Hoogbegaafde kinderen zijn vaak in staat om voor
zichzelf en (later) ook voor anderen zeer verbeeldingsrijke fantasieën
en verhalen te creëren. Het belang van deze droomwereld of de mate
waarin het kind in zijn fantasieën opgaat, is soms zo groot, dat het
voor sommige van deze kinderen moeilijk wordt om fantasie van werkelijkheid
te scheiden.
Ook hebben sommige kinderen moeite met het onderscheid te maken tussen
fantasie en werkelijkheid m.b.t. films of fictie die ze op de televisie
zien. Net zoals veel niet hoogbegaafde kinderen ook hebben trouwens, met
het verschil dat hoogbegaafde kinderen vaak angstig worden omdat ze veel
dieper doordenken op wat ze te zien krijgen. Ze zien dan al de mogelijke
negatieve, gevaarlijke consequenties van de beelden en de acties zoals
ze in werkelijkheid zouden kunnen zijn.
De anekdotes
- "Hier zit ook zo'n geschiedkundige in spe... J. (ook acht)
verdiept zich al een tijdje in Griekse mythologie. Het is ook een echte
passie geworden. Wij worden hier nu meermaals vergeleken met één
of andere Griekse god, niet altijd even flatterend hoor"
- “ (T. over zichzelf als kleuter) Zo herinnert ze zich dat ze,
vanaf ze het sprookjeshuis binnenkwam, alles wat er verteld werd echt
geloofde. De heks (dat is de mevrouw die vertelt) zei bvb. dat als de
kinderen goed luisterden, dat ze dan de dwergen konden horen lopen. En
T. hóórde ze! En vanaf ze terug buiten kwam, wist ze ineens
dat dat natuurlijk niet kon.”
- “Vanmorgen speelde J. ‘verjaardagsfeest’: ze had
de tafel precies zo gedekt als vorige week, met eten en al, alle pluchen
konijnen zaten op de stoelen en zij liep rond als mama, iedereen te helpen
en zo. Ik heb mezelf nog in haar imitatie herkend ook!
En hoe dikwijls ik niet naar een optreden moet kijken, waarbij de hele
keuken verbouwd is tot podium met tribune.”
- “G. (bijna 3 jaar): ‘Morgen wil ik met pepe en meme naar
de kermis op de draaimolen. Ik wil ook een
groot poppemieke kiezen bij de madam . Ik wil in de auto zitten en sturen
en dan komt de madam het kaartje halen.’Welk plekje wil jij kiezen?’
vraagt Meteke lief.’ . Dat was dus haar hele verhaal deze
morgen over de kermis en de clou is dat er hier in de buurt helemaal geen
kermis te bespeuren is”
- “L. (3 jaar), bij zichzelf, toen ze al een paar uurtjes bij haar
bomma was en heimwee kreeg naar huis: ‘Mama zegt: ‘Papa, waar
zijn mijn kindjes nou?’. Papa zegt: ‘Ik weet het niet, we
zijn ze verloren.’. Mama zegt: ‘Oh nee, de kindjes zijn niet
verloren, ze zijn bij bomma, kom we gaan ze halen papa.’ .
- “ Ze tekent vooral prinsessen met frullekes en lange haren en
krulletjes en kroontjes en hartjeskleedjes en strikjes. En kastelen met
grodijntjes en bloemen en zonnen en wolken met regen en vogels in de lucht.
Tot het blad overvol staat. En zeemeerminnen met kleine schubjes. En ook
heel graag zotte dingen. Tegenwoordig vooral zeemeerpoezen, zeemeerkonijnen,
en andere zeemeerdinges (dus een zee met dieren met een vissenstaart en
een bikini). Ze tekent ook graag aan alles lange haren tot op de grond.
Begint met een mooie prinses, kasteel en boom. Prachtige tekening. Klaar
om op te hangen. Maar dan verschijnen dus de zeemeerstaarten aan de poes
en de lange haren met krullen aan de bomen. En aan de zon en de vogels
en de zeemeerpoes.”
- “L. (3 jaar) heeft vandaag iets met vogels: daarstraks was ze
het vroege paasei dat ze bij Oma gescoord had aan het opensnijden en ondertussen
was ze maar aan het fantaseren dat, wanneer het ei open zou zijn, er twee
vogels uit zouden komen vliegen. Met gebaren en gezang erbij. Net vroeg
ze me om een vogelvanger (wat dat ook moge zijn) om in de tuin een vogel
te gaan vangen en even later kwam ze met een gevonden stuk zilverpapier
af en plakband, daar moest ik van haar vleugels van maken. Toen ik zei
dat mensen echt niet zo kunnen vliegen was ze duidelijk
teleurgesteld, ze trok een zielig mokgezichtje. Later op de dag is ze
ook in een boom geklommen, met de hulp van haar Oma. Ze wilde weer vliegen,
maar is er gelukkig niet uitgesprongen!”
- “Onze T. heeft grote moeite met fictie op TV. Tot enkele maanden
geleden kreeg hij het benauwd van het programma "Piet Piraat".
Hij wou dan absoluut naar boven. Stel je voor: een knaap van 8j! En 't
was menens: tranen, wippen, kwaad worden, hij moest weg. Nu kijkt hij
naar Skippy, en het gaat net. We hebben hem wel eerst moeten vertellen
dat het altijd goed komt!
Tijdens schoolvoorstellingen is het meermaals gebeurd dat T. letterlijk
onder z'n stoel kroop en de juf me dat achteraf met verbazing kwam vertellen.
Als hij het nu niet ziet zitten om mee te gaan naar een of andere voorstelling,
mag hij gewoon in school blijven. Als het te spannend of te emotioneel
is, heeft hij er toch niks aan. De juffen hebben hem nu zelf vaak zo bezig
gezien, dat ze ook overtuigd zijn.”
- “ L. (drie jaar) stopt zich vaak weg wanneer er beelden op televisie
te zien zijn die ze akelig vindt. Zo heeft ze zich gedurende weken verstopt
wanneer onze zoon naar Samson en Gert keek, ik denk vanwege het feit dat
die hond kan praten, iets waarvan ze weet dat het in werkelijkheid niet
kan. Enkele maanden geleden keek ze mee naar een uitzending op Ketnet
waarbij er ergens brand uitbrak en de kinderen in het verhaal slechts
op het nippertje gered konden worden. Tot op heden is ze gefascineerd
door en tegelijkertijd bang voor vuur en huisbrand, ze droomt er over
en het komt ook geregeld terug in haar spel en gesprekjes.”
|