Omschrijving:
We spreken over onderpresteren wanneer een hoogbegaafd kind
structureel minder presteert dan het op grond van zijn of haar capaciteiten
zou kunnen. In sommige gevallen levert een hoogbegaafd
kind zelfs prestaties die op het laagste niveau van de klas of groep liggen,
of die zelfs dat niveau niet halen.
Twee soorten onderpresteren:
Men maakt een onderscheid tussen relatief onderpresteren en absoluut
onderpresteren.
- Relatieve onderpresteerders...
...doen het minder goed dan ze eigenlijk zouden kunnen, gemeten
tegenover de eigen capaciteiten, maar vallen niet zo erg op, omdat ze
nog relatief "normaal" presteren in vergelijking met hun leeftijdsgenootjes.
Dit soort onderpresteren zie je vaak bij kinderen die zich een beetje
gaan inhouden, om niet te erg op te vallen in een klasgroep.
- Absolute onderpresteerders...
..doen het zelfs slechter dan "normaal" is in hun
eigen leeftijdsgroep. Dit soort onderpresteren zie je vaak bij kinderen
die het om één of andere reden opgeven, het niet de moeite
meer vinden, of de motivatie niet meer hebben om überhaupt iets te
tonen van hun capaciteiten.

Jongens en meisjes:
Meisjes passen zich blijkbaar vaker dan jongens aan hun omgeving aan
en gaan al snel "relatief" onderpresteren, ze vallen dan helemaal
niet meer op als hoogbegaafd omdat ze op klasniveau presteren.
Jongens gaan vaker absoluut onderpresteren blijkbaar.
Altijd en overal onderpresteren?
Onderpresteren kan zowel altijd, als in bepaalde situaties voorkomen.
Zo is het perfect mogelijk (daar hebben we verhalen van...!) dat een hoogbegaafde
kleuter thuis vlot leest, de woorden begrijpt (maar ze soms emotioneel
gezien nog niet kan verwerken), en op school gewoon vrolijk mee met de
snellere kindjes van de klas de eerste lettertjes wat moeizaam spelt.
Waardoor het voor ouders héél moeilijk wordt, begrip
te vinden in de school om wat extra uitdaging voor dat kind te voorzien,
want dat kind toont verschillend gedrag thuis en op school. Zo is
er ook het typische voorbeeld van de jongere die in het secundair net
voldoende presteert om geen onvoldoendes te halen voor wiskunde, maar
die thuis met zeer ingewikkelde berekeningen en wiskundige begrippen die
veel verder gaan dan de schoolleerstof aan de slag gaat.
Onderpresteren KAN samengaan met hb, maar dat hoeft niet
- Onderpresteren is géén privilege
van hoogbegaafden, er zijn ook andere kinderen die onderpresteren.
- Onderpresteren is geen onafwendbaar ding bij
hoogbegaafden. Hoogbegaafden die voldoende uitgedaagd worden, zich goed
voelen in hun school en klasgroep, hebben wellicht een kleinere kans op
onderpresteren.
- Bij hoogbegaafden
heeft onderpresteren vaak te maken met verveling, of het zich niet "thuis"
voelen op school, bij de leerkracht, of in de klasgroep.
- Er zijn ook andere redenen voor onderpresteren
dan dewelke het meeste voorkomen bij hoogbegaafden
Verklaring?Waarom presteert dat kind dan soms/altijd veel minder
goed dan het eigenlijk kan?
Gedrag
Als een hoogbegaafd kind onderpresteert, kan dat allerlei redenen hebben.
Onderpresteren is een gedrag. Gedrag is niet altijd bewust gedrag. Gedrag
ontstaat door een samenspel van factoren.
Je zal zien dat er verschillende soorten verhalen zijn. Want het ene kind
is het andere niet.
Hard labeur
Het gedrag van onderpresteren "omkeren" is vaak geen scinecure.
Eerst moet je precies gaan detecteren waardoor je kind niet toont wat-ie
eigenlijk kan. Dat kan dus van alles zijn.
Enkele voorbeelden:
- Het klikt niet met de leerkracht ("waarom
zou ik voor die juf/meester iets doen?")
- De methode van een bepaald vak, de manier
waarop iets wordt aangeleerd, liggen je kind niet (bv het kind is eerder
een beelddenker, en de leerstof wordt op een manier aangebracht die helemaal
niet past bij de leerstijl van dat kind)
- Het kind is zo beducht om fouten te maken,
dat het maar liever niets opschrijft dan de kans te lopen fout te zijn
(perfectionisme en faalangst).
- Je kind heeft last om te schrijven, waardoor
het gewoon niet kan tonen op schriftelijke taken wat-ie van het vak waarover
het gaat al kent (komt wel eens voor bij jonge versnelde kinderen: extra
aandacht voor de schrijfmotoriek is dan aangewezen om te vermijden dat
een kind in een neerwaartse spiraal terechtkomt)
Bijsturen?
Pas nadat je weet waardoor het kind onderpresteert, kan je proberen
manieren te vinden om het tij te keren. De gevolgen van onderpresteren
zijn al te vaak negatief. Een kind dat onderpresteert, heeft niet alleen
vaak een studieprobleem, maar geraakt vaak ook met zijn/haar zelfbeeld
in de knoop. Niet zelden zijn hoogintelligente onderpresteerders er na
verloop van tijd van overtuigd het domste kind van de klas te zijn, ze
dichten zich bepaalde vaardigheden niet (meer) toe, geven het al vooraf
op, enz.
Hoe leert een onderpresteerder?
De leerstrategieën, leer- en denkprocessen verlopen anders dan
bij de andere kinderen. Een onderpresteerder weet vaak dat hij/zij
het wel allemaal zou moeten kunnen, maar weet niet hoe. Daar bovenop komt
soms de houding van volwassenen, die het eerder simpel stellen: "Als
hij/zij maar wil, kan hij/zij het". Het kind ervaart dat het
niet voldoet aan de verwachtingen. Het voelt zich een "loser",
ziet zichzelf als iemand die de volwassenen in zijn/haar omgeving teleurstelt,
en is over zichzelf teleurgesteld. Een toenemend gevoel van machteloosheid
om ook te tonen dat het de leerstof wel degelijk "vat", zorgt
er soms zelfs voor dat het kind afhaakt en absoluut gaan onderpresteren,
of leidt tot helemaal niet meer willen/kunnen presteren.
Het zijn vaak de onderpresteerders bij de hoogbegaafde kinderen die
wel wat extra begeleiding behoeven.
Ze zijn soms al meermaals gekwetst door een schoolervaring waarin helemaal
geen rekening is gehouden met hun eigenheid , en hebben hun zelfbeeld
soms al sterk naar het negatieve bijgesteld. Ze zijn vaak, door de schoolsituatie
die hen uitzichtloos lijkt, faalangstig geworden.
Als ouders is het dan vaak een hele zoektocht om je kind een beetje
te kunnen steunen. Je hebt een mengeling van gevoelens. Enerzijds
wil je dat kind niet nog meer onder druk zetten, anderzijds besef je maar
al te goed dat dit onderpresteren ook best tot gevolg kan hebben dat jouw
kind later dan normaal, of zelfs helemaal geen diploma haalt. En dat beperkt
dan weer zijn/haar mogelijkheden om verder te studeren, en eventueel een
job later die voldoende uitdaging biedt om mee tevreden te zijn als volwassene.
Het evenwicht zoeken tussen ondersteunen en stimuleren, vermijden om
het kind signalen te geven dat je méér verwacht, maar eerder
de kleine successen vieren (wetende dat het kind eigenlijk meer kan),
is vaak een hele opgave voor ouders en leerkrachten.
Detectie
Hoogbegaafde onderpresteerders zijn niet altijd zo eenvoudig te detecteren.
Een hoogbegaafd kind dat "voldoende" presteert op school
valt niet echt op, als het geen gedragsproblemen vertoont. En dat
"voldoende" (maar daarom niet minder onder het niveau van het
eigen kunnen) presteren komt wel eens voor, vooral in het basisonderwijs.
Want de herhaling daar is zo groot dat het al zeer moeilijk is om
als hoogbegaafde niet voldoende leerstof op te pikken "en passant".
Vroeg begonnen, is half gewonnen
Toch is het belangrijk reeds in het basisonderwijs dat onderpresteren
aan te pakken. Een kind dat "vanzelf" het basisonderwijs
doorkomt, en dan plots ontdekt in het secundair onderwijs dat een beetje
moeite doen echt wel nodig is om voldoende resultaten te halen, weet vaak
niet op welke manier het aan studeren moet beginnen.
Hoogbegaafden falen wel eens in het secundair onderwijs, zuiver door
gebrek aan oefening in studeren. Begeleiding in leren leren is iets
wat deze kinderen zeker nodig hebben om hun zelfvertrouwen wat te versterken
en om te leren een inspanning te doen. Dat laatste is het beste te bereiken
door voldoende uitdagende leerstof aan te bieden vanaf het begin van de
basisschool. Want dan moeten ze wel een beetje moeite doen, en een
weg zoeken in het leren studeren (inclusief leren fouten maken zonder
dat dit het einde van de wereld voor hen betekent), wat de kans vergroot
dat zij niet in een patroon van onderpresteren geraken waar heel moeilijk
is uit te komen.
Niet overdrijven aub
Nu moeten we ook niet dadelijk panikeren als een kind niet telkens topprestaties
neerzet. Als het maar leert moeite voor iets te doen, en vol te
houden, is er een basis gelegd. Dan heeft het kind wellicht al voldoende
"oefening" om mee verder te kunnen. En als dat moeite
voor iets doen en volhouden zich situeert in niet-schoolse activiteiten,
dan heb je alleszins die geruststelling: als het op school "interessant"
genoeg wordt voor het kind, zullen die vasthoudendheid, dat kunnen een
inspanning voor iets doen, tenminste geoefend zijn. Daar kan je dus al
mee aan de slag, als het gaat om het aanleren van studievaardigheden.
Preventie!!!
Laat beginnen te "redden wat er te redden valt", (te) laat
een studiemethodiek aanleren, is moeilijker dan preventief werken. Kinderen
die geen aanleiding hebben om te gaan onderpresteren, zullen dat ook niet
zo snel doen.
Een kind is van nature erg leergierig. Zie maar hoe een kind, buiten
het stramien van een school, zich op ebkele jaren als baby en peuter snel
ontwikkelt. Ook op school zou dit spontane leervermogen moeten kunnen
verder openbloeien. Maar blijkbaar ontstaan er op scholen, juist door
het tekort aan uitdaging, wel eens wat onderpresteren bij hoogbegaafden.
Dit heeft vaak te maken met verveling. Soms gebeurt het ook omdat ze zich
aanpassen aan de groep doordat ze aanvoelen dat "anders" niet
door iedereen als "evenwaardig" wordt beschouwd.
Hoogbegaafden voldoende aangepaste activiteiten bieden, met voldoende
contact met ontwikkelingsgelijken, is een voorwaarde om hen de kans te
geven zoals elk kind verdient, om hun eigen aanleg te ontwikkelen op een
evenwichtige manier. Het "recht om elke dag iets bij te leren op
school" is een werkpunt voor begeleiders van hoogbegaafde leerlingen.
Een riem onder het hart van de ouders.
Vraag uitdagende leerstof voor je kind, zodat het gestimuleerd wordt
te werken. Als je dan als ouders wordt bekeken als veeleisend naar de
leerkracht, en zelfs als pushers naar je kind toe, en men je verwijt niet
aan het belang van je kind te denken (wat men daar dan mee bedoelt is
me een raadsel, je denkt als ouder toch vooral aan het belang van je kind),
bedenk dan dat als je ervoor kunt zorgen dat je kind het "leren leren"
niet pas zal moeten leren als het bij wijze van spreken morgen broodnodig
is, of zelfs al wat te laat, je heel veel problemen in het secundair en
voortgezet onderwijs voor je kind hebt voorkomen. Bedenk dat veel
hoogbegaafden vroeger (en dat is nog steeds gaande) omwille van het niet
kunnen leren, het gebrek van ervaring in leren, in het secundair onderwijs
in een watervalsysteem zijn terechtgekomen, van sterke studierichtingen
naar steeds zwakkere, en dat het soms zelfs heeft geleid (en nog steeds
leidt vandaag) tot het niet behalen van een diploma secundair, laat staan
een hoger diploma. En wat zoiets met een kind zijn zelfbeeld doet,
daar moeten we echt geen tekeningetje bij maken zeker.
YW
|