak nodig om de doorgaande lijn voor een kind mee te bespreken en bewaken.

Als de school het geluk heeft om een eigen specialist in hoogbegaafdheid te hebben, of de ouders hebben zo iemand geraadpleegd zelf, dan is het heel belangrijk dat ook die persoon betrokken wordt in de communicatie tussen de ouders en de school. Deze specialist kan een brug maken tussen ouders en leerkracht. Hij/zij is een onschatbare toeverlaat die een uitgebreide training heeft gekregen, en die een duidelijk begrip heeft van de academische, sociale en emotionele behoeften van begaafde leerlingen. Deze specialist kan zowel dagdagelijkse als lange termijn begeleiding geven aan leerkrachten en ouders, terwijl deze zich worstelen doorheen de veel complexe kwesties die wel eens gepaard gaan met hoogbegaafdheid. Bovendien zit deze specialist op de meest geschikte positie om te bemiddelen, om een neutraal advies en inventieve oplossingen aan te brengen als ouders en leerkracht het niet eens raken.

Besluit

In het belang van het kind zouden zowel ouders als leerkrachten best hun eigen vooroordelen in toom houden, samenwerken als gelijken, en steeds de communicatielijnen tussen huis en school wijd open houden.

Gedicht
En... Laat ons er samen zorgen dat deze moeder (SH) een positief gedicht schrijft volgende keer?

Is het normaal dat een kleuter niet naar school wil gaan
Dat hij het gevoel heeft alleen te staan

Is het normaal dat hij gekleineerd wordt, elke dag
Dat hij met een traan uit school komt in plaats van met een lach

Is het normaal dat de juffen het allemaal beter weten
Dat zij onze ervaringen en hulpkreten na het aanhoren gewoon vergeten

Is het normaal dat een kleuter zijn vertrouwen in school verliest
Dat hij de thuissituatie boven die van zijn klas verkiest

Is het normaal dat door de ontkenning van school hij niks meer doet
Dat hij niet verder mag gaan, maar zich aanpassen moet

Is het normaal dat een kleuter zich bewust is van zijn onmacht
En zich dan maar in elke situatie gedraagt zoals men van hem verwacht

Is het normaal dat een kleuter geen onbezorgde kleutertijd beleeft
En zich gedwongen in een weinig inspirerende omgeving begeeft

Ik zeg NEE, dat is niet normaal
Maar ik hoop dat het einde van dit verhaal
Er toch een is met heel veel licht
Dan schrijf ik volgende keer een positief gedicht!


© www.hoogbegaafdvlaanderen.be | Email : info@hoogbegaafdvlaanderen.be