|
 |
Opvoeding - enkele handvatten |
We plaatsen hier slechts enkele zaken op een rij.
Volledig is het zeker niet, maar het zijn alvast enkele zaken om eens over
na te denken. Misschien vooraf één ding: volg je
intuïtie. Als ouders voel je best ZELF aan wat je kind nodig
heeft. En dat is niet altijd hetzelfde als dat hoogbegaafd kind uit een
ander gezin.
Opvoeden blijft ZELF zoeken, alle goede
raadgevingen ten spijt. Wij kunnen elkaar alleen helpen met wat tips een
truuks...Wij herkennen ons eigen kind in dat van een ander... En soms ook
niet.
Mail jij ook jouw ervaringen en tips door? Misschien
help je daar iemand anders mee.
Maar laat iedereen asjeblieft blijven ZELF denken, en kijken wat wel
en niet lukt voor de eigen kinderen. Ze zijn toch ook zo verschillend
onderling, die hoogbegaafde kinderen en jongeren... |
Onderzoek je eigen houding tegenover hoogbegaafdheid.
Hoe sta je er zelf tegenover? Heb je misschien (net) ontdekt dat jij
zelf ook hoogbegaafd bent en worstel je nog met dat idee? Of heb je zelf
een idee in het achterhoofd van "die kleine Einsteins met hun pretentie"?
Heb je zelf vooroordelen, zit je nog met iets, of zie je vooral de mogelijke
negatieve kanten aan dat hoogbegaafd zijn van je kind?
Eén goede raad: DEAL WITH IT. Leer omgaan met hoogbegaafdheid
als iets wat MOGELIJKHEDEN schept voor je kind én voor jezelf als
ouder. Probeer de positieve kanten te zien. Want jouw houding bepaalt veel
van hoe je kind ermee leert omgaan.
Zet voor jezelf de mogelijkheden op een rij. Zoek positieve kanten aan
wat jij als risico's ziet. Zoek de mogelijkheden die je kind heeft, van
de soort die een "hé dat is leuk" uitleg kunnen inspireren.
Je kind zal van jou leren dat hoogbegaafd zijn, wel zijn charme heeft ook.
Ondanks de moeilijke kanten ervan.
Nog even een opmerking voor mensen die naar aanleiding van de diagnose
van hun kind als zijnde hoogbegaafd, plots in een verwerkingsproces terechtkomen
over hun eigen begaafdheid. Misschien heb je ook gevoelens van spijt over
eventuele gemiste kansen. Zadel je kind hier niet mee op. Leer voor jezelf
vooral naar NU en MORGEN te kijken, in de plaats van je te fixeren op vroeger
en wat had kunnen zijn. Uiteindelijk leven we vandaag, en heb jij de rest
van je leven zelf in handen. Wees sterk voor je kind: het heeft niets aan
een panikerende ouder die zich verliest in zelfmedelijden over wat geweest
is, en die enkel maar kan denken aan "dat nooit voor mijn kind".
Je weet immers vooraf niet of je kind hetzelfde zal meemaken. Probeer de
kracht te vinden om dat juist te vermijden voor je kind, wat jij hebt meegemaakt
(maar overdrijf niet met het trekken van parallellen, je kind is geen exacte
kopie van jou, ook al zie je gelijkenissen, en de situatie is anders intussen).
Bekijk het positief. Bedenk dat zelf weten wat hoogbegaafdheid inhoudt,
voor je kind juist die extra veiligheid kan scheppen die het nodig heeft.
Jij zal misschien beter dan wie anders begrijpen wat je kind meemaakt,
waar het eventueel voeling met leeftijdsgenoten mist, en waarom. En daarom
kan jij je kind wellicht extra steun geven, als ervaringsdeskundige.
Spreek ook over die begaafdheid, wees spreekbuis en pleitbezorger voor
je kind. Mogelijk heb jij het gevoel dat je kansen hebt gemist vroeger,
omdat niemand wist dat je hoogbegaafd was. Wel, haal daar de kracht uit
om voor de begaafdheden van je kind uit te komen! Jij weet dat het hoogbegaafd
is, dus nu kan je er trachten voor te zorgen dat je kind die ondersteuning
krijgt van zijn omgeving die het nodig heeft om te kunnen opgroeien tot
een gelukkig, nieuwsgierig en leergierig kind. |
Zeur niet.
Als je kind jou vooral de moeilijke kanten van hoogbegaafd zijn hoort
benadrukken naar anderen toe, of aanvoelt dat je bij het minste teken van
onbehagen van je kind een heel drama voor je ogen ziet, begint het zich
daar misschien wel in te wentelen bij de minste tegenslag. Het gaat
natuurlijk mis, want moeder of vader hebben het laatst toch gezegd tegen
de buurvrouw: "het is niet simpel, zo'n kind", en "het onderwijs
is niet aangepast", en "onze kinderen lopen het risico zelfs
geen diploma te halen, ondanks hun intelligentie", en het ultieme
"niemand buiten ik begrijpt mijn kind".
Dit soort uitspraken (hoe waar ze soms ook zijn), halen niet veel uit.
Je kind kan er geen weg mee. En buitenstaanders krijgen een beeld van "die
willen ook alles voor zichzelf".
Dus vooral: zeur niet. Niets is nefaster voor de zaak van hoogbegaafde
kinderen dan ouders die zitten te zeuren over wat er allemaal misloopt,
en hoe erg hun kinderen er aan toe zijn. Onder elkaar kan dat zeker (iedereen
heeft wel eens een plaats nodig om stoom af te laten, er zijn oudergroepen
genoeg), maar naar de buitenwereld, die zelf vaak met het foutieve beeld
zit van "die kinderen komen er toch vanzelf?", of integendeel
het even karikaturale “Het zijn vogels voor de kat, ze brengen enkel
maar problemen mee”, komt dat helemaal verkeerd over. Het lijkt voor
iemand die (meestal onterecht overigens) denkt dat hoogbegaafden het heel
gemakkelijk hebben, alsof degenen die extra goed bedeeld zijn, gulzig worden
ten koste van anderen die het méér nodig hebben. Nogmaals,
dat is een vooroordeel. Maar dat neem je niet weg door te zeuren, integendeel.
Zet voor jezelf dus duidelijk op een rij wat de voor-en nadelen zijn
van hoogbegaafdheid voor JOUW kind (en hou de mogelijke risico's waarover
je hebt gelezen of gehoord wel in je achterhoofd), zodat je aan anderen
kunt uitleggen hoe je met die begaafdheid omgaat en hoe het in elkaar zit
voor jouw kind. Leg OOK (naast de leuke kanten) uit dat het niet altijd
vanzelf gaat, dat er toch aandachtspunten zijn. Maar zeur niet, het brengt
niets op. Sta op de rechten van je kind, wees advokaat voor je kind, maar
wees geen klaagmoeder of -vader.
Een overdreven focus op de lastige kanten van hoogbegaafdheid zou mogelijk
ook nefaste gevolgen voor je kind kunnen hebben. Doordat het kind jou herhaaldelijk
heeft zien panikeren bij de minste tekenen van onbehagen, is het niet ondenkbaar
mocht het je niet meer komen vertellen dat het met iets zit of dat het
zich niet zo lekker in zijn/haar vel voelt. Uit angst om jullie bezorgd
te maken...
Dat is het allerlaatste wat je wilt, want voor je het weet zit je kind
met serieuze problemen, precies omdat het niet meer bij jou terecht kan
met haar/zijn bekommernissen. |
Praat met je kind over hoogbegaafd zijn.
Je kind weet drommels goed, en zelfs vaak heel jong al, dat het anders
is dan andere kinderen. Vaak is het taalgebruik van een hoogbegaafd kind
niet aangepast aan het taalgebruik van leeftijdsgenoten (het gebruikt woordenschat
die leeftijdsgenootjes nog niet verstaan, of als kleuter spreekt je kind
reeds in lange volzinnen, zodat de andere kleuters niet kunnen volgen wat
je kind zegt). Alleen kan je kind die verschillen soms niet benoemen, en
dat schept al te vaak een gevoel van onveiligheid. Zeker als je kind in
omgevingen terechtkomt waar "hetzelfde zijn", of "opgaan
in de groep" hoog gewaardeerd wordt, zoals bijvoorbeeld een kinderopvang,
school of jeugdclub, is een beetje hulp nodig zodat je kind dat beangstigende
van het anders functioneren wat leert relativeren. Want hoe graag de begeleiders
in zulke omgevingen vaak het "respect voor het individuele kind"
op papier in hun missie schrijven, vaak is de groep toch de dominerende
factor, en moet iedereen zo veel mogelijk in dezelfde richting. Wat voor
jouw kind misschien wel erg moeilijk is, omdat het soms tot meerdere versnellingen
lager moet schakelen.
Je kan al heel vroeg je kind uitleggen wat een Gauss curve is, waardoor
een kind één en ander kan plaatsen. Je kan ook de metaforen
van "snel motortje" gebruiken (werkt bij veel kinderen), of aanduiden
waar bepaalde andere kinderen sterk in zijn, en dan uitleggen dat je kind
ook iets heeft waar het sterk in is: snelle hersenen.
Een mooi verhaal van B. illustreert hoe goed een kind soms de uitleg
over wat hoogbegaafdheid betekent kan verwerken. Jonas is 6, en er is net
besloten hem van eerste naar tweede leerjaar te versnellen bij het begin
van de derde trimester. Hij gaat normaal volgend schooljaar mee over naar
het derde leerjaar met zijn nieuwe klas, want dat zal volgens de psychologe
die zijn IQ test afnam nodig zijn om hem uit te dagen tot prestaties. Momenteel
presteert hij niet helemaal volgens zijn intellectuele mogelijkheden, en
dat frustreert hem. Maar Jonas heeft toch zo zijn twijfels, want "Marie
heeft veel betere punten, dus die is dan toch slimmer?". De uitleg
van het snelle motortje in zijn hoofd "pakte" niet echt, de twijfels
bleven hangen. Dan maar de gauss curve erbij gepakt denkt de moeder. We
laten haar even zelf aan het woord:
"Dus probeerde ik hem uit te leggen wat er aan de hand was,
eerst met het verhaal van het 'snelle motortje' in zijn hoofd (dat naar
ik vernam van andere ouders vaak goed aanslaat), maar ik stuitte op onbegrip
en weerstand. Dan hanteerde ik de analogie van de slak en de haas,
dat de haas met achterstand kan vertrekken maar toch vroeger zal toekomen
dan de slak door het verschil in snelheid). Ook dat kwam niet helemaal
goed: want hij was niet de haas in de klas, hij was een konijntje, de haas
was Marie want die had altijd 10/10 (Hij begrijpt duidelijk het verschil
tussen prestaties en potentieel nog niet). Dus nam ik, zowat ten
einde raad, de Gauss-curve erbij. Ik vertelde dat als je àlle
mensen van de wereld zou testen je zoiets zou krijgen: en ik tekende een
Gauss-curve op een blad en begon daarop enkele punten uit te zetten, 100,
70 en 130. Ik legde hem uit dat hoe hoger de boog van de curve was,
hoe meer mensen die IQ waarde hadden. Dat klikte meteen. Hij begon zelfs
andere kinderen van zijn klas te positioneren op die x-as.
Blijkbaar had hij er behoefte aan zichzelf te plaatsen tegenover de andere
kinderen van de klas, zeker tegenover de kinderen die sterke resultaten
haalden. En omdat hij eerder een beelddenker is, sloeg het beeld van de
Gauss curve blijkbaar beter aan dan de meer verbale uitleg die ik eerst
gaf.
Tenslotte vroeg hij nog of onze psychologes wel zeker waren van hun diagnose:
"Anne is toch wel zeker he mama, en Rebecca heeft toch wel goed getest,
ik heb toch geen IQ van 120 of zo, waardoor een klas overslaan slecht zou
zijn voor mij?!" (ik had hem verteld dat de slimme kinderen die altijd
10/10 haalden, wellicht zo'n IQ zouden hebben, om hem een idee te geven,
en dat hij juist een probleem heeft omdat hij anders leert en denkt dan
een gewoon slim kind, dat zich kiplekker voelt in het gewone systeem van
onderwijs). Ik zei dat Anne héél zeker was, dat ze
elke dag kindjes zoals hij testte en zo nodig versnelde. Daarna was
hij gerust. Hij is uiteindelijk laat maar zichtbaar opgelucht gaan
slapen." |
Denk vooraf na hoe je wilt reageren op
commentaar van anderen.
Niets is zo vervelend als achteraf te weten wat je beter had gezegd tegen
iemand die commentaar heeft geleverd op je kind waar het bij stond. Vermits
jij sowieso veel meer weet over hoogbegaafdheid (wees gerust: je zult er
je wel moeten in verdiepen om je kind te kunnen opvoeden), kan je eigenlijk
veel sterker in je schoenen staan dan de toevallige commentator. Daarom
kan best je gevatte antwoorden alvast voorbereiden. Waardoor je kind het
gevoel krijgt dat niet die andere, maar jij gelijk hebt. Meer nog: je kind
zal mettertijd dezelfde antwoorden gebruiken als hij/zij alleen is met
anderen, en zo eventuele geïnternaliseerde zelfkritiek die hij van
anderen kreeg toen jij er niet bij was, weerleggen. |
Bescherm je kind tegen overdreven aandacht.
Niet dat je de begaafdheid van je kind onder de mat moet stoppen, dat
zou de verkeerde boodschap zijn. Je kind mag en moet tonen wat het kan.
Er is niets mis aan slim zijn of hoogbegaafd zijn, integendeel. Maar soms
gebeurt het dat mensen die hoogbegaafdheid van je kind zo bijzonder (of
integendeel net overdreven "erg") vinden, dat ze je kind echt
in de kijker gaan plaatsen. Je kind zou zich daar ongemakkelijk kunnen
bij voelen, zowel als het om overdreven prijzen gaat (uiteindelijk heeft
je kind niets bijzonder gedaan om hoogbegaafd geboren te worden, en zal
het die eigenschap dus moeilijk als een eigen verdienste kunnen zien),
als om overdreven medelijden (je kind zal zich misschien niet eens bewust
zijn van bepaalde negatieve kanten, en zou zich kunnen gaan zorgen maken).
Ook je kind laten opdraven bij het bepleiten van een goed (school)beleid
voor hoogbegaafde kinderen doe je best gedoseerd. Niet dat je kind niet
eens in de krant, een vakblad of andere media kan komen, als bijvoorbeeld
de school een project wil bekend maken, of als - echt gebeurd - een prinses
het CBO bezoekt. Alleen: je kadert dat best voor je kind, en probeert dat
allemaal op een natuurlijke manier te laten verlopen. Eerder dus: "goh,
leuk voor jou, dat je een echte prinses hebt mogen spreken", dan "omdat
jij zo slim bent, moet je wel mee op de foto en tv om te zorgen dat er
iets gebeurt in het onderwijs, anders loopt het mis, dus doe nu even moeite,
ook al heb je geen zin".
Luister steeds naar je kind: als hij/zij er zin in heeft, dan doe je
het. Als hij/zij andere dingen belangrijker vindt, is dat zo. Een mooi
voorbeeld: toen een Ombudsjan aflevering rond de afschaffing van de leefgroepen
in de basisschool 't Kofschip gepland was in mei 2004, en een jongen, die
al had meegewerkt aan een introductiefilmpje, niet opdaagde in de uitzending,
zei de vader eenvoudigweg: "hij vond met zijn vrienden naar de Ardennen
gaan nu belangrijker. Hij had al genoeg voor de uitzending gedaan vond
hij". Jan Van Rompaey's reactie "ja, zo gaat dat met die kinderen"
was misschien niet echt heel begripvol, maar die vader had het eigenlijk
helemaal goed! Hij respecteerde de keuze van zijn kind, dat effectief al
een hele bijdrage had geleverd door in het filmpje mee te spelen.
"Lastige" aandachtsmomenten, dat speelt zich ook op kleinere
schaal af. Iedere familie heeft wel een oom die de kinderen steeds weer
"test", liefst aan de koffietafel met heel de familie als toeschouwers
natuurlijk. Nu weer een som, dan weer een moeilijk woord of speciaal raadsel,
soms kan het niet op gewoon. Zo lang je kind dat leuk vindt, is dat helemaal
OK. Zodra je kind een "oh neen, toch weeral niet" houding vertoont,
moet je ingrijpen. Want die oom verpest dan voor je kind het familiefeestje,
omdat je kind te kijk wordt gezet tegen zijn/haar zin.
Hetzelfde kan verteld worden over vrienden met kinderen die je kind steevast
testen en vergelijken met het hunne, op zoek naar die ene zwakheid die
hun kind beter uit de verf doet komen. Het is niet leuk voor jouw kind,
maar ook niet voor het andere kind dat ongetwijfeld gaat denken dat zijn/haar
eigen ouders een gevoel van ontevredenheid hebben over hoe het is en wat
het kan.
Dat andere kinderen zich niet slecht gaan voelen in aanwezigheid van jouw
hb kind is trouwens ook iets waar je als ouder op kan letten. Je vergroot
de kans dat andere kinderen jouw kind zullen accepteren zoals het is en
vergroot dus ook de kans dat jouw kind zich op sociaal vlak harmonieus
kan ontwikkelen.
Dosering dus, en de juiste soort aandacht een kans geven, is de boodschap. |
Zie de voordelen in van een hoogbegaafd
kind hebben.
Het is niet allemaal kommer en kwel. Probeer je ervan bewust te zijn.
- Zelfs problemen hebben hun positieve kant
Door je kind begrip en ondersteuning te bieden op moeilijke
momenten, zal je kind je gaan waarderen als ouder én zielsverwant.
Het kan best zijn dat je kind jou gaat afschilderen als een heilige tegenover
anderen. Wel, geniet daar maar van, je hebt het wellicht dubbel en dwars
verdiend. Je relatie met je kind zal diep zijn, omdat jullie samen problemen
hebben aangepakt en erdoor zijn geraakt. Hoewel het steeds je kind blijft,
en jij de ouder bent, zal je ervaren dat er ook een kameraadschappelijk
aspect zit aan je relatie met je vaak vroegwijze kind. Maar denk erom:
het blijft je kind, dat kind moet kunnen zijn. Niet in de zin die soms
wel eens verwijtend naar ouders toe wordt gebruikt van "laat je kind
toch kind zijn", maar in de zijns-zin: een kind heeft OOK een eigen
leefwereld, als kind. Het is NIET je partner of vriend/vriendin, die je
kunt opzadelen met je eigen problemen als volwassene.
Let hierop trouwens ook bij ander volwassenen, dat ze je kind niet als
een mini-volwassene gaan behandelen.
- Je kind maakt je bewust van een heleboel dingen, ook over
jezelf
Niet zelden wijst een kind zijn/haar ouders op het verschil tussen wat
ze doen en wat ze zeggen. Begaafde kinderen kunnen, zoals elk kind, ontstellend
eerlijk zijn. En vaak zien en horen ze, zo lijkt het wel, net iets meer
dan een ander kind. Je kind biedt je daardoor soms een heel frisse kijk
op jezelf. Je kind zal je misschien ook opnieuw bewust maken van subtiele
sociale nuances in de omgaan tussen mensen. Het "leugentje om bestwil"
zal je door je kind onder de neus gewreven worden. Je zal dat niet zo
maar even kunnen wegwuiven. Het verschil tussen bepaalde principes die
je zegt aan te hangen en je dagdagelijks functioneren komt ongetwijfeld
wel eens op je bord terecht. Je kind wijst je op hoe anderen soms reageren
op verschillen, brengt je grote en kleine vragen onder de aandacht ("Maar
waarom voeren mensen dan oorlog, als niemand dat eigenlijk goed vindt?",
en "Waarom stoppen ze niet al dat geld voor wapens in geneesmiddelen
uitvinden voor erge ziektes?", "Waarom hebben kinderen van een
andere huidskleur iets mis gedaan volgens die partij? Het zijn toch ook
maar gewoon kinderen?", en "Waarom zei je tegen die mevrouw
dat je dat kleed zo mooi vond, terwijl jij zoiets helemaal niet mooi vindt?")
waarbij je toch ook weer even moet nadenken, want een vaag antwoord zal
niet aanvaard worden.
- Je relatie zal zich (hopelijk) verdiepen
Een hoogbegaafd kind in je huishouden, het is soms niet niks. Zie de stress
die dit meebrengt als iets waar je samen doorheen moet. Een moeilijke
periode die je samen als partners doorgeraakt, versterkt je relatie (hopelijk).
- Een goed opgevoed hoogbegaafd kind is een aanwinst
Laat ons dit nooit vergeten: een hoogbegaafd kind dat zijn/haar evenwicht
vindt in deze maatschappij, zal een aanwinst zijn voor elke omgeving waar
het zich bevindt. Jij zult terecht fier kunnen zijn op je kind, dat anderen
kan steunen en helpen, en dat goed omgaat met de hersenen en gevoeligheid
die het in zich heeft. Je zult als alles goed gaat een gelukkig kind zien,
dat zelf zijn/haar eigen kinderen op een evenwichtige manier kan opvangen.
En daar doen we het toch voor? Een kind dat zijn eigen evenwicht vindt
is toch heel mooi?
|
Wees geen reductionist.
Het is verleidelijk alle problemen en probleempjes van je kind aan zijn/haar
hoogbegaafdheid te wijten. En alle goede kanten ook. Maar een kind is méér
dan de som van zijn/haar (intellectuele) vaardigheden. Kinderen hebben
een eigen karakter, bouwen ervaringen op die weinig met hun begaafdheid
te maken hebben, worden door hun omgeving beïnvloed, en doen dingen
ook gewoon zonder reden en vanuit hun hart.
Hoogbegaafdheid komt op een kind af als een gegevenheid: "ik ben
zo". Het wordt ermee geboren. Als elke ervaring tegen die vaste gegevenheid
af wordt gezet, kan het zijn dat je kind niet meer gaat geloven in de maakbaarheid
van zijn leven. De spreuk "het gaat niet over wat je bent
of wat je hebt, maar wat je ermee doet", is hier zeker
op zijn plaats.
Ook op andere volwassenen komt reductionistisch denken raar over. Zij
zien hun eigen kinderen ook dingen doen die jouw kind doet, en die jij
in verband brengt met zijn/haar begaafdheid. Dit verkleint hun vertrouwen
in jouw oordeel over wat er aan de hand is, en kan leiden tot onbegrip.
Wat wel waar is, is dat hoogbegaafdheid, en de geheel eigen manier van
zijn van hoogbegaafde kinderen, veel dingen vergroot of versterkt. Hoogbegaafde
kinderen hebben soms als het ware een vergrootglas liggen op hun ervaringen
en gevoelens. Dit is iets waar je zorgvuldig moet mee om gaan, maar het
mag je niet verleiden alles aan de begaafdheid van je kind toe te schrijven.
Tenslotte is niet elk boertje of windje van je kind een hoogbegaafd boertje
of windje, dat weet je zelf ook wel. |
Bevorder de eigenwaarde van je kind.
Makkelijk gezegd hé? Vinden wij ook!
Misschien zijn enkele sleutels die we ontlenen aan algemene boeken over
opvoeding, op zijn plaats hier.
Kinderen halen hun eigenwaarde uit - ruwweg, er zijn verschillen tussen
auteurs - vier bronnen, ééntje die te maken heeft met zich
gedragen voelen door anderen, en drie die met vaardigheden te maken hebben:
- Het gevoel dat één of meer belangrijke mensen
van je houden (Ouders en ruimere familie en vrienden zijn hier
belangrijk, maar ook leerkrachten. We woonden eens een lezing bij waarin
werd gesteld dat op 6 jaar basisschool één empatische leerkracht
al genoeg was om de veerkracht van een kind te behouden op school, dus
er is hoop!). Wel is het belangrijk dat een kind zich al heel vroeg, zo
snel mogelijk na de geboorte, geliefd en gedragen voelt. Dit helpt om
eventuele latere negatieve reacties van anderen te boven te komen, en
"terug op te veren" in de plaats van te breken. Deze bron van
eigenwaarde geeft kinderen dus hun eerste vaste grond om op te blijven
staan als het eens moeilijk is.
- Sociale eigenwaarde: Het gevoel zelf vrienden te kunnen
maken, dingen te zeggen en te doen waarmee je bij anderen respect kunt
oogsten. De vaardigheid je stem te kunnen laten horen in een groep.
De oefening hiervoor begint thuis. Een klimaat waarin ouders een respectvolle
communicatie bevorderen, laat je kind toe te oefenen en fouten te maken
in communicatie zonder dat dit dadelijk een ramp wordt (tenslotte zien
jullie hem/haar al graag, en valt dat niet weg met een sociale blunder).
Vanuit de thuissituatie kan het sociale vermogen zich uitbreiden naar
klasgenoten, sport- en jeugdclub, vrienden en vreemde groepen.
- Fysieke eigenwaarde: Het gevoel je lichaam onder controle
te hebben begint al heel jong (die handen grijpen iets vast, eindelijk,
ik sta op mijn benen, joepie, ik ben op tijd op dat potje geraakt, oef,...)
en heeft alles te maken met of je kind zijn/haar lichaam als een betrouwbaar
iets gaat zien. "Gaat dat lichaam me niet hinderen bij dit spel,
ziet het er wel een beetje deftig uit, kan ik wel mee met anderen, verschil
ik niet te opvallend van anderen,..." - allemaal vragen die ooit
wel eens bovenkomen bij een kind.
In het geval van hoogbegaafde kinderen is er soms ook sprake van verschillende
leeftijden, asynchrone ontwikkeling (intellectueel/emotioneel/fysiek/...).
Soms loopt wat een kind, intellectueel gezien dan, denkt te (moeten)kunnen,
voor op het fysieke. Dit kan frustraties geven, zeker bij kinderen die
pefectionistisch ingesteld zijn, wat bij hoogbegaafden vaak voorkomt.
Mogelijk gevolg hiervan is faalangst.
Een klassiek voorbeeld: het kind ziet een boom en wil die tekenen. Het
tekent, voor een 4 jarige, een prachtige boom. En dan ineens wordt die
tekening woedend stukgemaakt. Omdat "het niet gelijkt". Wat
is hier aan de hand? Dat kind wenst eigenlijk de boom op papier te zien
zoals hij echt is en zoals hij in zijn/haar hoofd zit: met zo'n 30 verschillende
nuances van groen en bruin, met die beweging in de wind, met heel de sfeer
die kijken naar die boom bij hem/haar oproept. En wat staat er op het
blad? Juist, voor een vierjarige een prachtige tekening van een boom,
maar NIET de boom die het kind in gedachten had. Zo'n kind voelt zich
tekortschieten, dat lichaam heeft hem/haar in de steek gelaten... Uitleggen
dat een tekening geen foto is, dat een afbeelding van een ding nooit het
ding zelf kan zijn, wat kunst is, is hier op zijn plaats. Zeggen dat het
heel goed gedaan is en dat het kind niet zo onnozel moet doen, is eigenlijk
tonen dat je hem/haar niet begrijpt, en bevordert het vertrouwen van je
kind in jouw oordeel niet echt.
- Intellectuele eigenwaarde: Het gevoel van vertrouwen
in leersituaties dat je op z'n minst even goed bent als anderen in je
omgeving. Hier hebben we een hele weg te gaan met onze kinderen. Zij ervaren
vaak al heel vroeg dat ze veel meer kunnen dan anderen. Dat ze heel snel
denken, die extra herhalingen niet nodig hebben, zich zitten te vervelen,
dingen "leren" die ze al kennen, en dat tussen andere kinderen
die als het ware een trein trager rijden. Dat schept verwarring, en kan
zelfs leiden tot het gevoel abnormaal te zijn. Zonder uitleg hierover
kan een kind zelfd geneigd zijn zich aan te passen aan de groep, en zijn
snellere ontwikkeling weg te steken, met gegarandeerd problemen tot gevolg
(het kind moet zich inspannen om een versnelling lager te schakelen, lees
hierover eens "Is it a cheetah?" van Stephany Tolan: www.giftedbooks.com/aart_tolan.html,
eventueel te lezen vertaald
in het Nederlands op de site van Wilma Beekman.
Een kind moet blijven uitgedaagd worden op zijn/haar eigen niveau, al
was het maar om één van de 4 belangrijke bronnen van eigenwaarde
niet te laten opdrogen.
Tegelijk moeten wij als ouders deze soms heel wankele balanceeroefening
begeleiden. Kinderen zijn vaak intellectueel klaar voor veel kennis en
vaardigheden, maar kunnen daarom nog niet noodzakelijk die intellectuele
snelheid omzetten in prestaties. En dat kan allerlei oorzaken hebben.
Een kind kan bv zeer goed sommen maken, maar zijn/haar handen krijgen
het nog niet op papier. Een kind kan bv zeer goed zijn in taal, maar is
te timide om zich in groep te uiten omdat het hier al in het verleden
negatieve ervaringen mee opdeed, en past zich aan ten koste van zijn zelfvertrouwen
(want onderpresteren schept verwarring!). Waakzaamheid is dus geboden,
want, zoals gezegd: het kind moet het vertrouwen hebben dat het zich in
een leersituatie kan waarmaken, het gevoel kunnen hebben dat dit snelle
verstand waar hij/zij mee geboren is, ook een betrouwbaar iets is dat
hem/haar niet in de steek laat als het op leerprestaties aankomt.
Ouders van hoogbegaafde kinderen hebben soms de neiging, alweer dat reductionisme,
zich vooral te focussen op de intellectuele eigenwaarde van een kind. Het
moet voldoende uitgedaagd worden op school, want dan zijn alle problemen
opgelost. Begrijpelijk, want vaak beginnen de problemen zodra een kind
een tijdje op school zit, en vaak verdwijnen er veel problemen zodra een
kind op school voldoende uitdaging krijgt. Eén en ander heeft ook
te maken met het feit dat het sociale en het fysieke ook buiten de school
geregeld aan bod kunnen komen (leersituaties kan je als ouders natuurlijk
ook scheppen, alleen niet zo specifiek als op school). En toch kunnen de
problemen op school ook te maken hebben met sociale aspecten, een laag
zelfvertrouwen op fysiek vlak, of gewoon het gevoel niet genoeg begrepen
en geliefd te zijn door voor het kind belangrijke mensen, en dus moeten
die bronnen van eigenwaarde zeker niet onderschat worden.
Het blijft dus een aandachtspunt: zorg er als ouders voor dat het op
de 4 vlakken een beetje goed zit. Je kind zal er des te meer evenwicht
aan over houden. |
Help je hoogbegaafd kind zich te begrijpen
in relatie met anderen.
Een begaafd kind moet leren dat niet iedereen hetzelfde is. Er zijn verschillen,
en dat is heel normaal. Niet alleen op fysiek vlak (dat is vaak een goed
handvat om met kleine kinderen over verschillen te praten), maar ook op
het vlak van intellect. Het gaat niet om beter of minder, het gaat om anders,
zonder weging of kleuring.
Leer je kind dat iedereen zijn eigen waarde heeft, dat je dus niet allemaal
even slim moet zijn om elkaar graag te hebben. Bedenk: niets is zo irritant
als een kleine opdonder die slim is, en dat op een arrogante manier gebruikt
in sociale relaties. Zoiets wijst op een gebrek aan sociale vaardigheden,
die het kind parten zullen spelen in het opbouwen van gezonde relaties
met leeftijds- of ontwikkelingsgelijken.
Wijs je kind ook op de vaardigheden/sterktes/talenten die andere kinderen
hebben, zodat het ook leert inzien dat je niet noodzakelijk hoogbegaafd
moet zijn om dingen te weten of te kunnen.
Natuurlijk moet je kind zijn/haar vaardigheden niet wegstoppen, alsof
het niet "mag", boven het korenveld uit steken zonder afgemaaid
te worden. Maar het moet leren dat er méér is dan enkel dat
kunnen, want tenslotte weet het zelf ook: aan dat verstand heeft het zelf
geen verdienste. Hij/zij wordt ermee geboren. Wat hij/zij ermee doet, hoe
hij/zij omgaat met anderen en dat verstand erbij, daar gaat het om.
Je kind van 5 is er bijvoorbeeld niet mee geholpen dat je tolereert dat
hij/zij leeftijdsgenootjes pest met het feit dat zij nog niet kunnen lezen
of rekenen, terwijl hij/zij dat al wel kan. Want het zal overkomen alsof
hij/zij denkt dat door die dingen te kunnen, hij/zij zich "meer"
voelt dan de anderen, wat niet echt de aanvaarding door andere kinderen
bevordert ("die blaaskaak weer..."). En ooit... komt hij/zij
een neef tegen van 10, die véél beter rekent/leest....
Beter is je kind uit te leggen dat het echt wel knap is dat hij leest
of rekent op die leeftijd, en hem te tonen hoe dat voor zichzelf als een
plus te maken in de omgang met andere kinderen, door andere kinderen erbij
te betrekken op een positieve manier. Voorbeelden: Bij een boekje voorlezen:
je kind kan dan mee helpen de woorden te zeggen, of bij het verdelen van
de fiches bij een gezelschapsspel, kan je kind andere kinderen helpen tellen,...
Als je even begint na te denken vind je een heleboel gelegenheden waarbij
je kind zijn knappe prestaties kan tonen (waar hij/zij zeker en terecht
behoefte aan heeft), zonder daarom dit als een "optreden" te
moeten verkopen (waar die andere kinderen dan wellicht niet echt interesse
in hebben). Op deze manier oogst je kind succes met zijn/haar kunsten door
anderen van dienst te zijn of gewoon al spelend, wat veel natuurlijker
overkomt.
Een voetnoot voor leerkrachten in de kleuterschool.
Als een kleuter met een duidelijke voorsprong op de andere kleuters al
snel de andere kinderen wil helpen, wordt dat wel eens afgestraft door
sommige kleuterjuffen.
"Hij of zij geeft de andere kinderen geen kans om zelf te denken"
is iets wat verschillende ouders mochten horen.
Bedenk goed wat deze houding van de kleuterjuf of - meester bij een jong
kind kan veroorzaken: het krijgt zo de boodschap dat het niet OK is, te
kunnen wat het kan, en dat het zijn/haar vaardigheden best niet te veel
toont. Verder zit in die "negatoeve" opmerking vervat dat een
ander kind helpen, niet OK is.
Willen wij zo met slimme kinderen omgaan in het onderwijs????
Als een kleuter al kan lezen, laat het kind dan toch ook eens een zinnetje
of een verhaaltje voorlezen voor de klas. Als een kind behulpzaam zijn/haar
vaardigheden ten dienste wil stellen van andere kinderen, geef het dan
af en toe die kans ook!
Natuurlijk is het beter vanaf het begin te differentiëren. Ouders
zouden best bij het inschrijven in de school de gelegenheid krijgen te
vertellen wat hun kind al kan, zodat de kleuterjuffen hun aanbod kunnen
aanpassen. Dit vermijdt dat een kind, drie jaar nadat het de kleuren voor
het eerst aanwees, een heel week "Mannetje bruin" moet zitten
"leren" bijvoorbeeld (jaja, gebeurt écht!).
Maar evengoed zijn er klassicale momenten, waarin iedereen een kans moet
krijgen, en een hoogbegaafd kind dat alle antwoorden er zo maar uitflapt
kan dan behoorlijk lastig zijn, ook al bedoelt het dit niet zo.
En tip: leg misschien best eens uit in een 1 op 1 gesprekje dat andere
kinderen ook hersenen hebben, die niet lui mogen worden, zodat een hoogbegaafd
kind de andere kinderen niet altijd de pas gaat afsnijden. Een hoogbegaafde
kleuter snapt dit waarschijnlijk prima, en vindt misschien in de "onder
ons" toon die de kleuterjuf in zulk een kort gesprtekje hanteert net
het beetje erkenning die hij/zij nodig heeft om het wachten te compenseren!
Tenslote: vergeet asjeblieft niet: prijs het kind OOK voor wat het kan,
anders gaat het zich aanpassen, wat voor het begaafde kind kan leiden tot
serieus in de knoop geraken. |
Inspiratie gehad?
Ongetwijfeld zie je intussen nog andere voordelen en aandachtspunten
van het hoogbegaafd zijn van je kind. Zorg dat die, zelfs in moeilijke
tijden, steeds in je achterhoofd aanwezig zijn. Zo kan je die positieve
houding overdragen op je kind, en steeds alert blijven voor de kleine opstapjes
die je kunt helpen nemen.
Heb je een aanvulling voor deze pagina? Mail ons! |
Tip: over het verschil tussen pushen
en uitdaging bieden (Engelstalig): www.educationaloptions.com/raising_gifted_children.htm
|
|